U bent hier

Onderneming & Personeel
Sociale verzekeringen2. Volksverzekeringen2.1 Premie

2.1 Premie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2020

één totaal­percentage

Het zijn de werknemers die de premie voor de verzekering voor de volksverzekeringen zijn verschuldigd. Ook al bestaan er vier volksverzekeringen, de premie hiervoor wordt in één totaalpercentage geheven. U als inhoudingsplichtige moet deze premie volksverzekeringen berekenen en – samen met de loonbelasting, onder de noemer ‘loonheffing’ – op het loon van de werknemers inhouden. Vervolgens draagt u dit af aan de Belastingdienst, als onderdeel van het totaal aan verschuldigde loonheffingen.

Het fiscale genietingsmoment bepaalt wanneer u de premie volksverzekeringen moet berekenen. Dat is het eerste moment dat zich van de volgende vijf voordoet: betaling, verrekening, terbeschikkingstelling, rentedragend worden of vorderbaar en inbaar worden van het loon.

Percentage

Voor de volksverzekeringen zijn werknemers in 2020 de volgende premiepercentages verschuldigd:

  • de Algemene nabestaandenwet (ANW): 0,10%;
  • de Algemene ouderdomswet (AOW): 17,90%;
  • de Wet langdurige zorg (WLZ): 9,65%.

op het loon inhouden

Dat maakt dat de (totale) premie volksverzekeringen die u op het loon van werknemers moet inhouden, neerkomt op 27,65%.

geen premie verschuldigd

De ANW-premie gaat naar het nabestaandenfonds, waaruit de ANW-uitkeringen worden betaald. De AOW-premie gaat naar het ouderdomsfonds, dat wordt aangevuld met een rijksbijdrage, waaruit de AOW-uitkeringen en inkomensondersteuning in aanvulling daarop (IOAOW) worden betaald. Voor de Algemene kinderbijslagwet (AKW) is – zoals in hoofdstuk 1 al is aangegeven – geen premie verschuldigd. Die verzekering wordt uit de algemene middelen van het Rijk bekostigd.

jonger dan AOW-leeftijd

AOW-leeftijd

Het premiepercentage van 27,65% geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd. Vanaf het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is namelijk geen AOW-premie meer verschuldigd. Voor deze werknemers houdt u dan ook slechts 9,75% aan premie volksverzekeringen in op het loon.

De AOW-gerechtigde leeftijd ligt in 2020 (en in 2021) op 66 jaar en vier maanden. Vanaf de eerste dag van de maand waarin de werknemer deze leeftijd bereikt, vervalt de plicht om AOW-premie te betalen en geldt dus een lager (totaal)percentage aan premie volksverzekeringen.

Grondslag

belastbare jaarloon

Werknemers zijn de premie volksverzekeringen verschuldigd over hun belastbare jaarloon. Dat is dus de grondslag waarover u – in de praktijk waarschijnlijk uw salarispakket – deze premie berekent.

loon uit kolom 14

Voor berekening van het belastbare jaarloon van werknemers neemt u hun brutoloon in geld als uitgangspunt. Hierbij telt u belast loon anders dan in geld op – zijnde aanspraken en loon in natura – en belaste fooien en uitkeringen uit fondsen. Vervolgens trekt u de aftrekposten voor alle loonheffingen van het verkregen bedrag af – zoals het werknemersdeel van de pensioenpremie en de inleg in de levensloopregeling – om tot de grondslag voor de premieberekening te komen. Het gaat hier dus feitelijk om het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen uit kolom 14 van de loonstaat.

Over bepaalde vormen van loon mag of moet u eindheffing toepassen. In dat geval komt de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen over dat loon voor rekening van uw organisatie en is inhouding ervan op het loon van de werknemer niet nodig.

Maximaal

enige schijf

Werknemers jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd zijn de premie volksverzekeringen verschuldigd over een belastbaar jaarloon van maximaal €34.712. Dat is ook het geval voor werknemers met de AOW-leeftijd en ouder die zijn geboren in 1946 of later. Werknemers met de AOW-leeftijd en ouder die zijn geboren in 1945 of eerder, zijn over een jaarloon van maximaal € 35.375 premie volksverzekeringen verschuldigd.

Premie alleen in eerste belastingschijf

geheel loonbelasting

De eerste schijf voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen – schijf 1a – is de enige schijf die uit zowel loonbelasting als premie volksverzekeringen bestaat. Aangezien de loonbelasting in die schijf 9,70% is, komt het totaal aan verschuldigde loonheffing in 2020 in schijf 1a op 37,35% voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd en op 19,45% voor werknemers met de AOW-leeftijd en ouder. Schijf 1b en schijf 2 bestaan geheel uit loonbelasting: 37,35% respectievelijk 49,50%. Hier speelt de leeftijd van de werknemer dus geen rol.