1.2 Symptomen van rouw
Er zijn verschillende symptomen te herkennen bij een werknemer die rouwt. Het kan gaan om lichamelijke, emotionele en cognitieve klachten en om veranderingen in gedrag.
1.2.1 Lichamelijke klachten
signaal
hoofdpijn
Het lichaam kan allerlei signalen afgeven als iemand aan het rouwen is, maar een werknemer herkent of erkent lichamelijke klachten niet altijd. Voorbeelden zijn gespannen spieren in de vorm van een stijve nek, vastzittende schouders, lage rugpijn, moeilijk op gang komen, zware benen, vermoeidheid en geen of minder eetlust, of zelfs een aversie tegen eten of geuren. Maar ook slaapproblemen (moeilijk in slaap komen, niet kunnen doorslapen, nachtmerries, angst voor de nacht, piekeren of vaak wakker worden), hoofdpijn, hevige transpiratie, droge mond, hartkloppingen, oppervlakkige ademhaling waardoor snel duizeligheid ontstaat, lusteloosheid, negatieve gedachten, eenzaamheid, depressieve gevoelens en maag- en darmklachten.
1.2.2 Emotionele klachten
boos
huilen
Werknemers die emotionele klachten ervaren, kunnen snel geïrriteerd raken en sneller boos worden. Dit kan lastig zijn voor hun collega’s. De andere werknemers en teamleden zijn misschien niet altijd op de hoogte en weten hier niet altijd mee om te gaan: op de werkvloer kan dit tot escalaties leiden. Bij rouw wisselen emoties namelijk sneller. Werknemers lachen zelden, hebben zelfkritiek en sombere en negatieve gedachten. Ze huilen sneller en vaker. De werknemer zelf ervaart dit vaak als vervelend. Het is een gevoel van zwakte en geen controle te hebben over emoties, wat weer angst kan uitlokken.
De werknemer kan zich onzeker, machteloos, rusteloos, schrikachtig, gespannen, onveilig, depressief en opgejaagd voelen door de nieuwe situatie, waarin hij zijn weg nog moet vinden.
1.2.3 Cognitieve klachten
piekeren
Cognitieve klachten hebben betrekking op het denken, handelen en doen van de werknemer. Zo kan de werknemer verstrooid zijn, van de hak op de tak springen, ongeïnteresseerd zijn, vaak iets vergeten, concentratieproblemen hebben, besluiteloos zijn, geen focus hebben, uitstelgedrag tonen, piekeren, prioriteiten verwarren en overdreven waakzaam zijn.
1.2.4 Veranderingen in gedrag
onzorgvuldig
Ten slotte kunt u bij een rouwende werknemer ook veranderingen in het gedrag opmerken. Iemand drinkt bijvoorbeeld opeens veel koffie, rookt veel of begint fanatiek te sporten. Of hij is vaak in gedachten, ontvlucht gezelschap, komt te laat of meldt zich regelmatig ziek. De werknemer kan kalmeringsmiddelen gebruiken of andere medicijnen. Ook kan hij onzorgvuldig zijn, of heeft hij herhaaldelijk (bijna) ongelukjes. Hij maakt overuren, kan zich niet ontspannen, wil steeds rusten, reageert onvriendelijk of heeft een kort lontje.
Observeren
gedrag
Voor u als arboadviseur is het van belang het gedrag van de werknemer te observeren. De nadruk ligt hier ook echt op het observeren. Bij een waarneming liggen aannames en eigen invulling vaak op de loer. Bij een observatie gaat het niet om eigen ervaringen en herinneringen, maar kijkt u naar het gedrag van de werknemer. U kunt namelijk niet weten wat de werknemer voelt en ervaart, aangezien rouwverwerking geen vast protocol volgt.
Er staat geen tijd voor rouw
tijdsduur
Probeer niet om een bepaalde tijdsduur te koppelen aan rouw. Behalve het feit dat iedere werknemer een eigen tempo en ritme volgt, is het namelijk van belang dat een werknemer hierin zelf de regie kan en mag nemen, eventueel met extra ondersteuning en begeleiding. De werknemer kan de buitenwereld en het werk ervaren als te snel of gejaagd. Het eigen ritme en tempo is vaak lager en langzamer tijdens een rouwproces. Dit komt doordat het lichaam extra energie in het rouwen steekt.