U bent hier

4.4 Balans

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: december 2023

evenwicht

De balans geeft altijd een momentopname van de bezittingen, het vreemd vermogen (schulden) en het eigen vermogen. Daarnaast moet de balans in evenwicht zijn: het totaalbedrag van de bezittingen is gelijk aan het totaalbedrag van de schulden en het eigen vermogen. De balans bestaat uit een activa- en passivagedeelte (debet- en creditzijde). Debet en credit moeten dus met elkaar in evenwicht zijn en kunnen niet van elkaar verschillen.

Sommige balansposten zijn wettelijk vastgesteld

Een aantal van de balansposten hebben bij wet (afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek) vastgestelde namen: ‘Van de benamingen Vaste activa, Vlottende activa, Kortlopende schulden, Langlopende schulden, Voorzieningen en Eigen vermogen mag niet worden afgeweken.’ De benaming van andere posten ligt niet vast, als maar duidelijk is waar de post over gaat.

4.4.1 Activa

De post activa is te verdelen in vaste en vlottende activa. In de wet zijn deze posten nog verder opgesplitst.

Vaste activa

levensduur

minder dan één jaar

Vaste activa zijn alle bezittingen die een levensduur hebben van langer dan één jaar. U verdeelt ze in:

  • immateriële vaste activa: niet-tastbare bezittingen zoals goodwill of octrooien. De verwervingskosten van dergelijke bezittingen worden vaak over meerdere jaren afgeschreven, omdat zij gedurende een langere periode opbrengsten opleveren;
  • materiële vaste activa: dat wil zeggen alle bezittingen die langer meegaan dan een jaar met een aanschafwaarde van meer dan € 450 exclusief BTW. Hierbij gaat het om bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines, installaties en andere vaste bedrijfsmiddelen;
  • financiële vaste activa: hier vallen de volgende activa onder: beleggingen, deelnemingen, vorderingen op deelnemingen, uitgeleende gelden en actieve belastinglatenties (verwachte vorderingen op de Belastingdienst).

Vlottende activa

Vlottende activa hebben altijd een looptijd van minder dan één jaar, zoals liquide middelen, kas, (kortetermijn)investeringen, voorraden, debiteuren, vooruitbetaalde kosten en overlopende activa (kosten of bedragen die vooraf worden betaald of ontvangen).

Heeft u een aantal bedragen die u niet onder een van deze categorieën kwijt kunt, dan kunt u die onder de categorie ‘overige vlottende activa’ verzamelen.

4.4.2 Schulden

Ook schulden zijn weer onder te verdelen in twee posten: kortlopende en langlopende schulden.

Kortlopende schulden

één à twee jaar

lange tijd op de balans

Alle schulden die maar een korte duur hebben (leningen voor één à twee jaar) vallen onder kortlopende schulden. Vermeld onder deze post ook: crediteuren, te betalen kosten (horende bij crediteuren), verschuldigde inkomstenbelasting, BTW, ongerealiseerde opbrengsten, salarisvoorziening, winstdeling en alle overige posten die hierbij passen.

Langlopende schulden

uitgaven in de toekomst

Er zijn ook schulden die een lange tijd op de balans blijven staan. Hierbij moet u bijvoorbeeld denken aan een hypotheek, leningen, kredietverstrekkingen en producten die u over een periode langer dan één jaar moet afbetalen. Vermeld deze posten onder de kop ‘langlopende schulden’.

4.4.3. Voorzieningen

omvang nog onzeker

De post ‘voorzieningen’ gebruikt u om uitgaven in de toekomst te dekken. Uw onderneming zet als het ware geld opzij voor verplichtingen die te verwachten zijn. Het gaat daarbij om bepaalde verplichtingen waarvan de omvang op balansdatum nog onzeker is, maar die redelijkerwijs wel zijn in te schatten. Bijvoorbeeld een garantievoorziening die aangeeft welk bedrag aan schadeclaims u in de toekomst verwacht voor producten die uw onderneming al heeft verkocht. Deze voorziening komt dan op de balans te staan.

Claims van derden

eenmanszaak

Let op: voorzieningen zijn geen reserves, want die maken deel uit van het eigen vermogen. De voorzieningen vallen onder het vreemd vermogen, omdat het claims van derden zijn op uw onderneming. Een voorbeeld van een voorziening is het groot onderhoud van uw bedrijfpand: u weet dat dat over een jaar of vijf moet gebeuren, maar de schilder staat nog niet op de steigers.

4.4.4 Eigen vermogen

vennootschap

Het eigen vermogen bij een eenmanszaak bestaat uit één post: het kapitaal. Het eigen vermogen bij een besloten en naamloze vennootschap is te verdelen in:

  • gestort en opgevraagd kapitaal;
  • de (dis)agio bij uitgifte van aandelen (dat wil zeggen het verschil tussen de waarde van het aandeel zoals die vastgelegd is en het meerdere (of mindere) dat iemand ervoor uitgeeft);
  • reserves die uw onderneming volgens de wet of statuten verplicht is vast te zetten;
  • overige reserves of algemene reserves;
  • de onverdeelde winst (het deel van de winst dat niet uitgekeerd wordt aan de aandeelhouders).

Juiste waardering is niet eenvoudig

verkrijgingsprijs

actuele waarde

Uw onderneming kan verschillende waarderingsgrondslagen gebruiken voor het waarderen van activa en passiva. Op basis van artikel 2:384 lid 1 Burgerlijk Wetboek komen voor de waardering in aanmerking de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs en de actuele waarde. Het Besluit actuele waarde (BAW) geeft een nadere uitwerking van de actuele waarde. Bij deze keuzes moet u ook de wettelijke regels goed in de gaten houden, want daardoor wordt de keuze soms beperkt. In de toelichting bij de jaarrekening geeft u aan welke waarderingsgrondslag er is gebruikt.