1. Vertrouwenspersoon voor ongewenst gedrag

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Arbo Rendement

Publicatiedatum: augustus 2024

Iemand die maar grapjes blijft maken over de culturele achtergrond van een collega, een leidinggevende die regelmatig zijn hand op de schouder van een werknemer legt of een teamlid dat bij elke tegenslag vloekt en tiert. Een werknemer vindt het soms lastig om dit bespreekbaar te maken en dat kan ongemak en spanningen bij hem veroorzaken. Hij kan in dat geval terecht bij de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag.

geheimhoudingsplicht

Arbowet

Een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag is het aanspreekpunt voor medewerkers in uw organisatie bij ongewenst gedrag. Vertrouwen speelt daarbij een grote rol. Daarom heeft een vertrouwenspersoon geheimhoudingsplicht voor wat hij te horen krijgt en doet hij niets zonder toestemming van de melder. Met een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag voldoet de werkgever aan de plicht uit de Arbowet (zie ook hoofdstuk 5) om beleid te voeren tegen psychosociale arbeidsbelasting (PSA) (zie hoofdstuk 3).

1.1 Doel

Het doel van de vertrouwenspersoon is om de negatieve gevolgen van ongewenst gedrag binnen uw organisatie te verminderen en waar nodig dit gedrag te helpen oplossen. Een medewerker die te maken heeft gekregen met ongewenst gedrag ervaart bijvoorbeeld boosheid, verdriet, pijn, frustratie of angst. Als de werknemer hiermee rond blijft lopen, is de...

1.2 Effecten

Een goed functionerende vertrouwenspersoon kan een positief effect voor uw organisatie hebben. Voor de werknemer met een klacht geldt dat hij kan blijven functioneren en niet hoeft te verzuimen. Voor teams geldt dat structureel ongewenst gedrag – zoals pesten en intimidatie – stopt. Dat komt het functioneren van het team en ongewenst vertrek van...

1.3 Hoofdtaken

Uw organisatie geeft de functie vertrouwenspersoon ongewenst gedrag zelf vorm. Er bestaan geen wettelijke regels voor. Op de website lvvv.nl van de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) staat een functieprofiel dat inspiratie kan bieden. Een vertrouwenspersoon heeft in de praktijk altijd een aantal hoofdtaken, namelijk: opvang en...

1.4 Competenties

Competenties bestaan uit kennis, houding en vaardigheden om een functie succesvol te kunnen uitoefenen. Om zijn werk goed te kunnen doen, heeft de vertrouwenspersoon op de drie hoofdtaken competenties nodig. Hieronder leest u welke competenties de LVV heeft opgesteld. Integriteit Handelen – in woord en gedrag – in lijn met algemeen aanvaarde...

1.5 Opleiden

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de vertrouwenspersonen in de organisatie goed zijn opgeleid. Zij moeten leren wat de rol van vertrouwenspersoon inhoudt, hoe zij die rol het beste kunnen vervullen en hoe zij competenties kunnen aanscherpen. Uiteraard is in de opleiding aandacht voor theorie, maar minstens zo belangrijk is dat ze kunnen...

1.6 Vertrouwenspersoon integriteit

Er zijn steeds meer vertrouwenspersonen die zich bezighouden met integriteitsvraagstukken, de zogeheten vertrouwenspersonen integriteit. Ook komt een combinatie steeds meer voor: vertrouwenspersonen die zich zowel bezighouden met ongewenste omgangsvormen als met integriteitskwesties. Dat komt door de Wet Huis voor klokkenluiders die op 1 juli 2016...

U bent hier