9.3 Ouderenkortingen
vanaf eerste loonbetaling
aparte kolommen
Werknemers die uiterlijk op 31 december van het betreffende kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd hebben, hebben recht op de ouderenkorting voor dat jaar. In principe past de Sociale Verzekeringsbank (SVB) deze korting – als onderdeel van de loonheffingskorting – toe op de AOW-uitkering, maar de werknemer kan ervoor kiezen deze korting – dus de loonheffingskorting in z’n geheel – bij uw organisatie te laten toepassen. De ouderenkorting is verwerkt in de witte en groene loonbelasting(tijdvak)tabellen, en mag worden toegepast vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt.
De ouderenkorting bedraagt in 2024 maximaal € 2.010, en is afhankelijk van het verzamelinkomen van de werknemer:
- tot € 44.771 is de korting € 2.010;
- van € 44.771 tot € 58.170 is de korting € 2.010 min 15% van (het verzamelinkomen min € 44.770);
- vanaf € 58.170 is de korting € 0.
Per 2025 is deze korting waarschijnlijk maximaal € 2.035.
Het verzamelinkomen van de werknemer is het totaal van zijn inkomsten en aftrekposten in de boxen 1, 2 en 3 (zonder eventuele verrekenbare verliezen over vorige jaren).
Alleenstaande
deel van of gehele jaar
uitkering voor gehuwden
Werknemers hebben recht op de alleenstaande-ouderenkorting als zij een deel van of het gehele jaar een AOW-uitkering voor een alleenstaande krijgen of daar recht op hebben, of als zij in het kalenderjaar geen of een gedeeltelijke AOW-uitkering voor een alleenstaande krijgen omdat zij vóór de AOW-leeftijd in het buitenland woonden of geen (volledig) recht op een AOW-uitkering hebben opgebouwd omdat zij erkend gemoedsbezwaard zijn. Werknemers kunnen ook recht hebben op deze korting als zij een AOW-uitkering voor gehuwden krijgen, maar niet meer samenwonen omdat de partner bijvoorbeeld in een verzorgingshuis woont.
expliciet kenbaar maken
op de loonstaat
Sinds 2024 kunt u als inhoudingsplichtige ook de alleenstaande-ouderenkorting toepassen, als de werknemer de loonheffingskorting bij uw organisatie laat toepassen. Dit is niet langer voorbehouden aan de SVB. De werknemer moet deze keuze expliciet schriftelijk kenbaar maken, bijvoorbeeld via het ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen’. De alleenstaande-ouderenkorting is verwerkt in de witte en groene loonbelasting(tijdvak)tabellen, via aparte kolommen voor werknemers vanaf de AOW-leeftijd (‘inclusief alleenstaande-ouderenkorting’). Toepassing ervan is toegestaan vanaf de eerste loonbetaling vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Het kortingsbedrag is € 524 in 2024 (per 2025 waarschijnlijk € 531). Op de loonstaat van de werknemer geeft u in de rubriek ‘Gegevens voor tabeltoepassing’ apart aan of u de alleenstaande-ouderenkorting toepast bij de loonheffing.