6.2 Keuzebudget
zelf bepalen
Werkgevers kunnen er ook voor kiezen om werknemers een individueel keuzebudget (IKB) of persoonlijk keuzebudget (PKB) te geven. In dat geval kunnen werknemers voor een deel van hun beloning zelf de gewenste vorm en het genietingsmoment bepalen. Deze vorm van keuzeloon is dus nog flexibeler dan in het geval van een cafetariaregeling.
6.2.1 Opbouw van budget
per loontijdvak
De opbouw van het keuzebudget van werknemers zal in principe per loontijdvak (bijvoorbeeld per maand) plaatsvinden. Een werkgever kan er echter ook voor kiezen om aan het begin van het jaar al het volledige budget toe te kennen. In dat geval is het zeker belangrijk om goed vast te leggen wat de gevolgen zijn als de werknemer tussentijds uit dienst gaat. De keuzen die de werknemers maken voor wat betreft de besteding van het budget worden vervolgens van hun openstaande saldo afgeboekt.
Bronnen
geldwaarde
opbouw
Het is aan de werkgever om te bepalen welke loonbestanddelen de werknemers niet meer regulier ontvangen, maar waarvan de geldwaarde in het keuzebudget terechtkomt. Het persoonlijk budget van werknemers is in de praktijk meestal in elk geval opgebouwd uit de volgende bronnen:
- bovenwettelijke vakantiedagen;
- eindejaarsuitkering;
- vakantiebijslag.
Werknemers met zo’n keuzebudget krijgen de vakantiebijslag en eindejaarsuitkering dus niet automatisch uitbetaald in mei/juni respectievelijk december. De (geld)waarde van deze loonbestanddelen wordt door de werkgever ondergebracht in het keuzebudget.
Voorbeeld van het individueel keuzebudget (IKB)
Stel dat een werknemer met de volgende loonbestanddelen een IKB kan opbouwen:
- vakantiebijslag: 8%
- eindejaarsuitkering: 5%
- bovenwettelijke verlofuren: 1%
Iemand met een brutoloon van € 2.500 per maand heeft daarnaast dus een IKB van € 350 per maand.
Besteding
begrenzing
aangewezen doelen
Het voordeel van een keuzebudget is dat werknemers zelf bepalen waaraan ze het budget besteden en op welk moment ze dat doen. Daarbij geldt nog wel een begrenzing. De besteding van het keuzebudget moet gebeuren uit de door de onderneming aangewezen doelen en binnen de grenzen. Een werkgever kan werknemers bijvoorbeeld de keuze geven uit de volgende bestedingsdoelen:
- een eenmalige of periodieke uitbetaling;
- de inkoop van extra pensioen;
- de inkoop van (bovenwettelijke) vakantiedagen;
- een vergoeding (zoals voor woon-werkverkeer) of verstrekking (zoals een fiets of een cursus).
Het is aan de werkgever om de grenzen aan te geven bij de bestedingsdoelen van het keuzebudget. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een maximum aan in te kopen vakantiedagen of de keuze geven uit bepaalde cursussen.