2.4 Hulpmiddel
lastig te bepalen
Omdat het in de praktijk lastig kan zijn om te bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking, heeft de Belastingdienst hiervoor een hulpmiddel beschikbaar: goedgekeurde (model)overeenkomsten.
Zekerheid
systeem
model
voorleggen
Op grond van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is op 1 mei 2016 het systeem van goedgekeurde overeenkomsten ingegaan. Het systeem van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) heeft hiervoor plaatsgemaakt. Onder het huidige systeem heeft u twee – vrijwillige, niet verplichte! – mogelijkheden als hulpmiddel:
- Het gebruik van een modelovereenkomst, waardoor u zekerheid heeft dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en dus ook geen inhoudingsplicht voor de loonheffingen. Die zekerheid is er overigens alleen als in de praktijk ook volgens die overeenkomst wordt gewerkt.
- Het ter goedkeuring voorleggen van uw eigen overeenkomst met de opdrachtnemer aan de Belastingdienst, om vooraf zekerheid te krijgen rond het eventuele bestaan van dienstbetrekking en inhoudingsplicht.
Er zijn algemene modelovereenkomsten en modelovereenkomsten voor specifieke branches en beroepsgroepen beschikbaar. U vindt ze op de website belastingdienst.nl door te zoeken op ‘modelovereenkomsten’.
Vervanging
komen er niet
Het kabinet wil de Wet DBA vervangen omdat deze niet voldoende de beoogde zekerheid vooraf heeft waargemaakt. Het is nog onduidelijk wat het nieuwe systeem precies zal inhouden, maar het voorgestelde minimumtarief voor zelfstandigen en de zelfstandigenverklaring komen er in elk geval niet. Wel is er inmiddels een proef gestart met een webmodule waarmee opdrachtgevers door het beantwoorden van vragen een beoordeling van de arbeidsrelatie kunnen krijgen (zie paragraaf 13.1). Die beoordeling is nog slechts een indicatie waaraan u geen rechten kunt ontlenen.
Wet DBA niet gehandhaafd
Tot de beoogde invoering van het nieuwe systeem per 1 oktober 2021 wordt de Wet DBA niet gehandhaafd. Dat betekent dat de Belastingdienst wel controleert maar geen naheffingen en boetes oplegt als de praktijk afwijkt van een goedgekeurde (model)overeenkomst. Dit is alleen anders als het om kwaadwillenden gaat of om opdrachtgevers die de aanwijzingen van de fiscus rond hun werkwijze niet (tijdig) opvolgen.