U bent hier

6.4 Coping

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juli 2023

stresservaring

De copingstijl van de werknemer is een stijl die in zijn kinderjaren is ontstaan. Door een stresservaring die hij heeft meegemaakt, heeft de werknemer een copingstrategie ontwikkeld in zijn kinderbrein en die gebruikt hij als volwassene nog steeds. Vaak is die disfunctioneel en helpt het hem niet verder bij lastige situaties en tegenslagen. U kunt de werknemer helpen bij het herkennen van zijn copingstijlen en bij het kiezen van een effectievere stijl. Zo kan hij mogelijk beter omgaan met rouw.

Coping is de manier waarop iemand omgaat met stress, problemen en andere gebeurtenissen. Het is een combinatie van de verstandelijke en emotionele reacties op stress en het gedrag dat daaruit voortvloeit.

Kiezen

voorkeur

Hoe iemand reageert op een stressvolle situatie wordt niet of nauwelijks bepaald door de aard van het probleem, maar veel meer door de copingstrategie. Afhankelijk daarvan kan de werknemer kiezen uit verschillende manieren om een probleem aan te pakken. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren voor bepaalde copingmechanismen: hoe hij omgaat met het effect op een vervelende situatie of gebeurtenis.

6.4.1 Copingstrategieën

actief

Copingstrategieën kunnen over het algemeen onderverdeeld worden in:

  • probleemgerichte coping: iemand probeert het probleem op te lossen;
  • emotiegerichte coping: iemand leert omgaan met negatieve gevoelens die bij het probleem komen kijken;
  • primaire coping: iemand gaat het probleem actief aanpakken;
  • secundaire coping: iemand probeert het gedrag aan te passen aan de situatie.

Probleemgerichte coping is meestal het meest effectief. Maar een werknemer heeft niet altijd invloed op het probleem, bijvoorbeeld als een dierbare overlijdt en de werknemer in een depressie terechtkomt. Ervaart een werknemer stress door het werk, dan kan hij kiezen voor een andere baan. Loopt hij een beperking op en kan hij zijn functie niet meer (volledig) uitvoeren, dan kan hij het probleem niet oplossen en alleen emotiegerichte coping toepassen.

6.4.2 Copingmechanismen

opluchten

piekeren

Soorten copingmechanismen die veel gebruikt worden:

  • Actief aanpakken: het probleem gelijk actief aanpakken om het te verminderen of op te lossen.
  • Sociale steun zoeken: emotionele steun zoeken bij anderen, het verhaal doen kan opluchten, hulp vragen, troost of begrip zoeken.
  • Vermijden of negeren: ontkenning, het probleem uit de weg gaan.
  • Verdoven: vluchten voor een lastige situatie, op andere dingen richten, zoals drugs, alcohol, roken, sport, eten, overmatig werken. De werknemer hoeft het dan niet te voelen, maar dat lost niets op.
  • Doemdenken: piekeren, negatief denken, probleem groter maken, zichzelf de schuld geven of rampscenario’s in het hoofd halen.
  • Uiten van emoties: laat zien wat iemand voelt en ervaart, doordat hij frustratie, boosheid, spanning, agressie uit.
  • Geruststellende gedachten: een ander heeft het veel erger en zwaarder, het probleem voor zich uit schuiven, het probleem nog niet aan kunnen, het komt vanzelf weer goed.

Kijk ook naar uw eigen copingstrategie

kwetsbaar

Kijk eens hoe de werknemer omgaat met een situatie en kijk ook samen met hem hoe u dat doet. Hoe gaat u zelf om met stress en gebeurtenissen, en welke copingstrategie gebruikt u om uw eigen gedrag te begrijpen? Doordat u dit zelf erkent en benoemt, maakt u het voor de werknemer een stukje makkelijker. Zo durft hij zich ook kwetsbaar op te stellen.

6.4.3 Doorbreken van patronen

aanpakken

Als de werknemer zich ervan bewust is welke copingstrategie hij toepast, is hij al een eind op weg. Probleem- en emotiegerichte copingstrategiën zijn effectief om stress te verminderen. Toch is het doorbreken van patronen lastig en kost het veel tijd. U kunt de werknemer inzicht geven in hoe hij reageert op een bepaalde situatie. Richt u niet alleen op hoe de werknemer niet meer wil reageren, maar kijk ook naar een nieuwe strategie en hoe de werknemer die het beste kan aanpakken. Door een andere copingstijl te kiezen, een die dicht naast de stijl ligt die iemand normaal gesproken gebruikt, zet de werknemer stappen om makkelijker om te gaan met bepaalde gebeurtenissen en situaties.