U bent hier

9.2 Vennootschapsbelasting/inkomstenbelasting

Laatst gewijzigd: mei 2021

Er bestaat een belangrijke overeenkomst tussen sponsoring en vennootschaps- of inkomstenbelasting. Sponsors die hun onderneming drijven in de vorm van een bv of een nv hebben te maken met het regime van de vennootschapsbelasting.

Verenigingen en stichtingen

Dat kan ook gelden voor verenigingen en stichtingen die in de vennootschapsbelastingheffing betrokken worden ‘indien en voor zover zij een onderneming drijven of in concurrentie treden met ondernemingen die belastingplichtig zijn.’ Dit laatste blijft echter verder in deze paragraaf buiten beschouwing.

De eenmanszaak of vof als sponsor

regime

Sponsors die bijvoorbeeld werken in een eenmanszaak of een vof hebben te maken met het regime van de inkomstenbelasting. Voor beide soorten belastingen geldt dat zakelijk gemaakte kosten onder bepaalde voorwaarden van de omzet afgetrokken mogen worden ter bepaling van de belastbare winst.

9.2.1 Aftrekbaarheid van zakelijke kosten

grenzen

controlefunctie

Kosten die worden gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van een onderneming, zijn aftrekbaar. Het gaat daarbij om de kosten die binnen redelijke grenzen nodig zijn voor de uitoefening van de onderneming en andere kosten die rechtstreeks op de onderneming betrekking hebben, zoals onderhoud en rente. Alle andere kosten zijn niet aftrekbaar. Ondernemers bepalen in principe zelf welke en hoeveel kosten zij voor de onderneming moeten maken. Normaal gesproken bemoeit de Belastingdienst zich daar niet mee. Hij voert natuurlijk wel zijn controlefunctie uit: als het voor de fiscus duidelijk is dat de kosten volledig zijn gemaakt met een zakelijk motief, dan accepteren de inspecteurs deze als aftrekpost.

Ingrijpen

splitsing

De fiscus zal echter ingrijpen als de kosten in verhouding tot de zakelijke belangen zeer hoog zijn. De Belastingdienst toetst dan of er tussen die twee nog wel een redelijke verhouding is. Men kan oordelen dat bepaalde kosten naast een zakelijk karakter ook een persoonlijk karakter hebben (gemengde kosten), bijvoorbeeld doordat de ondernemer of een ander er als privépersoon profijt van heeft. Van deze kosten is uitsluitend het zakelijke deel aftrekbaar, behalve als het persoonlijke karakter van die kosten zodanig overheerst dat die kosten in het geheel niet aftrekbaar zijn. U kunt zich voorstellen dat deze splitsing tussen het zakelijke en het privébelang in het kader van sponsoring nog wel eens voor problemen kan zorgen.

9.2.2 Aftrekbaarheid van sponsorkosten

De vraag is nu of uw sponsors de aan de sponsoring verbonden kosten, met het oog op de vennootschaps- en inkomstenbelasting, in mindering op de winst kunnen brengen. Die aftrekbaarheid is onder meer afhankelijk van de aard van uw tegenprestaties.

giften

Verder is dus van belang dat de kosten worden aangemerkt als uitgaven die een ondernemer doet op zakelijke gronden. Giften vallen daar bijvoorbeeld niet onder. Daarvoor geldt een aparte fiscale regeling, die in de volgende paragraaf zal worden besproken. Normaal gesproken zijn sponsorkosten aftrekbaar voor uw sponsors. De Belastingdienst zal de sponsorkosten vaak grotendeels of geheel als reclamekosten aanmerken.

Niet normaal

Maar ook hier brengt de (veelzijdige) aard van sponsoring weer met zich mee dat veel situaties niet ‘normaal’ zijn. De leden van uw sponsorcommissie die communiceren met (potentiële) sponsors moeten weten hoe de Belastingdienst en rechtsprekende instanties nu redeneren. Als professionele partner kunt u de sponsors zo waarschuwen voor de valkuilen.

Criteria

uitspraak

Belastinginspecteurs grijpen de laatste jaren steeds vaker in. Zij geven dan aan dat de kosten voor sponsoring slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal niet aftrekbaar zijn. De criteria die de inspecteur hierbij gebruikt, krijgen de laatste jaren steeds meer vorm als gevolg van rechterlijke uitspraken. Neem de uitspraak van het hof in Den Bosch: de kosten voor het sponsoren van een springpaard (€ 15.000) waren volgens de rechter volledig aftrekbaar omdat deze kosten niet ‘excessief’ waren met het oog op de omzet (€ 500.000), de bruto winst (€ 200.000) en een belastbare winst van € 45.000.

9.2.3 Reclamekosten

naamsbekendheid

Zijn de uitgaven aan te merken als reclamekosten, dan kunnen deze voor 100% worden afgetrokken. Onder reclamekosten worden dan de kosten verstaan die zijn gericht op het vergroten of onderhouden van de algemene naamsbekendheid met een onpersoonlijk karakter. De kosten voor het meenemen van een goede relatie naar een tenniswedstrijd zullen daarom nooit als reclamekosten worden aangemerkt.

Beoordeling

Bij de beoordeling of kosten al dan niet reclamekosten zijn, wordt weer gekeken naar het doel van de ondernemer. Kosten voor sponsoring die niet op te vatten zijn als reclamekosten, kunnen ook vallen onder de aftrekpost ‘representatiekosten’ of onder de noemer ‘personeelskosten’. De sponsor kan een tegenprestatie, zoals vrijkaartjes voor sportwedstrijden, ten goede laten komen aan relaties (‘representatiekosten’).

Representatiekosten

drempel

Vallen de vrijkaartjes onder representatiekosten, dan heeft een ondernemer twee opties:

  • Hij trekt deze kosten voor 100% af voor zover zij boven de drempel van € 4.500 uitkomen.
  • Hij trekt 80% van alle representatiekosten af.

Voorwaarden en uitzonderingen

dynamisch

Er gelden wel enkele voorwaarden en uitzonderingen. Het beleid van de Belastingdienst over de aftrekbaarheid van (gemengde) kosten is nogal ‘dynamisch’. Controleer daarom altijd of de hierboven genoemde regelingen, percentages en bedragen nog kloppen, bijvoorbeeld door contact op te nemen met de fiscus zelf.

9.2.4 Aftrekbaarheid van giften

vrijgevigheid

Een gift is een ‘bevoordeling uit vrijgevigheid’. Zij dient het zakelijke belang in principe niet en een echte gift van een bedrijf aan u wordt dan ook niet aangemerkt als ‘bedrijfskosten’.

Maar soms is het niet eenvoudig om aan te geven wat nog een echte gift is en waar dus exact het verschil ligt tussen giften en overige kosten.

Bedrijfsbelang

goodwill

Giften kunnen tot de bedrijfskosten worden gerekend als zij een direct bedrijfsbelang van de onderneming beogen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • giften die gelijk zijn te stellen met reclame (ook als de uitgave de strekking heeft om de goodwill van de onderneming in stand te houden);
  • giften waaraan het bedrijf zich redelijkerwijs niet heeft kunnen onttrekken;
  • giften die plaatsvinden omdat het bedrijf bij het begiftigde doel belang heeft.

Is een gift van een bedrijf echt een gift, dan valt deze onder een apart fiscaal regime voor wat betreft de aftrekbaarheid hiervan.

Goed verhaal aan de fiscus overleggen

Voor veel ondernemers zal de lol van sponsoring er snel af zijn als achteraf blijkt dat de kosten fiscaal niet aftrekbaar zijn. Als de fiscus de jacht echt opent, moeten u en uw sponsors zich nog meer inspannen om de waarde van prestaties en tegenprestaties aan te tonen en op elkaar af te stemmen. Goede sponsoring is goud waard voor een bedrijf, maar het moet wel kunnen worden uitgelegd aan belanghebbenden, het liefst met harde cijfers.

ANBI

successierecht

Is uw non-profitorganisatie erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)? Dit betekent dat u bijvoorbeeld geen successierecht of schenkingsrecht hoeft te betalen over ontvangen erfenissen en schenkingen. Donateurs – organisaties vallen hier ook onder – mogen giften fiscaal aftrekken, als deze hoger dan € 60 en lager dan 10% van de nettowinst zijn.

Geen ANBI

winst

Kunt u volgens de regels geen Algemeen Nut Beogende Instelling worden? U bent de enige niet, want bijvoorbeeld sportverenigingen en personeelsverenigingen kunnen ook geen ANBI’s zijn. Het gevolg hiervan is dat uw gulle gevers uit het bedrijfsleven hun giften aan u in het geheel niet meer kunnen aftrekken van hun fiscale winst. Dat maakt u niet tot erg aantrekkelijk sponsordoel.

Sponsorgelden

Het kan dus gebeuren dat organisaties u als niet-ANBI-instelling niet willen ondersteunen, omdat u te duur bent. Daarom is het gunstig om een sponsorrelatie aan te gaan. In plaats van giften ontvangt u dan sponsorgelden. Er is dan geen sprake van ‘bevoordeling uit vrijgevigheid’, maar van een gelijkwaardige relatie met prestaties en tegenprestaties.