3.2 De bijtellingsgrondslag
cataloguswaarde
carkit
Het bedrag aan bijtelling dat u bij de werknemer belast, is een vast percentage van de bijtellingsgrondslag. Deze bijtellingsgrondslag wordt ontleend aan de cataloguswaarde van de auto inclusief BTW en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). Afleveringskosten en dealeropties die later worden gemonteerd behoren niet tot de cataloguswaarde en dus niet tot de bijtellingsgrondslag. Een carkit kunt u onbelast laten inbouwen in een auto van de zaak. Tot de bijtellingsgrondslag behoren dus wel de kosten voor buitengewone beveiligingsmaatregelen, zoals deurbepantsering, doorrijbanden en kogelvrij glas.
3.2.1 Cataloguswaarde
RDW
De cataloguswaarde van de auto van de zaak is de prijs die wordt vermeld in de officiële prijslijsten van het jaar waarin de auto voor het eerst is geleverd. En dat is inclusief BTW en BPM. Dit is dus de prijs op het moment waarop de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) een kenteken deel I afgeeft. Als zich tussen het moment van bestellen en leveren een prijswijziging heeft voorgedaan, geldt de waarde op het moment van levering.
Geïmporteerd
datum van toekenning
U gebruikt altijd de Nederlandse cataloguswaarde, ook als u de auto in het buitenland heeft gekocht en daar een lagere waarde geldt. Voor een geïmporteerde gebruikte auto gaat u uit van de Nederlandse catalogusprijs op de datum van toekenning van het kenteken in het buitenland. De cataloguswaarde van auto’s met een eerste registratie vanaf 1 januari 2005 vindt u terug op rdw.nl. Voor oudere auto’s kunt u terecht bij de importeur of dealer, BOVAG of ANWB.
Accessoires
kenteken
Accessoires die door de fabriek, dealer of importeur in de auto zijn aangebracht vóór de datum waarop het kenteken is toegekend, behoren tot de cataloguswaarde als het kenteken vóór 1 juli 2006 is toegekend. Vond de toekenning van het kenteken op of na 1 juli 2006 plaats, dan tellen alleen accessoires mee die zijn aangebracht vóór de datum van toekenning van het kenteken. Andere accessoires maken geen deel uit van de cataloguswaarde.
3.2.2 Dagwaarde
kostprijs
Voor auto’s van 15 jaar en ouder – de zogenoemde youngtimers en de oldtimers – geldt als bijtellingsgrondslag niet de (oorspronkelijke) cataloguswaarde van de auto, maar de waarde in het economisch verkeer, oftewel de dagwaarde.
De dagwaarde bepaalt u aan de hand van de kostprijs, de restauratiekosten en de verzekerde waarde of veilingprijzen. Het hanteren van de dagwaarde pakt meestal gunstig uit, maar kan een nadeel zijn bij auto’s die met de jaren juist in waarde toenemen.