2.11 Vakantiebijslag
minstens 8%
Werknemers hebben een wettelijk recht op een vakantiebijslag – ook wel vakantietoeslag genoemd – van minstens 8% over hun brutoloon. Zolang de werknemer recht heeft op loon, bouwt hij ook vakantiebijslag op. Dat is dus ook het geval bij ziekte, vakantie of betaalde verlofvormen (zie paragraaf 2.8).
Afwijken van 8% vakantiebijslag is mogelijk
In de (collectieve) arbeidsovereenkomst kan een afwijkend percentage aan vakantiebijslag zijn afgesproken, waarbij meer dan 8% altijd is toegestaan. Er kan echter ook een lager percentage of geen vakantiebijslag zijn afgesproken. Dat is alleen toegestaan als de werknemer in totaal een brutoloon van minstens 108% van het voor hem geldende wettelijk minimumloon verdient.
geen wettelijk recht
Verder mag de vakantiebijslag voor veelverdieners worden beperkt. Bij een loon van meer dan drie keer het minimumloon bestaat er over het meerdere namelijk geen wettelijk recht op vakantiebijslag. Als u deze beperkingsmogelijkheid wilt gebruiken, moet u die uitsluiting wel hebben vastgelegd. Heeft u dat niet gedaan, dan moet u de veelverdiener gewoon vakantiebijslag over zijn volledige loon betalen.
Grondslag
in de praktijk vergeten
De vakantiebijslag is verschuldigd over al het loon in geld dat de werknemer uit dienstbetrekking ontvangt. Dat geldt dus bijvoorbeeld ook voor de uitbetaling van vakantiedagen aan werknemers, iets wat in de praktijk nogal eens wordt vergeten.
uitgesloten
Over loon dat de werknemer niet in geld ontvangt (zie ook hoofdstuk 3 en 4) is uw onderneming de werknemer geen vakantiebijslag verschuldigd.
Bepaalde beloningen in geld zijn bovendien uitgesloten van de grondslag waarover u vakantiebijslag moet berekenen. Dit geldt voor eindejaarsuitkeringen, overwerktoeslagen, onkostenvergoedingen, uitkeringen bij bijzondere gelegenheden en winstuitkeringen.
Uitbetaling
De wet stelt dat de over de voorafgaande twaalf maanden opgebouwde vakantiebijslag in juni moet worden uitbetaald, maar in de praktijk gebeurt dit vaak al in mei.
eens per kalenderjaar
Voorwaarde is dat de uitbetaling van de vakantiebijslag aan werknemers in elk geval eens per kalenderjaar gebeurt. Dit houdt in dat maandelijkse uitbetaling ervan – via een zogenoemd all-inloon – ook is toegestaan. Op de loonstrook moet de vakantiebijslag dan wel duidelijk van het reguliere loon zijn te onderscheiden.
uitdiensttreding
Bij maandelijkse uitbetaling van de vakantiebijslag moet u de reguliere witte tabel voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen toepassen. Bij uitbetaling eens per jaar houdt u de witte tabel voor bijzondere beloningen aan, tenzij u de voordeelregel toepast (zie paragraaf 6.3).
Bij uitdiensttreding van de werknemer moet u de tot dan toe opgebouwde en nog niet uitbetaalde vakantiebijslag direct en volledig uitbetalen.