U bent hier

8.2 Regeling onwerkbaar weer

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: januari 2025

Als de vermindering van werkzaamheden een direct gevolg is van extreem weer – zoals vorst of sneeuw – kun je mogelijk een WW-uitkering ontvangen via de Regeling onwerkbaar weer.

Buitengewoon

In deze regeling staat dat sprake moet zijn van ‘buitengewone natuurlijke omstandigheden’. Volgens de regeling is dit het geval bij:

  • vorst, ijzel of sneeuwval in de periode van 1 november tot en met 31 maart;
  • storm als het KNMI voor het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is een waarschuwing code rood uitgeeft;
  • overvloedige regenval als het in het postcodegebied waarin de werknemer werkt op een werkdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent.

8.2.1 Wachttijd voor aanvraag WW-uitkering

WAB

Per 1 januari 2020 geldt voor alle werkgevers en werknemers dezelfde wachttijd bij onwerkbaar weer. Werkgevers moeten twee dagen het loon van hun werknemers doorbetalen voordat zij beroep kunnen doen op een WW-uitkering. De wachttijdregeling is onderdeel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). De uitkering is alleen voor werknemers die voldoen aan de WW-voorwaarden en bedraagt aan het begin 75% van het loon (en maximaal 75% van het maximumdagloon).

Cao

Als het onwerkbare weer langer duurt dan twee maanden wordt de uitkering lager: 70%. De werknemer kan soms meer betaald krijgen dan dat. In sommige cao’s is namelijk afgesproken dat de werkgever de uitkering aanvult tot 100%. Als dat ook voor jouw organisatie het geval is, draait de organisatie dus nog steeds op voor 25% tot maximaal 30% van het loon van de werknemer.

Voor onwerkbaar weer wegens langdurige regen geldt een wachttijd van 19 dagen. Jouw werkgever moet dan dus gedurende 19 dagen het loon van de werknemer doorbetalen voordat hij aanspraak kan maken op een WW-uitkering.

8.2.2 Strenge eisen voor WW-uitkering

tijdelijk

uitzonderlijk

Alleen als aan de volgende eisen voldaan is, krijgt de werknemer een WW-uitkering en hoeft de werkgever zijn loon tijdelijk niet door te betalen:

  • De organisatie heeft er alles aan gedaan om te voorkomen dat het werk gestopt moet worden.
  • De werknemer kan alleen door onwerkbaar weer niet werken; er zijn geen andere redenen voor het niet werken.
  • De werknemer kan per week minimaal vijf uur niet werken; voor werknemers die normaal minder dan tien uur per week werken geldt dat ze per week minimaal de helft van hun uren niet kunnen werken.
  • Het onwerkbare weer valt niet onder het normale bedrijfsrisico: er is dus sprake van uitzonderlijke omstandigheden. UWV kan vragen hoeveel dagen de afgelopen jaren jaarlijks wegens onwerkbaar weer niet gewerkt is.

De werkgever moet op elke dag dat er sprake is van onwerkbaar weer melding doen bij UWV. De uitkeringsinstantie controleert vervolgens aan de hand van KNMI-gegevens of de melding van de werkgever terecht is.