2.2 Het informatierecht
periodieke informatie
houvast
De ondernemingsraad heeft daarnaast het – reeds in hoofdstuk 1 aan bod gekomen – informatierecht. De overlegvergadering over de algemene gang van zaken heeft een rechtstreeks verband met de periodieke informatie die de raad (ongevraagd) ontvangt van de bestuurder. Deze bedrijfseconomische en -sociale informatie over gevoerd en nog te voeren beleid is een prima aanleiding en houvast voor de terug- en vooruitblik. Zonder de benodigde informatie kan de raad dan ook geen goed overleg voeren.
Planning
voorbereiding
Op basis van deze verstrekte en verwerkte informatie kan ook de raad zich voorbereiden op het overleg. Wat vindt de OR van de behaalde resultaten en van de toekomstplannen? U kunt de planning van deze halfjaarlijkse overlegvergaderingen dus het beste afstemmen op de momenten waarop de periodieke informatie beschikbaar komt.
De PVT heeft slechts recht op een jaarlijkse vergadering over de algemene gang van zaken. Daarbij is er bovendien geen meldingsplicht over nieuwe ontwikkelingen. Toch verdient het aanbeveling om daar wel op aan te sturen. Zo kan de PVT zich tijdig voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen die zullen leiden tot een adviesvraag.
Goede medezeggenschap
behoefte
Natuurlijk hoeft u niet per se te wachten op dat moment en kunt u ook om de informatie vragen op het moment dat u daaraan behoefte heeft. In principe heeft de OR recht op alle informatie die hij nodig heeft in het belang van goede medezeggenschap.
De arbodienst heeft als taak ondernemingsraden en PVT’s te ondersteunen bij hun werk op het terrein van de arbeidsomstandigheden. In dit verband hebben de OR en de PVT recht op een afschrift van alle adviezen die de dienst aan de werkgever zendt. Dit geldt ook voor het advies over de RI&E en de overige adviezen op arbogebied.
Het belang van goede voorbereiding
melding
De verplichting tot het melden van nieuwe ontwikkelingen en de afgesproken rol van de OR daarin, is gekoppeld aan advies- en instemmingsplichtige onderwerpen. Dat wil overigens niet zeggen dat deze plicht zich beperkt tot de verwachte aanvragen in het komende halfjaar. De bedoeling van de wetgever is om te voorkomen dat de bestuurder de OR overvalt met de aanvraag, waardoor de raad noodzakelijk laat met de besluitvorming te maken krijgt. Met andere woorden: door de melding kan de raad zich voorbereiden. Ook kan hij in overleg met de bestuurder op andere manieren invloed uitoefenen. Denk aan geïnformeerd blijven over de verdere ontwikkeling, het meedenken over de precieze uitwerking en het aandragen van eigen ideeën over het onderwerp.
Ook op het punt van de halfjaarlijkse vergadering is het van belang dat de raad zich goed voorbereidt. Op welke manier kan de bestuurder het beste de raad bij voorgenomen besluiten betrekken? Welke informatie is al beschikbaar en welke informatie denkt de raad nog nodig te hebben? Als het om nieuwe ontwikkelingen gaat, is het denkbaar dat men het maken van afspraken uitstelt tot de eerstvolgende reguliere overlegvergadering. De raad kan dan eerst in eigen kring zijn strategie bepalen.