6. Inkomen uit woning
Voor de inkomstenbelasting (IB) wordt de eigen woning geacht box 1-inkomsten op te leveren: het zogeheten eigenwoningforfait. Dit forfait moeten de werknemers in hun IB-aangifte opgeven, zodat er belasting over wordt berekend. Tegenover het bedrag dat bij het inkomen moet worden opgeteld, levert de eigen woning ook specifieke aftrekposten op die juist het inkomen en dus de verschuldigde belasting verlagen.
eigenaar
Een woning geldt als ‘eigen woning’ van de werknemer als aan twee voorwaarden wordt voldaan:
- De werknemer, zijn fiscale partner, of beiden zijn eigenaar van de woning.
- De woning is het hoofdverblijf van de werknemer, oftewel de plek waar hij dagelijks woont.
De werknemer kan slechts één woning als hoofdverblijf hebben. Heeft zijn fiscale partner ook een woning, dan moeten zij kiezen welke woning geldt als hoofdverblijf, met alle fiscale gevolgen van dien. De andere woning hoort dan in de IB-aangifte thuis in box 3.
huurwoning
kan bij de woning horen
Een eigen woning kan bijvoorbeeld ook een woonboot met een vaste ligplaats zijn, een woonwagen met een vaste standplaats of een woning waarvan de werknemer of zijn fiscale partner het recht van erfpacht voor de grond of het recht van opstal heeft. Maar een huurwoning, een tweede woning – zoals een vakantiewoning of een woning die de werknemer verhuurt – of een woning die tot het ondernemers- of resultaatvermogen behoort, kan niet als eigen woning kwalificeren. Verder kan een schuur, garage of land ook bij de eigen woning van werknemers horen.