7. Aftrekposten IB
Niet alleen kunnen bepaalde inkomsten buiten beschouwing blijven voor de inkomstenbelasting. Er zijn er ook bepaalde kostenposten die werknemers in aftrek mogen brengen, en daardoor over een lager belastbaar inkomen belasting hoeven te betalen. Zulke aftrekposten hebben vaak met de persoonlijke situatie van de werknemer te maken en gaan uiteraard met de nodige voorwaarden gepaard.
onder voorwaarden
De aftrekposten waarvan werknemers onder voorwaarden gebruik kunnen maken in de inkomstenbelasting (IB) zijn de hypotheekrenteaftrek, persoonsgebonden aftrek, reisaftrek en lijfrentepremies. De hypotheekrenteaftrek is in paragraaf 6.2 al aan bod gekomen. De andere aftrekmogelijkheden komen in dit hoofdstuk aan bod.
Verdelen
fiscaal partnerschap
verdeling naar wens
Als er het hele jaar sprake is van fiscaal partnerschap, mogen de werknemer en zijn fiscale partner niet alleen bepaalde inkomsten maar ook bepaalde aftrekposten onderling verdelen in hun IB-aangiftes. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de persoonsgebonden aftrek en een eventueel restant hiervan uit vorige jaren (zie paragraaf 7.1). Aftrekposten die de fiscale partners niet mogen verdelen, zijn bijvoorbeeld de reisaftrek openbaar vervoer (zie paragraaf 7.2) en een negatieve persoonsgebonden aftrek.
totdat onherroepelijk
De verdeling mag naar wens gebeuren, zolang het totaal maar op 100% uitkomt. Om het grootste belastingvoordeel te behalen, kan bijvoorbeeld de fiscale partner met het hoogste inkomen de kosten aftrekken of kan er misschien voor worden gezorgd dat één van de twee onder de aanslaggrens van € 56 blijft (zie ook paragraaf 2.2). De verdeling kan worden aangepast totdat de aanslag IB van de fiscale partners onherroepelijk vaststaat. Aanpassing is mogelijk door opnieuw IB-aangifte te doen, met de gewenste (nieuwe) verdeling. De aanslag IB staat zes weken na de dagtekening onherroepelijk vast (als er geen bezwaar tegen wordt gemaakt).