3.1 Inwoner Nederland
twee keer verschuldigd
Iedere werknemer van uw organisatie die in Nederland woont – de binnenlands belastingplichtige – moet aangifte inkomstenbelasting doen over zijn inkomen. Binnenlands belastingplichtigen moeten hierbij hun zogeheten wereldinkomen opgeven in de aangifte. Dat inkomen bestaat uit alle Nederlandse inkomsten en niet-Nederlandse inkomsten. De geldende aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voorkomt echter dat zij over hun buitenlandse inkomsten twee keer belasting zijn verschuldigd (zie ook paragraaf 1.3).
Als de aftrek voorkoming dubbele belasting in een jaar hoger is dan de verschuldigde inkomstenbelasting in een box, past de fiscus automatisch de doorschuifregeling toe. Hierbij telt een deel van het buitenlandse inkomen mee bij berekening van de aftrek in een volgend jaar.
Partiële
kiezen
overgangsrecht
Werknemers die in Nederland wonen en onder de 30%-regeling vallen (zie ook paragraaf 1.3), kunnen voor partiële buitenlandse belastingplicht kiezen. Dat houdt in dat zij voor box 2 en box 3 worden gezien als buitenlands belastingplichtige (zie paragraaf 3.2), ondanks dat de werknemers in Nederland wonen. Voor deze situatie is geen aparte aangifte beschikbaar: de betreffende werknemers moeten hun reguliere IB-aangifte invullen en daarbij de vragen over box 2 en box 3 beantwoorden alsof zij buitenlands belastingplichtig zijn. Deze regeling is te gebruiken zolang de 30%-regeling loopt, maar vervalt per 1 januari 2025. Door overgangsrecht kan toepassing ervan echter nog tot en met 2026 doorlopen. Werknemers moeten de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht maken voordat de aanslag IB onherroepelijk vaststaat, of anders via een bezwaar op die aanslag regelen.