8.3 Werk-privébalans in de wet
mantelzorg
Voor de overheid is een goede werk-privébalans een belangrijk onderwerp, met name voor werknemers die ook zorg verlenen. Zorg voor bijvoorbeeld kinderen, een zieke huisgenoot of mantelzorg voor een ouder die zelf geen boodschappen meer kan doen. Daarom bestaan er allerlei wettelijke voorschriften en regelingen, zoals het principe van zorgplicht en goed werkgeverschap, de Wet arbeid en zorg (WAZO) en de Wet flexibel werken.
8.3.1 Goed werkgeverschap
Burgerlijk Wetboek
De werkgever heeft op basis van artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de verplichting om zich als een goed werkgever te gedragen. Dit is de zogeheten zorgplicht.
invloed
De wet biedt geen handvatten in de vorm van een duidelijke lijst met criteria waaraan een goed werkgever moet voldoen. In de praktijk houdt het in dat de werkgever elke keer weer een afweging moet maken tussen de belangen van zijn organisatie en de belangen van zijn werknemers.
De werkgever mag geen eisen stellen die een al te grote invloed hebben op het privéleven van de werknemers. Sterker nog: hij moet zijn werknemers de kans geven om een goede balans te creëren tussen werk en privé.
8.3.2 Goed werknemerschap
knelpunten
De werkgever behoort zich goed te gedragen, maar datzelfde wordt ook verwacht van de werknemer. Hij heeft op basis van artikel 7:611 BW de plicht om zich als een goede werknemer te gedragen. Hij moet – net als de werkgever – een afweging maken tussen zijn eigen belangen en die van de organisatie. Hij moet proberen om knelpunten in zijn privéleven op te lossen zonder dat zijn werk daar al te veel onder lijdt.
veilig
Idealiter is er een open sfeer tussen werkgever en werknemer. Als de werknemer zich veilig genoeg voelt om zijn privésituatie te bespreken met de werkgever, kunnen zij samen op zoek gaan naar een oplossing die zowel voor de organisatie als voor de werknemer gunstig uitpakt.
onrealistisch
Let op: de werkgever is eindverantwoordelijk en moet het goede voorbeeld geven. Het is onrealistisch om te verwachten dat een werknemer zich goed gedraagt, als hij zich zelf niet houdt aan de principes van goed werkgeverschap.
8.3.3 WAZO
verlofvormen
In sommige situaties kan een werknemer niet werken. Bijvoorbeeld na de geboorte van een kindje, als een partner ernstig ziek is of als er thuis een waterleiding springt. De werknemer kan dan verlof opnemen. Diverse verlofvormen zijn vastgelegd in de Wet arbeid en zorg (WAZO):
- zwangerschaps- en bevallingsverlof;
- geboorteverlof;
- adoptieverlof;
- ouderschapsverlof;
- calamiteitenverlof en ander kort verzuimverlof;
- kortdurend en langdurend zorgverlof.
salaris
In de WAZO staat wanneer een werknemer recht heeft op welke verlofvorm, hoelang dit verlof duurt en of uw organisatie het salaris moet doorbetalen of niet.
Mag een werkgever verlof weigeren?
verlof is verplicht | zwangerschaps- en bevallingsverlof |
werkgever kan verlof niet weigeren | geboorteverlof adoptieverlof ouderschapsverlof |
werkgever kan redelijk verzoek om verlof niet weigeren | calamiteiten- en ander kort verzuimverlof |
werkgever kan verlof alleen weigeren bij zwaarwegend bedrijfsbelang | kortdurend zorgverlof langdurend zorgverlof |
8.3.4 Wet flexibel werken
arbeidsparticipatie
Een werknemer kan werk en zorg het beste combineren als hij flexibele werktijden heeft. Om de werknemer een steuntje in de rug te geven, is er de Wet flexibel werken. De wet heeft daarnaast tot doel werk en zorg beter te verdelen over mannen en vrouwen. Vrouwen nemen in Nederland namelijk nog steeds meer zorgtaken op zich dan mannen. De wet moet zo ook de arbeidsparticipatie van vrouwen stimuleren.
Een werknemer kan op basis van de Wet flexibel werken aan zijn leidinggevende vragen of hij meer of minder uren kan werken. Daar zijn wel wat voorwaarden aan verbonden. De werknemer:
- moet in principe minimaal een halfjaar in dienst zijn;
- vraagt om meer of minder uren in de eigen functie;
- mag dit verzoek maximaal één keer per jaar indienen.
U mag dit verzoek alleen afwijzen als er sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang of dienstbelang. Zo mag de werkgever weigeren als er onvoldoende werknemers zijn om het werk op te vangen.