4.3 Werknemers individueel ontslaan
vaststellingsovereenkomst
Als er relatief weinig gedwongen ontslagen vallen, bijvoorbeeld doordat veel tijdelijke contracten aflopen, is individueel ontslag een optie. Lukt het sluiten van een vaststellingsovereenkomst niet, dan is ontslag via UWV mogelijk.
UWV
Het hangt van de reden van het ontslag af of de bestuurder bij UWV of de rechter moet aankloppen. Het gaat via UWV als het ontslag betrekking heeft op:
- bedrijfseconomische redenen;
- langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).
kantonrechter
Krijgt hij geen toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, dan blijft deze in stand. Zowel de bestuurder als de werknemer kan de beslissing van UWV binnen twee maanden aanvechten bij de kantonrechter. Ten slotte kunnen zij in hoger beroep bij het gerechtshof en de Hoge Raad.
Kantonrechter
verwijtbaar
Als de bestuurder een werknemer wil ontslaan op grond van persoonlijke redenen, kan hij naar de kantonrechter stappen. Het gaat dan om:
- regelmatig ziek zijn met onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering;
- disfunctioneren;
- onbehoorlijk gedrag door verwijtbaar handelen of nalaten;
- ernstige gewetensbezwaren tegen de werkzaamheden;
- een verstoorde arbeidsverhouding;
- overige omstandigheden waardoor van de werkgever niet kan worden gevraagd de overeenkomst voort te zetten.
Sinds 2020 mogen werkgevers volgens de zogeheten i-grond ontslaggronden combineren – bijvoorbeeld disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding.
Transitievergoeding
Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid in 2015 is de kantonrechtersformule vervangen door de transitievergoeding als uw organisatie een werknemer ontslaat of een contract niet verlengt. Sinds invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) per 2020 komt een werknemer hiervoor vanaf de eerste dag van het dienstverband (dat was na twee jaar) in aanmerking.
1/3 maandsalaris
naar rato
De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar en naar rato als het dienstverband nog geen jaar geduurd heeft. Het maximum van de verschuldigde transitievergoeding is in 2021 € 84.000, of maximaal één jaarsalaris als dat hoger is dan € 84.000. Bij ontbinding op basis van een i-grond mag de kantonrechter een extra vergoeding toekennen. Overigens hoeft de werkgever geen vergoeding te betalen als hij écht in de problemen zit: bij faillissement, surseance van betaling of schuldsanering.