U bent hier

3.3 Fiscale partner

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: november 2024

elke verdeling is toegestaan

Fiscaal partnerschap houdt in dat werknemers samen met hun fiscale partner IB-aangifte kunnen doen en inkomsten en aftrekposten kunnen verdelen. En dat drempelbedragen afhangen van het inkomen van de fiscale partners samen. Elke verdeling is toegestaan, zolang het totaal maar 100% is. Één en ander kan gunstig zijn voor de te betalen of ontvangen belasting, bijvoorbeeld door de partner met het hoogste inkomen kosten te laten aftrekken. Bovendien kan het ook praktisch aantrekkelijk zijn, omdat bij (samenwonende) partners vaak niet duidelijk is wie welke kosten precies heeft gemaakt en in wiens aangifte gemeenschappelijke kosten en aftrekposten dus moeten worden opgenomen. Met het online aangifteprogramma kunnen werknemers zelf doorrekenen wat in hun situatie het gunstigst uitpakt.

Wijs werknemers erop dat bij fiscaal partnerschap niet álle inkomsten en aftrekposten zijn te verdelen. Loon, uitkering of pensioen blijft bijvoorbeeld persoonsgebonden voor de inkomstenbelasting.

Moment

trouwen

Van fiscaal partnerschap is sprake vanaf het moment van trouwen of aangaan van geregistreerd partnerschap. Als de partners vóór dat moment in het kalenderjaar al samenwoonden, is er sprake van fiscaal partnerschap vanaf het moment dat de partners dat jaar samen op hetzelfde adres bij de gemeente stonden ingeschreven.

onder voorwaarden

Als er geen sprake is van trouwen of geregistreerd partnerschap maar er wel iemand anders staat ingeschreven op het adres van de werknemer, is er onder voorwaarden toch sprake van fiscaal partnerschap, bijvoorbeeld als:

  • de werknemer en zijn partner meerderjarig zijn en samen een notarieel samenlevingscontract hebben gesloten;
  • de werknemer en zijn partner samen een kind hebben;
  • de werknemer en zijn partner bij een pensioenfonds zijn aangemeld als pensioenpartners;
  • de werknemer en zijn partner samen eigenaar zijn van de woning waarin zij beiden wonen;
  • er het voorgaande jaar al sprake was van fiscale partners.

feitelijke situatie

De feitelijke situatie is bepalend voor het al dan niet bestaan van fiscaal partnerschap.

Meerdere

binnen het jaar

niet meerdere tegelijk

Heeft de werknemer maar een deel van het jaar een fiscale partner, dan kan er bij de aangifte voor worden gekozen om het hele belastingjaar als fiscale partners te worden beschouwd. Als de werknemer binnen het jaar meerdere fiscale partners achter elkaar heeft, is met elke partner voor het betreffende deel van het jaar sprake van fiscaal partnerschap. De werknemer kan ervoor kiezen om met één van hen het hele jaar als fiscale partner worden beschouwd. Het is namelijk niet mogelijk om met meerdere partners tegelijk fiscale partner te zijn, ondanks dat wel voor meerdere personen tegelijk aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap kan worden voldaan. Als dat laatste het geval is, is bepalend met wie de werknemer als eerste voldoet aan een specifieke voorwaarde voor fiscaal partnerschap (zie ook hiervoor). Stel bijvoorbeeld dat de werknemer getrouwd is en er ook andere personen op zijn adres staan ingeschreven met wie aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap wordt voldaan. Dan geldt de echtgenoot als fiscale partner van de werknemer.

Ook buitenlands belastingplichtigen kunnen een fiscale partner voor de inkomstenbelasting hebben. Hiervoor moet dan wel aan meer voorwaarden worden voldaan.

Einde

niet meer hetzelfde adres

Zodra de werknemer en zijn partner niet meer op hetzelfde adres staan ingeschreven, eindigt het fiscale partnerschap. Dat geldt ook als nog wel aan één van de voorwaarden ervoor wordt voldaan. Fiscaal partnerschap kan wel blijven bestaan als één of beide partners in een verzorgings- of verpleeghuis wordt opgenomen.

aanvullende voorwaarde

eindigt bij uitschrijving

Voor het einde van fiscaal partnerschap bij gehuwden of geregistreerd partners geldt als aanvullende voorwaarde dat een advocaat een verzoek tot scheiding, scheiding van tafel en bed of om ontbinding van het geregistreerde partnerschap bij de rechtbank heeft gedaan. Bij een einde van geregistreerd partnerschap zonder tussenkomst van de rechter geldt als aanvullende voorwaarde dat de scheidingsovereenkomst door beide partners is ondertekend. Als de werknemer en zijn partner zijn gescheiden maar nog wel op hetzelfde adres staan ingeschreven, zijn zij nog fiscale partners. Dit eindigt bij uitschrijving van één van de twee op het betreffende adres.