5.2 Aangifte inkomstenbelasting
winst
afspraken
Naast de BTW-aangifte moet uw onderneming ook inkomstenbelasting (IB) of vennootschapsbelasting (VPB) betalen over haar winst. Eigenaren van een eenmanszaak, zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en partners in een vennootschap onder firma (vof), commanditaire vennootschap (cv) of een maatschap zijn – op de commanditaire vennoot na – IB-ondernemers. Bij een vof, cv of (stille) maatschap, verdelen de partners de winst conform de onderlinge afspraken. Iedere vennoot of maat betaalt belasting over zijn eigen winst.
5.2.1 Fiscale jaarrekening
inzicht in vermogen
belastbare winst
Voor het verzorgen van deze belastingaangifte is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de commerciële jaarrekening en fiscale jaarrekening. De commerciële jaarrekening moet een zo juist mogelijk inzicht geven in het vermogen en resultaat van de onderneming (economische realiteit). Bij de fiscale jaarrekening gaat het vooral om de vaststelling van de belastbare winst ten behoeve van de te betalen belasting.
Goed koopmansgebruik
Voor de commerciële jaarrekening worden bedrijfseconomische inzichten gebruikt terwijl voor de fiscale jaarrekening het goed koopmansgebruik geldt. Goed koopmansgebruik betekent volgens de fiscus dat u de boekhouding op een algemeen geaccepteerde manier moet voeren. U heeft de vrijheid om te kiezen voor een bepaalde manier om de winst te bepalen. Elke manier is toegestaan, zolang die bedrijfseconomisch aanvaardbaar is en niet in strijd met de wet.
Verschillen
ander jaar toerekenen
bodemwaarde
Er kunnen verschillen ontstaan doordat het winstbegrip afwijkt of doordat de baten en lasten fiscaal aan een ander jaar worden toegerekend. Voor het opstellen van de fiscale jaarrekening is het dus van belang om te letten op specifieke fiscale regelingen en faciliteiten. Zo gaat de commerciële jaarrekening in het algemeen uit van de actuele waarde van de activa van de onderneming, terwijl als waarderingsgrondslag voor de fiscale winstaangifte de historische kostprijs van de activa wordt gehanteerd. Andere voorbeelden van afwijkende fiscale regels zijn de beperking van de afschrijving op gebouwen tot de zogenoemde bodemwaarde en de beperking van renteaftrek bij leningen tussen verbonden lichamen. Met de rekentool op rendement.nl/fadossier kunt u de commerciële winst omrekenen naar de fiscale winst.
Voor ‘kleine rechtspersonen’ biedt het Burgerlijk Wetboek (art. 2:396 lid 6 BW) de mogelijkheid om fiscale waarderingsgrondslagen te gebruiken. Voor deze ondernemingen is het dan niet nodig om een commerciële jaarrekening op te stellen.
5.2.2 Urencriterium
ondernemersaftrek
Alleen diegenen die zich met de dagelijkse leiding van de onderneming bemoeien, hebben recht op de ondernemersaftrek. Hieronder vallen de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, startersaftrek voor arbeidsongeschiktheid, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Om voor deze aftrekmogelijkheden in aanmerking te komen moet een ondernemer voldoen aan het urencriterium. Het urencriterium eist dat een ondernemer op jaarbasis minimaal 1.225 uur aan zijn onderneming besteedt. Maar welke uren tellen hiervoor mee? En wat als een ondernemer slechts een deel van het jaar ondernemer was?
Een ondernemer voor inkomstenbelasting moet aan kunnen tonen dat hij voldoet aan het urencriterium. Hiervoor kan hij het beste een urenadministratie bijhouden. Meer uitleg over het urencriterium en de antwoorden op deze vragen vindt u op rendement.nl/fadossier.
5.2.3 Aangiftetermijn
winst-en-verliesrekening
Een IB-ondernemer die in Nederland woont of is gevestigd, is verplicht jaarlijks digitaal aangifte te doen voor de IB, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Als u uw zakelijke gegevens netjes geordend heeft in een boekhoudprogramma, heeft u al een winst-en-verliesrekening en een balans. U kunt dan als het goed is veel van de cijfers vrij eenvoudig overnemen in de belastingaangifte. De hoofdregel is dat de aangifte voor de IB over een belastingjaar vóór 1 mei van het volgende jaar bij de Belastingdienst binnen moet zijn.
De verzuimboete is € 385 als niet of niet op tijd aangifte wordt gedaan voor de inkomstenbelasting. De boete kan oplopen tot € 5.514 als dit vaker voorkomt.
Uitstel
schriftelijk verzoek
uitstel van betaling
Het verzamelen en samenvoegen van alle cijfers en informatie op het snijvlak van zakelijk en privé vraagt soms meer tijd. U kunt in dat geval uitstel vragen voor het indienen van uw aangifte door een schriftelijk verzoek daartoe naar de Belastingdienst te sturen. Bij een ‘kastekort‘ kunt u een schriftelijk of telefonisch verzoek tot kort uitstel van betaling krijgen van maximaal vier maanden. Is dit te kort of voldoet uw onderneming niet aan de voorwaarden, dan kunt u ook een betalingsregeling aanvragen van maximaal 12 maanden. Let erop dat uw onderneming altijd tijdig vraagt om uitstel.
Geen korting meer voor voorlopige aanslag
betalings-korting
Als uw onderneming over een jaar belasting moet betalen of kan terugontvangen, kan de Belastingdienst u een voorlopige aanslag opleggen. Een voorlopige aanslag voor het lopende jaar mag u meestal in maandelijkse termijnen voldoen of krijgt u in maandelijkse termijnen uitgekeerd.
Vanaf 1 januari 2024 krijgen IB-ondernemers geen betalingskorting meer als zij hun voorlopige aanslag IB in één keer vóór de uiterste betaaldatum van de eerste betaaltermijn betalen, in plaats van in termijnen. Tot 2023 kon u een korting krijgen als u de voorlopige aanslag VPB in één keer betaalde vóór het verstrijken van de eerste betalingstermijn. U kunt nog steeds de voorlopige aanslag in één keer betalen, maar dan dus zonder korting.