U bent hier

Onderneming & Personeel
Flexibel belonen11. Voorbeelden van uitruilen11.2 Loon voor vakantie

11.2 Loon voor vakantie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juli 2024

vier extra vakantiedagen

In dit voorbeeld gaat het om een fulltime werknemer van 60 jaar, woonachtig in Nederland met een brutoloon van € 3.100 per maand. Hij laat de loonheffingskorting bij uw onderneming toepassen. Stel dat deze werknemer via uw cafetariaregeling loon uitruilt voor vier extra (bovenwettelijke) vakantiedagen. Allereerst moet u dan de waarde van een vakantiedag bepalen, volgens de regels die uw organisatie rond het uitruilen heeft vastgelegd (zie ook paragraaf 6.2).

Effectief

loon inclusief vakantiebijslag

Stel dat uw organisatie heeft vastgelegd om voor de waarde van een vakantiedag uit te gaan van het loon inclusief vakantiebijslag. Dat betekent dat één vakantiedag een waarde heeft van € 154,52, zijnde het maandloon inclusief vakantiebijslag (€ 3.100 × 1,08) gedeeld door het (gemiddeld) aantal dagen per maand ((13 weken ÷ 3 maanden) × 5 dagen). Aangezien de werknemer vier vakantiedagen wil inkopen, moet hij hiervoor een bedrag van (4 × € 154,52 =) € 618,08 van zijn maandloon uitruilen. In onderstaande tabel ziet u dat deze uitruil de werknemer effectief slechts € 364,50 kost.

niet op de loonstrook

De via de uitruil ingekochte vakantiedagen komen uiteraard niet terug in het bruto-nettotraject of op de loonstrook van de werknemer.

Invloed keuzeloon op bruto-nettotraject

Zonder uitruil Met uitruil
Maandloon - € 3.100,00
Uitruil vakantiedagen - (-) € 618,08
Brutomaandloon € 3.100,00 € 2.481,92
Loonheffing (-) € 477,33 (-) € 223,75
Nettoloon/te besteden € 2.622,67 € 2.258,17