4.1 Grootboekrekening

per categorie

Alle inkomsten en uitgaven werden vroeger bijgehouden in grote boeken. De namen ‘grootboek’ en ‘grootboekrekening’ komen hier ook vandaan. Bij het grootboek gaat het dan om de verzameling van alle grootboekrekeningen. Per categorie is er een aparte grootboekrekening, dus bijvoorbeeld voor de bank, crediteuren en personeelskosten. De boekhouding van uw onderneming wordt dus in kleine stukjes verdeeld. Elke grootboekrekening krijgt een nummer.

Mutaties

debet en credit

balansrekening

Op de grootboekrekening staan alle mutaties met een positieve waarde debet en met een negatieve waarde credit. Het saldo geeft de toe- of afname aan van de post waarop de rekening betrekking heeft. Voor de grootboekrekeningen kunt u de volgende splitsing maken:

• balansrekeningen: een grootboekrekening die betrekking heeft op bezit (zoals inventaris) en schuld (zoals leningen). De balansrekeningen zijn te splitsen in activa en passiva (zie ook paragraaf 4.4 over de balans).
• resultaatrekeningen: een grootboekrekening met een overzicht van de opbrengsten en kosten (zie ook paragraaf 4.5).

Rekeningstelsel

opbouw

Alle grootboekrekeningen vormen samen het grootboekrekeningenschema. Veel boekhoudprogramma’s hebben zelf een standaard rekeningschema. Vaak is zo’n schema opgebouwd uit hoofdrubrieken, categorieën en rekeningnummers. De hoofdrubriek vlottende activa en passiva is bijvoorbeeld verder opgesplitst in debiteuren en overige vorderingen (categorieën). Debiteuren zou u dan nog verder kunnen opsplitsten in debiteuren en dubieuze debiteuren. Op die manier kunt u heel duidelijk aangeven in welke grootboekrekening een verandering plaatsvindt.