8.6 Bedrijfshulpverlening bij lagere werkbezetting

Volgens artikel 3 van de Arbowet geldt de verplichting om één of meer bedrijfshulpverleners (bhv’ers) aan te stellen. Eén is in de praktijk in feite te weinig, want dan is er geen back-up als deze bhv’er thuiswerkt, vrij heeft of ziek is, of als er dus meer flexplekken in de organisatie komen. Er moet een goede planning zijn voor de aanwezigheid van bhv’ers. Hiervoor kan een aanwezigheidsrooster uitkomst bieden.

Bhv-regeling

Is de inrichting van de werkplekken veranderd vanwege de komst van flexplekken of het werken op een nieuwe locatie, dan moet de werkgever de bhv-regeling en het bhv-noodplan aanpassen aan de nieuwe situatie. In de bhv-regeling van je organisatie moet onder meer staan:

• het aantal bhv’ers in de organisatie;
• welke opleidingen de bhv’ers moeten volgen;
• of bhv’ers specifieke taken krijgen, zoals brandbestrijding, EHBO of ontruiming (zo ja, dan moeten zij hiervoor worden opgeleid);
• hoe de organisatie de planning van bhv’ers regelt;
• over welke veiligheidsvoorzieningen de organisatie beschikt, zoals brandblussers of een sprinklerinstallatie;
• hoe de veiligheidsinstructie voor de werknemers is geregeld;
• hoe vaak de organisatie een ontruimingsoefening houdt.

evacuatie

Daarnaast moet de organisatie beschikken over een duidelijk bhv-plan. Dit is in feite het draaiboek waarin staat wat bhv’ers in een noodsituatie moeten doen. Welke procedures moeten zij volgen, hoe alarmeren ze hulpdiensten, hoe verloopt een evacuatie? Het is van belang dat alle bhv’ers weten wat het bhv-plan inhoudt en dat dit makkelijk te vinden is in de organisatie.

Arbocatalogus

Vergeet niet om in de arbocatalogi te kijken of daarin bepalingen staan die betrekking hebben op de bhv in je organisatie.