U bent hier

Onderneming & Personeel
Arbeidsvoorwaarden10. Arbeidsvoorwaarden bij afwezigheid10.3 Arbeidsvoorwaarden bij baanwisseling

10.3 Arbeidsvoorwaarden bij baanwisseling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: mei 2023

nette
 afhandeling

Als een werknemer van baan wisselt, moet de ‘oude’ werkgever bij het vertrek zorgen voor een nette afhandeling van zaken als vakantiedagen, verlofdagen, studiekosten en pensioen. Het is ook mogelijk dat de werknemer deze arbeidsvoorwaarden meeneemt naar zijn nieuwe werkgever.

10.3.1 Vakantiedagen

eindafrekening

Het kan voorkomen dat een werknemer bij het einde van zijn dienstverband niet alle vakantiedagen heeft opgenomen waar hij nog recht op heeft. De werknemer behoort dan deze dagen bij de eindafrekening uitbetaald te krijgen. Daarbij moet de werknemer de vakantiedagen nog kunnen opnemen. Het gevolg hiervan is dat de werknemer de overgebleven vakantie-uren mag opnemen bij zijn nieuwe baan.

Er is geen minimum of maximum aan het aantal vakantie-uren dat de werknemer mag meenemen en er is ook geen verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke uren. De werkgever bij wie de werknemer vertrekt, moet een verklaring afgeven waaruit blijkt hoeveel vakantie-uren er niet zijn opgenomen. Zo kan de nieuwe werkgever bepalen waar de werknemer nog aanspraak op kan maken. De vakantiewetgeving verplicht de nieuwe werkgever niet om loon te betalen over die vakantie-uren. Dat is immers al gebeurd.

10.3.2 Verlofsaldo

verklaring

Ook bij (betaald én onbetaald) ouderschapsverlof en (aanvullend) geboorteverlof is het wettelijk bepaald dat werknemers het resterende deel mogen meenemen naar de nieuwe werkgever. Om vast te stellen op hoeveel verlofuren de werknemer nog recht heeft, kan de nieuwe werkgever vragen om een verklaring van de oude werkgever over het aantal resterende verlofuren. De werknemer vraagt deze verklaring aan. De vorige werkgever heeft een wettelijke plicht om aan de aanvraag te voldoen. Dit komt overeen met de wettelijke plicht voor het afgeven van een verklaring over niet-opgenomen vakantiedagen. De verklaring is vormvrij: een eenvoudige e-mail volstaat al. De wet stelt geen maximum aan het aantal mee te nemen verlofdagen, dus de werknemer kan alle verlofdagen waar hij nog recht op heeft meenemen.

10.3.3 Pensioen

dekkingsgraad

Als een werknemer bij een andere werkgever gaat werken, mag hij opgebouwd pensioen meenemen naar zijn nieuwe werkgever. De oude werkgever verstrekt de werknemer een opgave van de pensioenaanspraken. Een werknemer kan die eventueel ook zelf online opvragen. Die opgave gebruikt de werknemer om een verzoek voor waardeoverdracht in te dienen bij het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van de nieuwe werkgever. Deze partij is in principe verplicht om mee te werken aan de waardeoverdracht en mag daarvoor bij de werknemer geen kosten in rekening brengen. Alleen als de dekkingsgraad lager is dan 100%, mag de pensioenuitvoerder het verzoek tot waardeoverdracht weigeren. Is de dekkingsgraad na verloop van tijd wel weer hoog genoeg, dan kan de waardeoverdracht alsnog plaatsvinden. Als de nieuwe werkgever meer dan € 15.000 en meer dan 10% van de overdrachtswaarde moet bijbetalen óf als de werknemer vóór 1 januari 2015 van baan gewisseld is en nu alsnog een waardeoverdracht wil doen, is de nieuwe werkgever wettelijk niet verplicht om mee te werken aan de waardeoverdracht van het pensioen.

Pensioenen met een waarde tot ongeveer € 600 per jaar (kleine pensioenen) mogen bij verandering van baan zonder toestemming van de pensioendeelnemer worden overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.

Afkopen

Het is ook mogelijk kleine pensioenen te laten uitbetalen. De regels voor pensioenafkoop hangen af van het moment waarop de werknemer van baan is gewisseld. Als het dienstverband op of na 1 januari 2018 is beëindigd, is afkoop alleen nog mogelijk als de automatische waardeoverdracht van het pensioen naar de nieuwe pensioenuitvoerder tot vijf keer toe niet is gelukt. Afkoop kan hierbij pas na vijf jaar.

10.3.4 Studiekosten

studiekostenvergoeding

Een studiekostenbeding kan bepalen dat een werknemer (een deel van) zijn studiekostenvergoeding aan de werkgever moet terugbetalen als hij binnen een bepaalde periode na het afronden van de opleiding naar een andere werkgever gaat. De werknemer kan met de nieuwe werkgever afspreken dat de nieuwe werkgever de terugbetaling van de studiekosten voor zijn rekening neemt. De nieuwe werkgever kan de kosten rechtstreeks aan de oude werkgever overmaken of aan de werknemer zelf terugbetalen. De werknemer betaalt die vervolgens aan de oude werkgever. Als de nieuwe werkgever de studiekosten vergoedt, doet hij dat bij voorkeur in hetzelfde kalenderjaar als waarin de werknemer de kosten aan zijn oude werkgever terugbetaalt. De betaling heeft dan waarschijnlijk geen gevolgen heeft voor de loonbelasting.