U bent hier

Onderneming & Personeel
Arbeidsvoorwaarden7. Arbeidsvoorwaarden voor prestaties7.2 Oproepdiensten

7.2 Oproepdiensten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: mei 2023

oproepbaar

Bij sommige beroepen is het noodzakelijk dat werknemers oproepbaar zijn. Hierbij gaat het om consignatiediensten, bereikbaarheidsdiensten en aanwezigheidsdiensten. De regels hiervoor zijn opgenomen in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit.

7.2.1 Consignatiedienst

voorwaarden

Bij consignatie kan een werknemer in zijn vrije tijd worden opgeroepen om te werken, bijvoorbeeld als er sprake is van een spoedgeval. De werkgever mag de werknemer vragen een consignatiedienst te draaien als daarover een afspraak is gemaakt in een cao of arbeidsovereenkomst. Voor consignatie gelden de volgende voorwaarden:

  • De werknemer is buiten werktijd bereikbaar voor oproepen bij onvoorziene spoedgevallen. Dat geldt in het weekend, tussen twee diensten in of tijdens een pauze.
  • Bij een oproep gaat de werknemer zo snel mogelijk aan het werk dat met hem is overeengekomen.

Werktijden

In de Arbeidstijdenwet zijn de volgende regels opgenomen over de werk- en rusttijden bij consignatiediensten:

  • Een werknemer mag per 4 weken maximaal 14 dagen consignatiedienst draaien.
  • Per 4 weken moet een werknemer twee keer twee aaneengesloten dagen niet werken en ook niet oproepbaar zijn.
  • Een werknemer mag 13 uur per 24 uur werken. Heeft hij bijvoorbeeld 8 uur regulier werk op een dag, dan mag hij nog 5 uur werken in consignatie.

Nachtdienst

Aan een nachtdienst met consignatie stelt de Arbeidstijdenwet de volgende eisen:

  • Meteen voor en na een nachtdienst mag een werknemer niet geconsigneerd zijn. Hij mag oproepbaar zijn tot 11 uur vóór een nachtdienst en vanaf 14 uur daarna.
  • Heeft een werknemer binnen 16 weken 16 keer of meer een consignatiedienst gedraaid tussen 0.00 uur en 6.00 uur? Dan mag hij gemiddeld niet meer dan 40 uur per week werken in die 16 weken.
  • Een werknemer mag binnen die 16 weken gemiddeld 45 uur per week werken als hij direct na de laatste oproep (gestart tussen 0.00 uur en 6.00 uur) een rustperiode van 8 uur achter elkaar heeft of op de dag van de nachtdienst 8 uur vrij is geweest vóór 0.00 uur.

Een oproep in de nacht geldt niet als nachtdienst. De werknemer mag meerdere keren per nacht worden opgeroepen.

Betaling

minimaal een half uur

Voor consignatiediensten zijn in de Arbeidstijdenwet geen regels opgenomen over een extra vergoeding naast de normale vergoeding. Uiteraard kunnen die afspraken er wel zijn op basis van de (collectieve) arbeidsovereenkomst. De werktijd bij een consignatiedienst begint op het moment dat een werknemer een oproep krijgt om te gaan werken. De arbeidstijd is minimaal een half uur als de werknemer binnen een half uur één of meer keer arbeid verricht. Krijgt een werknemer binnen een half uur na de laatste oproep een nieuwe oproep, dan geldt de tussenliggende tijd als arbeid.

Voor een werknemer die een consignatiedienst draait, is de reistijd naar het werk ook werktijd. Een werkgever moet daarnaast de reiskostenvergoedingen toepassen uit de (collectieve) arbeidsovereenkomst.

7.2.2 Bereikbaarheidsdienst

onderdeel van de functie

Net als bij een consignatiedienst hoeven werknemers bij een bereikbaarheidsdienst niet op de werkplek te wachten tot een oproep. Het verschil is dat het oproepen bij een bereikbaarheidsdienst een normaal onderdeel is van de functie. Een werknemer kan daardoor ook opgeroepen worden als er geen sprake is van een noodgeval. De bereikbaarheidsdiensten komen onder andere voor in de zorgsector.

Werktijd

maximaal drie diensten

Maakt een werkgever gebruik van bereikbaarheidsdiensten, dan moet hij rekening houden met de volgende regels:

  • Een bereikbaarheidsdienst mag maximaal 24 uur duren.
  • De werknemer krijgt alleen betaald als hij werkt. De tijd dat hij bereikbaar is, maar niet werkt, is geen werktijd. Voor elke oproep krijgt hij minstens een half uur betaald.
  • De werknemer mag maximaal twee diensten achter elkaar werken als hij minstens 11 uur vrij is tussen twee diensten in.
  • Als uitzondering op het vorige punt mag hij één keer per week 8 uur vrij zijn en één keer per week 10 uur tussen diensten in.
  • Per week mag een werknemer maximaal drie bereikbaarheidsdiensten draaien. In 16 weken mag hij ten hoogste 32 diensten werken.

7.2.3 Aanwezigheidsdienst

aanwezig op de werkplek

Een aanwezigheidsdienst van een werknemer verschilt op een belangrijk punt van een consignatiedienst of een bereikbaarheidsdienst. Een werknemer moet bij een aanwezigheidsdienst namelijk op de werkplek aanwezig zijn.

nodig voor 
het werk

Alle uren die een werknemer maakt tijdens een aanwezigheidsdienst gelden als werktijd. De werkgever moet deze uren van de werknemer dus uitbetalen.

Regels

Een werkgever mag gebruikmaken van aanwezigheidsdiensten als die nodig zijn voor het werk, zoals bij de brandweer of in de zorg. Daarnaast moeten er afspraken zijn gemaakt in een cao of personeelsreglement. Hij krijgt dan te maken met de volgende regels:

  • Een aanwezigheidsdienst mag maximaal 24 uur duren.
  • Binnen een periode van 26 weken mag een werknemer maximaal 52 keer een aanwezigheidsdienst werken.
  • Binnen een periode van 26 weken mag een werknemer maximaal 48 uur gemiddeld per week werken.
  • Voor en na de aanwezigheidsdienst mag de werknemer minimaal 11 uur niet werken.

Rusttijden

collectieve regeling

Voor en na een aanwezigheidsdienst geldt een minimale rust van 11 uur. Het is toegestaan om dit één keer per week in te korten tot 10 uur en één keer tot 8 uur. Hiervoor is vereist dat het is overeengekomen in een cao. Na een kortere rustperiode moet de werkgever de daaropvolgende rustperiode verlengen met de gemiste uren. Dus stel dat er een rusttijd is geweest van 8 uur, dan moet de volgende rustperiode minimaal 14 uur zijn. Binnen een week moet de werknemer minimaal 90 uur vrij zijn. Dat betekent een onafgebroken rustperiode van 24 uur en 6 onafgebroken rustperioden van 11 uur. Bij een collectieve regeling gelden de volgende regels voor de rusttijd binnen een week:

  • de werknemer moet minimaal 1 hele dag (24 uur) vrij zijn;
  • hij moet minstens 4 keer 11 uur of langer vrij zijn;
  • de werknemer mag maar 1 keer 10 uur vrij zijn;
  • hij mag maar 1 keer 8 uur vrij zijn;
  • de rustperioden mogen achter elkaar zijn ingepland.