7.1 Persoonsgebonden aftrek
extra uitgaven
verzorgen
Deze aftrek in de IB ziet op persoonlijke omstandigheden van uw werknemers die ertoe kunnen leiden dat zij extra uitgaven hebben. Sommige van die uitgaven kunnen in aftrek komen. De persoonsgebonden aftrek bestaat uit de aftrekposten partneralimentatie, specifieke zorgkosten, tijdelijk verblijf thuis ernstig gehandicapte personen en giften. Studiekosten en andere scholingsuitgaven zijn tegenwoordig niet meer aftrekbaar.
Partneralimentatie
bijdrage in de kosten
Het kan zijn dat uw werknemer gescheiden is, duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenoot of ongehuwd samenwoonde en uit elkaar is gegaan, en alimentatie betaalt aan zijn ex-partner: een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud. De werknemer kan deze alimentatie – en bepaalde andere onderhoudsverplichtingen – in de IB-aangifte aftrekken als ‘Betaalde partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen’.
Betaalde partneralimentatie is in 2024 voor inkomens vanaf € 75.518 – met een box 1-tarief van 49,50% – niet volledig aftrekbaar maar slechts tegen maximaal 36,97%.
pensioen
niet-aftrekbare kosten
Aftrekbare onderhoudsverplichtingen – naast de betaalde partneralimentatie – zijn bijvoorbeeld doorbetaald ouderdomspensioen, betalingen voor verrekening van pensioenrechten en periodieke betalingen voor verplichtingen tot schadevergoeding. Niet-aftrekbare kosten zijn advocaat- en proceskosten om de alimentatie vast te stellen, te verlagen of te beëindigen en pensioenrechten die een pensioenfonds direct aan de ex-partner uitkeert.
Als het uw werknemer is die de partneralimentatie ontvangt, moet hij dit als inkomen opgeven in zijn aangifte inkomstenbelasting. Bepaalde kosten die de werknemer voor het krijgen of behouden van de alimentatie heeft gemaakt, mag hij daarbij in aftrek brengen.
Zorgkosten
jaargebonden overzicht
zorgverzekeringspremies
Als werknemers veel kosten maken voor ziekte of invaliditeit, kunnen zij bepaalde kosten aftrekken, bijvoorbeeld voor medicijnen of hulpmiddelen. In een jaargebonden overzicht met aftrekbare kosten (te vinden op belastingdienst.nl), kan de werknemer terugvinden welke zorgkosten al dan niet aftrekbaar zijn. In 2024 komen bijvoorbeeld voor aftrek in aanmerking: ziekenhuiskosten, tandartskosten, steunzolen, pacemakers en reiskosten voor ziekenbezoek. Niet aftrekbaar zijn bijvoorbeeld geestelijke gezondheidszorg voor een minderjarige, een rollator, rolstoel en bril. Zaken als zorgverzekeringspremies, een wettelijke eigen bijdrage en het eigen risico zorgverzekering zijn sowieso niet aftrekbaar.
drempel
Aftrek van specifieke zorgkosten kan alleen onder bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld dat de kosten noodzakelijk zijn, in het betreffende jaar zijn betaald, niet onder het eigen risico vallen en er geen vergoeding voor mogelijk is op grond van bijvoorbeeld de zorgverzekering.
gezamenlijk
benut niet volledig
periodieke giften
Alleen het deel van de specifieke zorgkosten boven een bepaald drempelbedrag is aftrekbaar. In 2024 is die drempel:
- € 163 bij een drempelinkomen tot en met € 9.420 (€ 326 bij fiscaal partnerschap en een gezamenlijk drempelinkomen tot en met € 18.841);
- 1,65% van het drempelinkomen bij een drempelinkomen van € 9.421 (€ 18.841 bij fiscaal partnerschap) tot en met € 50.034;
- € 825 + 5,75% van het bedrag boven de € 50.034 bij een drempelinkomen van € 50.035 en meer.
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten
compensatie
Als de aftrek van specifieke zorgkosten leidt tot een laag of geen belastbaar inkomen, benut de werknemer mogelijk de heffingskortingen niet volledig. De Belastingdienst kan dan een nieuwe berekening maken zonder de aftrek voor specifieke zorgkosten. Is de verschuldigde inkomstenbelasting hoger dan met de aftrek, dan wordt een deel van de heffingskortingen inderdaad niet benut door de aftrek. Dat deel betaalt de fiscus dan ter compensatie uit als tegemoetkoming specifieke zorgkosten.
Thuisverblijf
Werknemers die in het weekend of tijdens de vakantie een ernstig gehandicapte persoon verzorgen, mogen de extra kosten hiervan aftrekken in de IB-aangifte. Het moet hierbij gaan om een ernstig gehandicapte persoon – zoals een kind, broer of zus – van 21 jaar of ouder, die normaal gesproken in een WLZ-instelling verblijft (Wet langdurige zorg).
kosten halen en brengen
De aftrekbare kosten zijn de extra kosten voor het verblijf van de ernstig gehandicapte persoon bij de werknemer thuis, of op zijn vakantieadres. Hiervoor is in 2024 een aftrek mogelijk van € 12 per dag (of dagdeel). Voor de kosten voor het halen en brengen met de auto geldt in 2024 een aftrek van € 0,23 per kilometer (dit bedrag is gelijk aan de gerichte vrijstelling voor reiskosten). Voor reizen vanwege het thuisverblijf is het uitgangspunt de afstand van het huis van de werknemer naar de verzorgingsinstelling en terug, ook al is de afstand naar bijvoorbeeld zijn vakantieadres anders.
Giften
zonder kostenvergoeding
Als uw werknemers geld of goederen aan een goed doel of instelling schenken of er kosten voor maken of vrijwilligerswerk voor doen zonder een kostenvergoeding te krijgen, is er sprake van een gift. Sommige giften kunnen als aftrekpost worden opgevoerd voor de inkomstenbelasting. Dat is het geval als werknemers de gift doen aan een ANBI (algemeen nut beogende instelling) of culturele ANBI, een vereniging of een steunstichting SBBI (sociaal belang behartigende instelling). Of het al dan niet om een ANBI gaat, kan de werknemer zelf achterhalen via belastingdienst.nl, door te zoeken op ‘ANBI-status controleren’.
Voor een aftrekbare gift aan een vereniging die geen ANBI is, moet de vereniging minstens 25 leden hebben, volledige rechtsbevoegdheid hebben, vrijgesteld zijn van of niet onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting en in een EU-land of bepaald ander land zijn gevestigd.
onderscheid
Verder kan het verschil maken of er sprake is van een periodieke gift of gewone gift. Zo is bijvoorbeeld een periodieke gift aan een steunstichting SBBI niet aftrekbaar. Datzelfde geldt voor een gewone gift aan een vereniging.
overgebleven deel
Qua aftrekgrenzen speelt genoemd onderscheid ook een rol. Bij een periodieke gift geldt geen aftrekdrempel, maar bij een gewone gift wel: 1% van het drempelinkomen van de werknemer – zijnde het totaal van zijn inkomsten in box 1, 2 en 3 – met als minimum € 60. Alles hierboven is aftrekbaar, maar maximaal 10% van het drempelinkomen. Bij fiscaal partnerschap wordt naar het totaal aan gewone giften en het gezamenlijke drempelinkomen gekeken. Bij periodieke giften geldt een aftrekmaximum van € 250.000 per jaar (behalve bij periodieke giften van vóór 4 oktober 2022 16.00 uur).
Aftrek groter dan belastbaar inkomen
vermeld op aanslag
Het kan gebeuren dat werknemers hun persoonsgebonden aftrek niet volledig kunnen verrekenen met hun inkomen in box 1, 2 of 3. Het overgebleven deel van de aftrek mag dan met het inkomen van een volgend jaar worden verrekend. Werknemers kunnen dit restant in hun volgende IB-aangifte opgeven. En eventueel in volgende aangiften, als er weer een restant overblijft omdat het inkomen te laag is om het gehele restant te verrekenen.
Werknemers kunnen op basis van hun IB-aangifte berekenen wat hun eventuele restant aan persoonsgebonden aftrek is. Zo’n restant staat ook altijd vermeld op de definitieve aanslag IB van het betreffende jaar.