9.2 Arbeidskorting
alleen over tijdvakloon
aparte tabellen
Iedere werknemer met loon uit tegenwoordige dienstbetrekking heeft recht op de arbeidskorting. Deze korting wordt berekend over zijn arbeidsinkomen, maar alleen over tijdvakloon en niet over bijzondere beloningen. De arbeidskorting is verwerkt in de witte loonbelastingtabellen. Niet-inwoners van Nederland hebben geen recht op het belastingdeel van de loonheffingskorting. Inwoners van een andere EU-lidstaat, IJsland, Noorwegen, Liechtenstein, Zwitserland of een BES-eiland hebben echter toch recht op het belastingdeel van de arbeidskorting. Voor deze werknemers zijn aparte loonbelastingtabellen beschikbaar.
Hoogte
De arbeidskorting bedraagt in 2024 maximaal € 5.532 (€ 2.854 voor AOW’ers), en is afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen van de werknemer:
- tot € 11.491 is de korting 8,425% van het arbeidsinkomen;
- van € 11.491 tot € 24.821 is de korting € 968 plus 31,433% van (het arbeidsinkomen min € 11.490);
- van € 24.821 tot € 39.958 is de korting € 5.158 plus 2,471% van (het arbeidsinkomen min € 24.820);
- van € 39.958 tot € 124.935 is de korting € 5.532 plus 6,510% van (het arbeidsinkomen min € 39.957);
- vanaf € 124.935 is de korting € 0.
elk tijdvak bijhouden
Per 2025 wordt de korting waarschijnlijk maximaal € 5.599.
U moet voor elk tijdvak bijhouden hoeveel arbeidskorting voor de werknemer is verrekend met zijn loonheffing. Dat bedrag vindt u in een aparte kolom in de loonbelastingtabel.
U neemt het bedrag aan verrekende arbeidskorting op in de loonstaat van de werknemer (kolom 18), in uw aangifte loonheffingen (rubriek ‘Verrekende arbeidskorting’) én op zijn jaaropgaaf. De werknemer heeft het bedrag aan verrekende arbeidskorting nodig voor zijn IB-aangifte.