3.7 Inbreuk op het auteursrecht
zonder toestemming
plagiaat
Er is sprake van inbreuk op het auteursrecht als derden uw werk openbaar maken of verveelvoudigen zonder uw toestemming, en zonder dat er sprake is van een hiervoor genoemde wettelijke beperking. Het hoeft hierbij niet altijd te gaan om een een-op-eenkopie (in de volksmond ook wel plagiaat genoemd). Het kan soms ook een variant of bewerking zijn van een werk. Er moet in ieder geval ontleend zijn aan het originele werk. Kortom, als iets te veel op het originele werk lijkt, is er sprake van auteursrechtinbreuk.
3.7.1 Totaalindrukkencriterium
botsende werken
De rechtspraak is iets genuanceerder. Om te beoordelen of er sprake is van inbreuk vergelijken rechters regelmatig botsende werken op hun totaalindruk: als deze hetzelfde is, dan wordt er snel inbreuk aangenomen. Dit heet ook wel het totaalindrukkencriterium. Over het algemeen wordt gedacht dat dit criterium zich het beste leent voor werken van toegepaste kunst, zoals meubels, maar minder geschikt is voor andere werken, zoals boeken of schilderijen. Dit criterium vormt dus niet per definitie een goede toetsingsmaatstaf.
3.7.2 Ontleend aan het originele werk
Van inbreuk kan pas sprake zijn als u het inbreukmakende werk ontleend heeft aan de auteursrechtelijk beschermde trekken van het oorspronkelijke werk. Dit betekent dat de overgenomen kenmerken van het oorspronkelijke werk voldoende origineel moeten zijn om beschermd te worden door het auteursrecht. Als er alleen niet-beschermde trekken worden overgenomen, zoals simpele wieltjes van een design bureaustoel of de kleur groen en rood voor een appel in een stilleven, levert die ontlening geen inbreuk op.
3.7.3 Bewijslast
verweerder
In beginsel moet de rechthebbende van het originele werk de ontlening door de vermoedelijke inbreukmaker bewijzen. Uit het Barbiepop-arrest in 1992 volgt dat, als er sprake is van een opvallende overeenstemming, de bewijslast wordt omgekeerd. In dat geval moet de verweerder aantonen dat, ondanks de gelijkenissen, niet aan het originele werk is ontleend. Logischerwijs kan een ouder werk nooit ontleend zijn aan een jonger werk.
Misdrijf
Als er sprake is van inbreuk, kunt u (eventueel samen met andere rechthebbenden) op grond van artikel 26 Aw het recht handhaven. Dat kan strafrechtelijk of civielrechtelijk. Op grond van artikel 31 Aw en verder is het plegen van auteursrechtinbreuk een misdrijf. Hiervan kan aangifte gedaan worden. Omdat het doorgaans praktischer en lucratiever is om civielrechtelijk op te treden tegen de inbreukmaker, zal niet ingegaan worden op de strafrechtelijke weg.
Handhavingsbepalingen
schade- vergoeding
vernietiging
De Auteurswet bevat zelfstandige handhavingsbepalingen, zoals:
- het recht op schadevergoeding (artikel 27 Aw);
- winstafdracht (artikel 27a Aw);
- het recht van opeising van het inbreukmakende werk of onttrekking daarvan aan het verkeer of vernietiging daarvan op kosten van de inbreukmaker (artikel 28 lid 1 Aw);
- het recht om de inbreukmaker te bevelen informatie over de herkomst en distributiekanalen van de inbreukmakende goederen of diensten te verstrekken.
beslagrecht
Het gewone beslagrecht wordt met deze extra bevoegdheden uit de Auteurswet aangevuld.
3.7.4 Onrechtmatige daad
gederfde winst
aansprakelijkheid
Daarnaast is auteursrechtinbreuk ook onrechtmatig, oftewel een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. Ook op deze voet kunt u staking, een verbod en schadevergoeding vorderen. Het recht op schadevergoeding naast winstafdracht (artikel 27 en 27a Aw) wordt door de Hoge Raad zo uitgelegd, dat slechts het hoogste bedrag van de twee kan worden toegewezen voor zover de schade ook bestaat uit gederfde winst. Als er sprake is van illegaal downloaden, kan de houder van de betreffende internetaansluiting zich niet aan zijn aansprakelijkheid onttrekken met enkel de mededeling dat er ook andere gebruikers zijn van zijn aansluiting, zo blijkt uit het Lübbe/Strotzer-arrest van het HvJ uit 2018.
Bescherm uw werk met sterke(re) rechten
origineel
bewijs
Het auteursrecht wordt beschouwd als het zwakste IE-recht. Dit vanwege de vele wettelijke beperkingen op het recht en de grote mate van onzekerheid of het werk wel voldoende origineel is om beschermd te worden. Zo blijft er dus altijd discussie mogelijk over wie de rechthebbende is en wanneer het werk is gemaakt. En zo zijn er ook tal van bewijsproblemen die hierbij komen kijken. Er is immers geen register waaruit geldige auteursrechten en hun rechthebbenden blijken. Het is dan ook aan te bevelen om, waar dat mogelijk is, IE te beschermen met sterkere rechten zoals octrooirechten en merkrechten.