2.1 Rechten en bevoegdheden OR
belangen behartigen
Om de belangen van werknemers goed te kunnen behartigen, beschikt uw ondernemingsraad over verschillende rechten en bevoegdheden. Deze zijn ook in te zetten bij een harmonisatieproces. Op welke arbeidsvoorwaarden u invloed kunt uitoefenen, is geregeld in de WOR.
Om als OR een volwaardige onderhandelingspartner te zijn tijdens het harmonisatieproces, kan het nuttig zijn om met uw bestuurder af te spreken dat uw OR instemmingsrecht heeft bij alle regelingen die de bestuurder wil harmoniseren.
2.1.1 Instemmings- en adviesrecht
houding
De belangrijkste bevoegdheid die uw ondernemingsraad heeft bij een harmonisatieproces, is het instemmingsrecht. Daarnaast kan uw OR tijdens het proces gebruikmaken van het initiatiefrecht. Op welk moment uw OR in beeld komt, hangt ook van de houding van uw raad af. U kunt wachten tot het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden klaar is en de bestuurder zijn plannen voorlegt aan uw OR voor instemming, of u stuurt aan op actieve deelname aan het traject. Dat laatste kost natuurlijk meer tijd, maar is erg zinvol voor uw achterban. Zo kunt u namelijk pas echt invloed uitoefenen!
Instemmingsrecht
akkoord
vervangende toestemming
In de WOR is geregeld dat de ondernemingsraad bij het vaststellen, wijzigen of intrekken van verschillende arbeidsvoorwaarden instemmingsrecht heeft. Dat betekent dat uw bestuurder zonder het akkoord van uw OR (gewijzigde) arbeidsvoorwaarden in principe niet kan invoeren. Stel dat u er echt niet uitkomt, dan kan de bestuurder de kantonrechter om vervangende toestemming vragen. Zo kan hij een voorgenomen besluit toch nemen als uw OR geen instemming verleent. De rechter beoordeelt of de weigering van uw ondernemingsraad onredelijk is, bijvoorbeeld als uw bestuurder kan aantonen dat hij zwaarwegende bedrijfseconomische redenen heeft om een besluit te nemen.
wetsartikel
functie
pensioen
Een volledige lijst met onderwerpen waarop uw OR instemmingsrecht heeft, vindt u in artikel 27 WOR. In dit wetsartikel leest u ook meer over de instemmingsprocedure. Uw OR heeft in elk geval instemmingsrecht als het gaat om de vaststelling, wijziging of intrekking van de volgende regelingen:
- Werktijdregeling, zoals regels voor arbeids- en rusttijden, ploegendienst, overwerk en flexibele roosters. Het aantal werkuren valt echter niet onder het instemmingsrecht.
- Vakantieregeling. Het gaat zowel om het aantal vakantiedagen als om collectieve vakantiedagen.
- Belonings- en functiewaarderingssysteem. Dit zijn de afspraken over hoe de bestuurder beloningen vaststelt en functies waardeert. Uw OR heeft geen instemmingsrecht bij de bepaling van de hoogte van het salaris.
- Aanstelling, ontslag en bevordering. Bijvoorbeeld sollicitatieprocedures, regelingen rondom vaste en tijdelijke dienstverbanden, promotie- en ontslagregelingen.
- Financiële regelingen. Uw OR heeft instemmingsrecht bij wijzigingen in de winstdelingsregeling of de spaarregeling. Bij pensioen geldt het instemmingsrecht alleen op een pensioenregeling die is ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij of op een premiepensioeninstelling. Uw instemmingsrecht geldt niet bij bedrijfspensioenen en ondernemingspensioenfondsen.
- Arbeidsomstandigheden en verzuimbeleid, bijvoorbeeld de ziekmeldingsprocedure en verzuimregistratie, het re-integratiebeleid en de aanstelling van een bedrijfsarts.
- Klachtenregeling. De OR heeft instemmingsrecht bij het opzetten of wijzigen van de klachtenprocedure, maar behandelt niet inhoudelijk klachten.
Instemmingsrecht uitbreiden
overeenkomst
Op basis van artikel 32 WOR kan uw ondernemingsraad in overleg met de bestuurder zijn bevoegdheden, bijvoorbeeld het instemmingsrecht, uitbreiden. U stelt dan samen met de bestuurder een schriftelijke overeenkomst op, waarin aanvullende afspraken staan over de rechten van de OR en de onderwerpen waarbij de raad instemmingsrecht heeft.
Adviesrecht
werklocatie
Tijdens het harmonisatieproces kunnen onderwerpen aan de orde komen waarop uw OR adviesrecht heeft. Denk bijvoorbeeld aan de werklocatie. Is nog niet duidelijk waar de bestuurder de werknemers wil gaan huisvesten, dan adviseert uw OR de bestuurder op basis van artikel 25 lid 1f WOR. Ook als wat betreft technologische voorzieningen nog het één en ander onduidelijk is, geeft u advies op basis van artikel 25 1k WOR. Tot slot komen de organisatiestructuur en verdeling van bevoegdheden mogelijk aan bod tijdens de harmonisatie. Op deze onderwerpen heeft uw OR adviesrecht op basis van artikel 25 lid 1e WOR.
Initiatiefrecht
standpunt
invloed
Uw OR kan bij harmonisatie ook gebruikmaken van het initiatiefrecht. Dit betekent dat u het heft in eigen hand neemt, door zelf wijzigingsvoorstellen te doen. Op basis van artikel 23, lid 3 WOR is de procedure hiervoor als volgt:
- Uw ondernemingsraad legt het voorstel schriftelijk aan uw bestuurder voor, inclusief een duidelijke toelichting.
- Uw bestuurder neemt pas een standpunt in over het voorstel als hij hierover tijdens minimaal één vergadering met uw OR heeft overlegd.
- Na overleg met uw OR laat uw bestuurder zo snel mogelijk schriftelijk weten of – en zo, ja in welke mate – hij akkoord gaat. Hij moet daarbij ook een motivatie geven.
2.1.2 Faciliteiten
Er zijn nog een aantal andere mogelijkheden en rechten die uw OR kan gebruiken om invloed uit te oefenen tijdens het harmonisatietraject.
Informatierecht
noodzakelijk
Als uw OR meer informatie nodig heeft om een weloverwogen oordeel te kunnen vellen over de harmonisatie, kunt u gebruikmaken van het actief informatierecht (artikel 31 WOR). Dit houdt in dat uw OR informatie kan opvragen bij de bestuurder die u nodig heeft om uw taken te kunnen vervullen. U moet duidelijk aangeven waarom de informatie noodzakelijk is. In de praktijk is de HR-afdeling de aangewezen partij om u van de benodigde informatie te voorzien.
Als uw bestuurder belangrijke bedrijfsinformatie beschikbaar stelt aan uw OR, mag hij OR-leden geheimhouding opleggen. Dat geldt dus ook voor eventuele gevoelige informatie die hij tijdens de harmonisatie met uw OR deelt.
Commissie
complex
Om actief te kunnen deelnemen aan het harmonisatieproces kunt u desgewenst een speciale commissie opzetten. Of misschien heeft uw raad al een vaste commissie die zich bezighoudt met alles rondom arbeidsvoorwaarden. Het kan dan handig zijn om de onderhandelingen over harmonisatie bij die commissie te leggen: de commissieleden zijn tenslotte al gespecialiseerd in de onderhandelingsonderwerpen.
Externe deskundige
vragen
Het harmoniseren van arbeidsvoorwaarden is een complex proces. Zelfs als een gespecialiseerde commissie de onderhandelingen over harmonisatie op zich neemt en de bestuurder hen alle benodigde informatie verschaft, kunnen OR-leden nog met vragen blijven zitten. Uw ondernemingsraad kan dan behoefte hebben aan advies van een specialist, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsrecht of harmonisatieprocessen. Uw OR kan in dat geval gebruikmaken van het recht om een externe deskundige in te huren.
Het recht om een externe deskundige in te huren, is vastgelegd in artikel 16 WOR. De kosten zijn voor uw bestuurder. U doet er goed aan om de verhouding niet te verstoren door onaangekondigd een gepeperde rekening te presenteren. Leg daarom eerst een offerte voor.
Scholingsrecht
behoud van loon
Zowel OR- als commissieleden hebben in het kader van de WOR recht op scholing om hun medezeggenschapskennis en -vaardigheden te verbeteren. Zij mogen opleidingen en trainingen volgen onder werktijd en met behoud van loon. U kunt het scholingsrecht inzetten om zich nader te verdiepen in harmonisatieprocessen. Ook kunt u het scholingsrecht gebruiken om de kennis over het wijzigen van arbeidsvoorwaarden bij te spijkeren.
In de WOR is vastgelegd dat OR-leden recht hebben op minimaal vijf scholingsdagen per jaar. Leden van OR-commissies hebben daarnaast recht op aanvullende scholing. Het exacte aantal scholingsdagen en het scholingsbudget stemt uw OR af met de bestuurder.