7.2 Doelgroep
VPB
De WBSO-subsidie is bedoeld voor Nederlandse ondernemingen, van elke grootte en uit elke bedrijfssector, die S&O willen uitvoeren in de Europese Unie. Daarnaast moet de onderneming in Nederland onder de vennootschapsbelasting (VPB) of inkomstenbelasting (IB) vallen.
Als zowel de werknemer(s) van een werkmaatschappij als de werknemer(s) van een holding S&O verrichten, moet zowel de werkmaatschappij als de holding een subsidieaanvraag indienen.
Fiscale eenheid
in- en uitlenen
Het uitlenen van personeel aan een derde partij voor het verrichten van S&O, valt alleen onder de WBSO als het personeel het S&O zelf systematisch organiseert bij deze derde. Een uitzondering hierop is het in- en uitlenen van personeel binnen een fiscale eenheid voor de VPB. Denk aan in- en uitleen van personeel voor het verrichten van S&O bij een personeels-bv of meerdere ondernemingen binnen de fiscale eenheid die aan eenzelfde project werken. Wel moet elke onderneming die behoort tot de fiscale eenheid, en waar de S&O-werknemers in dienst zijn zelf een aanvraag indienen.
Publieke kennisinstellingen, zoals een instelling voor hoger onderwijs, een academisch ziekenhuis of een door de overheid gefinancierde onderzoeksorganisatie, hebben geen recht op de afdrachtvermindering.
IB-ondernemingen
S&O-uren
IB-ondernemers kunnen in aanmerking komen voor S&O-aftrek als ze minstens 500 S&O-uren in een kalenderjaar verrichten en voldoen aan het urencriterium van 1.225 uur. Ondernemingen met personeel kunnen een aftrek in de loonheffingen krijgen, berekend op basis van de S&O-grondslag. Dit is een optelsom van het aantal S&O-uren maal het uurloon en de andere S&O-kosten.