U bent hier

2.5 Risicogroepen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: maart 2021

kwetsbaarder

Ook bepaalde kenmerken van werknemers dragen eraan bij dat ze een arbeidsongeval kunnen krijgen. Zo zijn werknemers met weinig ervaring kwetsbaarder. Als bepaalde groepen medewerkers vaker slachtoffer worden van een arbeidsongeval, ligt dat natuurlijk niet automatisch aan hun eigen kenmerken.

risicovol

Kijk eerst of er geen sprake is van een oververtegenwoordiging van bepaalde groepen werknemers bij risicovollere werkzaamheden. En of de arbeidsomstandigheden voor de ene groep gelijk zijn aan die voor de andere. In ieder geval moet u extra aandacht geven aan de volgende groepen werknemers:

  • mannen;
  • jongeren;
  • ouderen;
  • werknemers met een migratieachtergrond.

Zij zijn namelijk vaker betrokken bij een arbeidsongeval.

Mannen

Monitor

Mannen lopen een groter risico op arbeidsongevallen dan vrouwen. In 2019 was 88% van de slachtoffers man en 12% vrouw, blijkt uit de Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden die Inspectie SZW in 2020 uitbracht. Per 100.000 banen vielen er 47 mannelijke slachtoffers, tegenover zes vrouwelijke slachtoffers.

zware 
machines

Dit heeft meestal te maken met het feit dat mannen oververtegenwoordigd zijn in risicovolle beroepen, zoals in de bouw, in de chemische industrie, of ze werken vaker met zware machines. Zijn mannelijke werknemers in uw organisatie vaker het slachtoffer van ongevallen, kijk dan in ieder geval of dit te maken heeft met het feit dat zij vaker risicovolle taken uitvoeren.

Jongeren

onervarenheid

Jongeren zijn een duidelijke risicogroep. Arbeidsongevallen komen relatief vaak voor bij werknemers van 15 tot en met 24 jaar. Een duidelijke oorzaak hiervan is hun onervarenheid, waardoor ze risico’s vaak verkeerd inschatten. Er zijn dan ook strengere regels voor werknemers die jonger zijn dan 18 jaar. Voor jongeren onder de 16 jaar gelden nog meer beperkingen: zij mogen bepaalde soorten werk helemaal niet uitvoeren.

Ouderen

Maar ook ouderen van 55 tot en met 64 jaar lopen extra risico, voornamelijk op ernstige ongevallen die ziekenhuisopname of zelfs de dood tot gevolg hebben. Dit kan onder meer het gevolg zijn van fysieke beperkingen door hun hogere leeftijd. Bovendien herstellen oudere werknemers minder snel van een ongeval.

Laaggeletterdheid

digitale 
vaardigheden

Laaggeletterdheid komt vaker voor dan u misschien denkt. In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Bij deze groep zijn de digitale vaardigheden meestal ook niet op peil. Het gaat in totaal maar liefst om 18% van de mensen, één op de zes. Zij werken meestal in de bouw, industrie of energiesector.

Ook buiten de bouw zijn er risico’s

misverstand

De bouw en industriële activiteiten kennen relatief veel arbeidsongevallen. Dat wekt de schijn dat elders geen wezenlijk risico bestaat. Dat is een misverstand. In veel grote kantoororganisaties zijn magazijnen en technische werkplaatsen in slechtere staat dan de werkplekken in bouw en industrie. In alle sectoren zijn er risico’s door intern transport, in ziekenhuizen is er volop gevaarlijke apparatuur, de sport- en recreatiesector kent veel botbreuken door apparaten en uitglijden of vallen; dat laatste doet zich ook vaak voor in de horeca.

Laaggeletterdheid vormt een veiligheidsrisico op de werkvloer. Miscommunicatie door taal kan namelijk leiden tot onveilige situaties. Werknemers begrijpen de gesproken veiligheidsinstructies van een leidinggevende bijvoorbeeld niet. Of ze kunnen handleidingen van machines, teksten bij veiligheidssymbolen of uitgeprinte veiligheidsinstructies niet lezen. In 2017 was onvoldoende taalbeheersing in 2% van de gevallen de onderliggende oorzaak van een ongeval, blijkt uit het rapport Staat van ernstige arbeidsongevallen van Inspectie SZW.

schaamte

Het is niet altijd even makkelijk om laaggeletterdheid op te sporen. Veel mensen durven uit schaamte niet op te biechten dat ze niet goed kunnen lezen en schrijven.

Duidelijke begrippen hanteren bij taalproblemen

focus

taalniveau

moedertaal

Werken er binnen uw organisatie (voor zover u weet) werknemers die laaggeletterd zijn? Dan is het belangrijk dat u onderscheid maakt tussen verschillende begrippen. Zo is voor uzelf duidelijk waar de focus ligt bij het aanpakken van dit veiligheidsrisico. U kunt drie begrippen onderscheiden:

  • Taalvaardigheid: dit is de mate waarin de werknemer zich kan uitdrukken, een gesprek kan voeren, kan lezen en kan schrijven.
  • Taalbeheersing: hieronder wordt de mate waarin de taalvaardigheid van de werknemer past bij het taalniveau dat hij nodig heeft om goed te kunnen functioneren op de werkvloer.
  • Verschillende talen op de werkvloer: in deze situatie heeft u te maken met werknemers die een andere moedertaal dan de voertaal op de werkvloer spreken. Door deze taalverschillen kan miscommunicatie ontstaan.

De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft een handreiking uitgebracht over taal en veiligheid die boordevol tips staat om goed om te gaan met de risico’s van laaggeletterdheid op de werkvloer. U downloadt deze handreiking (pdf) via bit.ly/39MiqOG.

Werknemers met een

migratieachtergrond

sector

De meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen zijn afkomstig uit Midden- en Oost-Europa. Het gaat om gemiddeld 94 slachtoffers per 100.000 banen. Dat blijkt uit de Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden. Eén verklaring is dat veel werknemers uit deze regio werkzaam zijn in een sector waar relatief vaak arbeidsongevallen voorkomen.

Een andere verklaring is dat relatief veel werknemers met een migratieachtergrond de voertaal op de werkvloer slechter beheersen. Daardoor kunnen zij moeite hebben met voorlichting en communicatie rond veiligheid.