5.1 Doelgroep banenafspraak
minimumloon
doelgroep-register
werkzoekende
Wajong
ziekte
Voordat we ingaan op de overheidsplannen, is het goed om te weten voor wie de extra banen uit de banenafspraak zijn bedoeld. De doelgroep banenafspraak bestaat uit:
- Mensen die onder de Participatiewet vallen en van wie UWV vaststelt dat zij niet zelfstandig 100% van het wettelijk minimumloon kunnen verdienen.
- Mensen met een WSW-indicatie (voormalige Wet sociale werkvoorziening).
- Schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) die zich hebben aangemeld bij UWV.
- Mensen die via de Praktijkroute in het doelgroepregister instromen.
- Mensen met een WIW-baan (voormalige Wet inschakeling werkzoekenden) of een ID-baan (voormalig Besluit in- en doorstroombanen).
- Mensen die tussen 10 september 2014 en 1 juli 2015 een Wajong-uitkering hebben aangevraagd en van wie de aan-vraag is afgewezen of mensen met een Wajong 2010 die kunnen werken.
- Mensen met een ziekte of handicap die is ontstaan voor hun achttiende verjaardag of tijdens hun studie die alleen het wettelijk minimumloon kunnen verdienen met een werkvoorziening (bijvoorbeeld vervoersvoorziening).
gemeente
De verantwoordelijkheid voor de Participatiewet ligt bij de gemeenten. Iedereen die bij het zoeken naar werk een beroep doet op de gemeente, valt onder de Participatiewet.
Alle personen die onder de banenafspraak vallen, staan in het doelgroepregister, dat door UWV wordt beheerd. Raadpleeg het doelgroepregister regelmatig, zodat je altijd de meest actuele informatie hebt.
5.1.1 Harmonisatie doelgroepen
LKV
loon-dispensatie
Om de banenafspraak en de bijbehorende quotumregeling eenvoudiger te maken, ligt bij de Eerste Kamer het voorstel voor de Wet Banenafspraak. Het kabinet stelt in deze wet onder meer voor het LKV banenafspraak en scholingsbelemmerden te verbeteren. Om dit te bereiken wil het kabinet de doelgroep van het LKV banenafspraak harmoniseren met de doelgroep van de banenafspraak. Op dit moment verschilt de doelgroep voor dit LKV nog van de doelgroep banenafspraak. Dat komt doordat er drie groepen zijn waarvoor dit LKV wél aangevraagd kan worden, maar die niet behoren tot de doelgroep banenafspraak. Voorgesteld wordt om de doelgroep uit te breiden met:
- Mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken bij een reguliere werkgever.
- Mensen in de WIA die als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn aangemerkt en werken met loondispensatie (zie hoofdstuk 6).
- Mensen in de WIA die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen en mensen in de WW met vergelijkbare kenmerken als mensen in de banenafspraak (wordt uitgewerkt in een apart wetsvoorstel).
5.1.2 Quotumregeling
verloonde uren
inlenen
De banenafspraak bevat een ‘quotumheffing’. Als de gezamenlijke doelstelling van 125.000 extra banen in 2026 niet wordt gehaald, komt er mogelijk een quotumheffing voor individuele werkgevers. Werkgevers met 40.575 verloonde uren of meer op jaarbasis moeten dan een bepaald aantal mensen met een arbeidsbeperking in dienst hebben of inlenen. Dit quotum wordt per individuele werkgever vastgesteld aan de hand van een quotumpercentage. Haalt de werkgever het quotum niet, dan kan hem een quotumheffing worden opgelegd.
belonen
De insteek daarvan is niet uitsluitend gericht op straffen, maar ook op belonen. Er komt namelijk een positief systeem dat werkt met een ‘inclusiviteitsopslag’ (een opslag op de hoge gedifferentieerde Aof-premie) voor werkgevers die het quotum niet halen en een bonus (een verhoging van het LKV banenafspraak voor werkgevers die dat wél doen).
Banenafspraakbonus
indicatief
De bonus bedraagt waarschijnlijk € 5.000 per gerealiseerde baan van gemiddeld 25,5 uur per week. Dit gebeurt door het bestaande LKV banenafspraak te verhogen met € 3,76 per verloond uur. Inclusief het LKV van € 1,01 per verloond uur bedraagt het LKV banenafspraak dan € 4,77 per verloond uur, met een maximum van € 9.500 per jaar. Deze bedragen staan overigens nog niet vast, maar zijn wel indicatief.
Door kleine werkgevers (met een loonsom tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar) voor uitgeleende werknemers en voor sommige werknemers uit de Wet sociale werkvoorziening zal geen inclusiviteitsopslag verschuldigd zijn.