U bent hier

9.1 BTW

Laatst gewijzigd: mei 2021

toeleverancier

Sinds 1969 wordt in Nederland ‘Belasting over de Toegevoegde Waarde’ (BTW) geheven. De BTW is een verbruiksbelasting en heeft als doel het verbruik (de consumptie) van goederen en diensten door consumenten te belasten. De belasting wordt geheven van de toeleverancier van de consument: de ondernemer. Die berekent de door hem af te dragen BTW weer door aan zijn afnemers. Is dat een consument, dan is de BTW voor hem een kostprijsverhogende factor.

Is de afnemer een andere ondernemer, dan mag die de aan hem in rekening gebrachte BTW als zogenoemde ‘voorbelasting’, aftrekken van de verschuldigde BTW. Zo wordt bereikt dat goederen en diensten in principe ‘BTW-schoon’ door de ondernemersketen gaan.

9.1.1 Stichting als ondernemer

omzetbelasting

De ‘ondernemer’ is dus belastingplichtig. Maar wie zijn er allemaal ondernemer in het kader van de BTW? Stichtingen en verenigingen kunnen ook BTW-ondernemer zijn. De Wet op de omzetbelasting (hierna ‘de wet’) definieert de ondernemer als: ‘Ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.’

Het streven naar of behalen van winst is voor het BTW-ondernemerschap niet van belang. In feite is doorslaggevend of iemand met een zekere regelmaat leveringen of diensten tegen betaling verricht. Ook verenigingen die contributies innen en prestaties verrichten in ruil voor sponsorgeld, zijn in principe ondernemer in de zin van de BTW.

Goederen

Leveringen van goederen en diensten die in Nederland door een ondernemer worden verricht, behoren tot de belastbare feiten voor de BTW.

Onder het begrip ‘goederen’ worden alle lichamelijke zaken verstaan, dat wil zeggen alle zaken die voor menselijke beheersing vatbaar zijn. Dit geldt dus voor een auto, een computer, maar ook voor een perceel grond.

Twijfelgevallen

expliciet

De wet heeft bovendien een aantal zaken waarover twijfel zou kunnen bestaan expliciet als ‘goed’ aangemerkt, zoals gas, elektriciteit, koude of warmte. Een advies of een recht is echter geen ‘goed’ en kan dus niet geleverd worden. Dergelijke prestaties zijn diensten in de zin van de BTW.

Totale bedrag

vergoeding

De BTW wordt berekend over de vergoeding. Dat is het totale bedrag dat tegenover de prestatie staat of – als er geen bedrag is – de totale waarde die voor de betreffende levering of dienst wordt verkregen. En tussen de verrichte prestatie en de ontvangen geldsom of waarde moet een rechtstreeks verband bestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de groenteboer die € 15 ontvangt voor de levering van een kilo appels.

Sponsordeal aanbieden zonder BTW

belastinginspecteur

fiscus

Het is raadzaam uw sponsorpakketten altijd ‘exclusief BTW’ aan te bieden. Vermeld dit ook expliciet als u een bedrag als tegenprestatie voor uw prestaties vraagt. Houdt u geen rekening met de BTW-heffing, dan kan dit een verlaging van 21% van het sponsorbedrag betekenen. De Belastingdienst kan daarnaast ook nog een boete en rente in rekening brengen. Overleg eventueel vooraf al met de belastinginspecteur over hoe de afdracht moet worden verzorgd. Sluit u een sponsordeal met een bank of verzekeraar? Let dan helemaal goed op, want financiële dienstverleners kunnen de betaalde BTW niet terugvorderen van de fiscus.

9.1.2 Drie tarieven

De wet kent drie BTW-tarieven. In de eerste plaats kennen we een algemeen tarief, dat sinds 1 januari 2012 21% bedraagt. Dit tarief geldt voor alle prestaties die niet onder een van de beide andere tarieven vallen. Het verlaagde tarief van 6% geldt voor een beperkt aantal leveringen en diensten, zoals de meeste voedingsmiddelen, geneesmiddelen en boeken, maar ook het verlenen van toegang tot evenementen.

Nultarief

verrichten

Het tarief van 0% heeft onder meer betrekking op exportleveringen. Dat nultarief is overigens wat anders dan een vrijstelling, die de wet ook kent. Een vrijstelling houdt niet alleen in dat geen BTW verschuldigd is over de betreffende prestatie, maar ook dat de verrichter van een vrijgestelde prestatie de aan hem in rekening gebrachte belasting niet in aftrek kan brengen. Bij toepassing van een nultarief is aftrek wel mogelijk.

Recht op aftrek

factuur

Het recht op aftrek ontstaat zodra de belasting aan de ondernemer in rekening is gebracht. Om zijn recht op aftrek te kunnen aantonen, moet de ondernemer in principe een correcte factuur kunnen overleggen.

Eisen factuur

KvK-nummer

De belangrijkste eisen voor een factuur zijn:

  • de factuur moet genummerd en gedagtekend zijn;
  • de naam van leverancier en afnemer moeten vermeld zijn;
  • het volledige adres van leverancier en afnemer moeten vermeld zijn;
  • het BTW-nummer en het KvK-nummer moeten vermeld zijn;
  • een opeenvolgend nummer;
  • de aard van de geleverde goederen of diensten;
  • de hoeveelheid van de goederen of de omvang van de diensten, die u heeft geleverd;
  • de datum waarop de goederen of diensten zijn geleverd, of de datum van de vooruitbetaling;
  • de vergoeding (de prijs exclusief BTW) moet vermeld zijn;
  • het verschuldigde BTW-bedrag moet opgenomen zijn;
  • het BTW-tarief.

Boekhouding

Verder moet de boekhouding op zodanig duidelijke en overzichtelijke manier worden gevoerd dat de inspecteur aan de hand daarvan kan vaststellen of de ondernemer op een correcte manier BTW heeft afgedragen. Gegevens hierover moeten in elk geval tien jaar bewaard worden.

9.1.3 Vrijstellingen

activiteiten

In de wet zijn diverse bepalingen opgenomen rondom vrijstellingen in het kader van de BTW. De activiteiten van non-profitorganisaties vallen in veel gevallen onder de van BTW vrijgestelde prestaties.

Nevenactiviteiten

Uw nevenactiviteiten die worden verricht ter verkrijging van financiële steun, zijn vrijgesteld als: ‘de ontvangsten ter zake van leveringen niet meer bedragen dan € 68.067 per jaar en ter zake van diensten niet meer dan € 22.689 per jaar.‘ Voor sportorganisaties in de zin van artikel 11-1-e van de wet geldt echter een drempel van € 50.000 voor diensten.

Het is alles of niets bij fondsenwerving

grensbedrag

De drempelbedragen voor vrijstelling van nevenactiviteiten zijn ‘alles-of-nietsbedragen’. De sportvereniging die voor meer dan € 68.067 per jaar goederen levert in het kader van de fondswerving, is over het gehele ontvangen bedrag BTW verschuldigd, dus niet pas vanaf het grensbedrag. Wel gelden de grensbedragen per categorie afzonderlijk. Als u bijvoorbeeld voor meer dan €  68.067 goederen levert, maar de opbrengsten uit de diensten overtreffen de € 22.689 niet, dan is alleen de levering van goederen belast. De diensten blijven vrijgesteld.

9.1.4 Sponsoring en BTW

BTW wordt dus berekend over de vergoeding, over alles wat de ondernemer als tegenprestatie voor zijn levering van goederen of diensten ontvangt. Niet alleen vergoedingen in geld worden in de heffing betrokken, maar ook tegenprestaties in natura.

Voorwaarden

leden

Bij sponsoring is er sprake van zo’n tegenprestatie of vergoeding. Bovendien is er een rechtstreeks verband tussen de vergoeding en de levering(en) of dienst(en). Aan het verkrijgen van een sponsorbijdrage is namelijk de voorwaarde verbonden dat u tegenprestaties levert, bijvoorbeeld de plaatsing van het bedrijfslogo op uw clubkleding of het plaatsen van een advertentie in uw nieuwsbrief voor de leden.

Reclame

nevenactiviteit

Het woord ‘sponsoring’ komt in de BTW-wet niet voor, maar voor de BTW gelden uw tegenprestaties meestal als ‘reclame’, die wel in de wet staat. Reclame kan als ‘nevenactiviteit’ onder de in de vorige paragraaf genoemde vrijstelling vallen als de daar genoemde bedragen niet worden overschreden. Worden die bedragen wel overschreden, dan bent u in het kader van het maken van reclame in principe BTW verschuldigd.

Meer weten over sponsoring en BTW? Op Rendement.nl/bestuurdossier treft u een vaktool aan over sponsoring en de BTW.

Ondernemerschap

prestaties

Als de sponsor zelf een ondernemer met belaste prestaties is, is dat niet zo’n probleem: hij kan dan immers de BTW die u hem in rekening brengt, in aftrek brengen. Het wordt echter ingewikkelder als de sponsor geen ondernemer is (bijvoorbeeld een gemeente) of een ondernemer is die vrijgestelde prestaties verricht (zoals een bank of een verzekeringsmaatschappij). Zij kunnen de aan hen in rekening gebrachte BTW niet in aftrek brengen.

In aftrek brengen

aftrek

Kunt u ten aanzien van de sponsorbijdragen wel gebruikmaken van de vrijstelling voor nevenactiviteiten, dan kunt u de BTW over kosten die aan die activiteiten zijn toe te rekenen, ook niet in aftrek brengen. Bent u wel BTW verschuldigd over de nevenactiviteiten, dan heeft u ook recht op aftrek, voor zover de BTW aan de belaste activiteiten kan worden toegerekend. De BTW die aan de vereniging in rekening is gebracht voor bijvoorbeeld de productie van reclameborden, is dan aftrekbaar.

Buitenland

Is uw sponsor een in een ander land gevestigde ondernemer, dan geldt dat uw prestaties geacht worden niet in Nederland plaats te vinden. Dit betekent dat geen Nederlandse BTW verschuldigd is.

reclamedienst

De BTW over kosten die aan deze ‘buitenlandse’ reclamedienst kunnen worden toegerekend, is echter wel gewoon aftrekbaar als het drempelbedrag voor een vrijstelling wordt overschreden.

9.1.5 Bijdrage in natura

Hoe zit het als een sponsor een bijdrage in natura verstrekt? Denk aan de plaatselijke supermarkt die aan alle elftallen van de voetbalclub shirtjes ter beschikking stelt met de naam van zijn zaak. De sponsor levert shirtjes en krijgt daarvoor reclame terug. De voetbalclub is in principe gewoon BTW verschuldigd met het oog op de verrichte reclamedienst. Voor de verstrekking in natura moet de sponsor de vereniging een factuur met BTW sturen. De vereniging stuurt de sponsor op haar beurt een factuur voor de verrichte reclamedienst.

Waarde vaststellen

jurisprudentie

Het kan in zulke gevallen lastig zijn om vast te stellen welke waarde als maatstaf van heffing moet worden gehanteerd. Uit jurisprudentie van verschillende rechtsprekende instanties kan worden afgeleid dat die waarde gesteld zou moeten worden op de inkoopprijs die de prestatie heeft voor de ontvanger van de vergoeding. Maar ook dat is bij diensten, zoals reclamediensten, vaak niet eenvoudig vast te stellen. Twijfelt u, neem dan voor advies contact op met de Belastingdienst.