5.4. Inleiding
5.4 Loonkostensubsidie
Misschien is jouw werkgever toch nog bang dat iemand met een arbeidsbeperking onvoldoende presteert. Om deze koudwatervrees nog meer weg te nemen, is er de loonkostensubsidie voor werknemers met een arbeidsbeperking, die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. De productiviteit is daarbij bepalend, niet de beperking.
Op rendement.nl/salarisdossier vind je een infographic waarin alle ins en outs van de loonkostensubsidie in kaart worden gebracht.
5.4.1 Loonwaarde
gemeente
inclusief vakantiebijslag
Je betaalt elke werknemer het wettelijk minimumloon, of het door de cao bepaalde minimumloon. Voor werknemers van wie de loonwaarde bij een fulltime betrekking minder dan 100% van het loon is, kun je voor het verschil loonkostensubsidie aanvragen bij de gemeente.
Vergelijkbaar
De loonwaarde is de waarde in geld van de arbeid die een arbeidsbeperkte werknemer nog kan verrichten ten opzichte van een vergelijkbare werknemer zonder beperking. De werkgever kan de loonkostensubsidie ontvangen voor een werknemer die voldoet aan deze drie (cumulatieve) criteria:
- Hij heeft een ziekte of handicap.
- Hij ontvangt een uitkering in het kader van de Participatiewet.
- Hij valt onder de doelgroep van de banenafspraak.
5.4.2 Hoogte subsidie
maximum
De loonkostensubsidie is dus afhankelijk van de loonwaarde van de werknemer. Heeft jouw organisatie een werknemer in dienst met een loonwaarde van 60% van het minimumloon of neemt hij zo’n iemand in dienst? Dan kun je bij de gemeente de loonkostensubsidie aanvragen ter hoogte van 40% van het minimumloon. Hieraan is wel een maximum verbonden: de loonkostensubsidie bedraagt nooit meer dan 70% van het wettelijk minimumloon (inclusief vakantiebijslag). Voor het (eventuele) verschil tussen het wettelijk minimumloon en het cao-loon draait jouw werkgever zelf op.
Op de website samenvoordeklant.nl van de Programmaraad (samenwerkingsverband van UWV en de VNG) kun je berekenen hoeveel subsidie je voor een werknemer met een arbeidsbeperking kunt krijgen. In hoofdstuk 9 vind je enkele voorbeeldberekeningen.
Forfait
loonwaarde-bepaling
Gaat het om een werknemer uit de doelgroep van de Participatiewet die niet zelfstandig het minimumloon kan verdienen, dan mag je gedurende de eerste zes maanden doen alsof de loonwaarde van deze werknemer is vastgesteld op 50% van het wettelijk minimumloon. Je krijgt dus voor deze werknemer een loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon. Na zes maanden wordt de werkelijke loonwaarde op de werkplek bepaald. Vanaf die loonwaardebepaling krijgt de organisatie de loonkostensubsidie die in lijn is met de loonwaarde van de werknemer.
Gemeenten verstrekken de subsidie zolang de dienstbetrekking duurt en de werknemer aan de voorwaarden voldoet. De gemeente stelt de loonkostensubsidie en de vergoeding voor werkgeverslasten wel elk jaar per 1 januari ambtshalve opnieuw vast.
5.4.3 Vergoeding voor werkgeverslasten
gemiddelde
werkgeverslasten
Naast de daadwerkelijke loonkostensubsidie krijgt de werkgever ook nog een vergoeding voor de werkgeverslasten. Die vergoeding bedraagt 25% (2025) van het bedrag dat je aan loonkostensubsidie krijgt voor een werknemer. Dit percentage is gebaseerd op de gemiddelde werkgeverslasten in de verschillende bedrijfstakken. De werknemer valt onder de doelgroep van de banenafspraak en dus kun je voor hem naast de loonkostensubsidie ook een LKV krijgen. Het LKV komt boven op de subsidie en de vergoeding voor de werkgeverslasten. De werknemer moet dan wel in het doelgroepregister staan.
5.4.4 Totale vergoeding
referentiemaandloon
Een fulltime werknemer van 25 jaar voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de loonkostensubsidie. Hij ontvangt per 1 januari 2025 een referentiemaandloon van € 2.191,90 bruto. Je kunt voor deze werknemer maandelijks gebruikmaken van de volgende subsidies en kortingen:
- de forfaitaire loonkostensubsidie van 50%: € 1095,95;
- een vergoeding voor de werkgeverslasten van 25% van de loonkostensubsidie: € 273,98;
- loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden van € 2.000 per jaar: € 166,67.
In totaal kost deze werknemer jouw organisatie per maand dus geen € 2.191,90 maar € 655,30. De werkgeverslasten moeten uiteraard nog wel bij dit bedrag opgeteld worden.