U bent hier

2.2 Fictieve dienstbetrekking

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juni 2021

één van de drie ontbreekt

Een fictieve dienstbetrekking is een dienstbetrekking waarbij één van de drie elementen van een echte dienstbetrekking ontbreekt, maar die de wetgever voor de loonheffingen wel als een dienstbetrekking aanmerkt.

Regulier

in loonheffingen betrekken

uitvoerende bestuurders

De hierna genoemde voorbeelden van fictieve dienstbetrekkingen moet u regulier in de loonheffingen betrekken:

  • aannemers van werk en hun hulpen (zie hoofdstuk 4);
  • artiesten (zie hoofdstuk 12);
  • bestuurders van coöperaties met werknemerszelfbestuur (zie hoofdstuk 9);
  • gelijkgestelden (zie hoofdstuk 5);
  • leerlingen en stagiairs (zie hoofdstuk 6);
  • meewerkende kinderen (zie hoofdstuk 7);
  • uitvoerende bestuurders van bepaalde beursgenoteerde vennootschappen (zie hoofdstuk 9);
  • thuiswerkers en hun hulpen (zie hoofdstuk 11);
  • uitzendkrachten (zie hoofdstuk 3).

Voor commissarissen en voor niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen met een zogeheten one tier board is er sinds 2017 respectievelijk 2018 geen sprake meer van een fictieve dienstbetrekking (zie ook hoofdstuk 9).

Deel

alleen loonheffing en ZVW

Er zijn ook arbeidsrelaties die slechts voor een deel van de loonheffingen als fictieve dienstbetrekking gelden. Zo is er voor de hierna genoemde arbeidsrelaties sprake van een fictieve dienstbetrekking voor alleen de loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW):

  • aandeelhouders met een aanmerkelijk belang (en hun partners), tenzij zij in echte dienstbetrekking zijn (zie hoofdstuk 8);
  • meewerkende kinderen (zie hoofdstuk 7);
  • pseudowerknemers (zie hoofdstuk 10).