6.2 Reflectie op basis van de WOR
instemmingsrecht
zorgtaak
De WOR geeft u vier aanknopingspunten om vanuit de OR reflectie in te bouwen in uw adviestraject:
- in het project zelf, als het betrekking heeft op uw advies- of instemmingsrecht (artikel 25 en 27);
- als algemene meting, in de vorm van een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) (artikel 27 lid 1 sub d);
- als onderdeel van uw zorgtaak (artikel 28 lid 2);
- in relatie tot het strategisch beleid (artikel 24).
6.2.1 Reflectie op basis van uw WOR-rechten
adviesverzoek
gedrags- verandering
De eerste manier om reflectie in te bouwen is door het te koppelen aan het advies- of instemmingsverzoek dat uw bestuurder doet op basis van artikel 25 of 27 WOR. Beide artikelen bevatten onderdelen die te maken kunnen hebben met gedragsverandering van werknemers. Als lerende medezeggenschap kunt u vanuit uw ondernemingsraad adviseren om specifieke reflectiemomenten in te bouwen in het verandertraject.
Reflectiemomenten
inzichtelijk
Als het verandertraject aanleiding is voor een adviestraject – en dus valt onder het adviesrecht, gebruikt u reflectiemomenten om in kaart te brengen wat de effecten van de voorgenomen maatregel zijn op werknemers en hoe de bestuurder die effecten opvangt. Uw bestuurder is verplicht die effecten inzichtelijk te maken aan uw ondernemingsraad op basis van artikel 25 lid 3 WOR. Met het advies om reflectiemomenten in te bouwen, stelt u een vormvoorwaarde voor uw advies.
Een reflectiemoment heeft weinig meerwaarde als u niet weet waarop u moet letten. Daarom is het in deze fase van uw adviestraject belangrijk om de realiteit te koppelen aan de doelstellingen van het verandertraject.
Maximaal rendement
indicatoren
De volgende vragen helpen u om het maximale uit uw reflectiemomenten te halen door de realiteit te koppelen aan de doelstellingen van het verandertraject:
- Aan de hand van welke indicatoren bepalen we dat de gedragsverandering (het gewenste) effect heeft?
- Wat gaat er goed in de verandering en wat nog niet?
- Kunnen en willen we op dezelfde manier doorgaan?
gesprekspartner
verandertraject
Deze vragen helpen om de verandering concreet te maken en stimuleren uw gesprekspartner om alert te zijn op signalen. Daarmee zijn de vragen een leerproces op zich. Tegelijkertijd geven de vragen uw gesprekspartner een kader om verder vorm te geven aan de verandering.
Geen advies-, maar instemmingstraject
instemming
Als het verandertraject waarop uw OR zich richt onder het instemmingsrecht valt, gebruikt u dezelfde methode om reflectiemomenten in te bouwen in uw traject. Het verschil met het adviesrecht is dat u een sterkere onderhandelingspositie heeft om de reflectiemomenten in te bouwen. Zonder uw instemming mag de bestuurder zijn voorgenomen besluit namelijk niet uitvoeren.
6.2.2 Reflectie op basis van MTO
Het tweede aanknopingspunt voor een reflectiemoment is een MTO. Een MTO brengt de werkbeleving van werknemers in kaart. Het kan de volgende inzichten opleveren:
- hoe werknemers hun werk beleven in relatie tot groepen buiten uw organisatie;
- hoe de organisatie de prestatie van werknemers kan verhogen;
- wat werknemers en leidinggevenden nodig hebben om geïnspireerd aan de slag te gaan;
- welk effect een reorganisatie of cultuurverandering had.
RI&E
Als reflectiemoment is een MTO zeker geschikt. Het kan u helpen om de resultaten van uw verandertraject overzichtelijk en meetbaar te maken. Als u vooraf en na afloop van het traject de beleving meet, kunt u nog gerichter in kaart brengen wat het effect van de ingezette leersituaties is.
Het MTO als onderdeel van de RI&E
meetmoment
Een MTO wordt vaak gezien als een onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en daarmee is het instemmingsplichtig op basis van artikel 27 lid 1 sub d WOR. Als uw bestuurder de voortgang van de RI&E onderzoekt, is dat hét moment om een MTO in te zetten.
In vergelijking met persoonlijke gesprekken is het MTO wel minder diepgaand. Dat maakt het geschikt als meetmoment, maar minder geschikt als leermoment. U kunt een MTO zelfs gebruiken om te toetsen in hoeverre leidinggevenden een passende leiderschapsstijl laten zien voor specifieke teams. U kunt aan de resultaten van het MTO natuurlijk wel persoonlijke gesprekken koppelen.
6.2.3 Reflectie op basis van uw OR-zorgtaak
Het derde aanknopingspunt voor een reflectiemoment is de zorgtaak van uw OR. Op basis van artikel 28 lid 2 WOR zorgt u ervoor dat werknemers worden betrokken bij hun werkzaamheden. Dat is precies waar de lerende medezeggenschap voor staat. Op basis van uw zorgtaak kunt u ook buiten een verandertraject de invloed en zelfsturing van werknemers op de agenda zetten. Uw initiatief hierin komt sterker over als u met concrete voorbeelden komt van afdelingen waar werknemers veel of juist weinig invloed hebben.
6.2.4 Reflectie op basis van strategisch beleid
eenrichtingsverkeer
Het laatste aanknopingspunt voor reflectie is het strategisch beleid van uw organisatie. Dit bespreekt u met de bestuurder – en eventueel de toezichthouder – in de vergadering over de algemene gang van zaken (het zogenoemde artikel-24-overleg). Deze vergadering hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn vanuit uw bestuurder! De Sociaal Economische Raad (SER) geeft als tip om deze halfjaarlijkse overlegvergadering te gebruiken voor een ‘sociaal beraad’. Dat is een moment waarbij u de strategie koppelt aan de competenties van werknemers. U kunt op basis van het contact met uw achterban advies aan de bestuurder geven waar het beter kan in uw organisatie.