U bent hier

Onderneming & Personeel
Pensioen en AOW12. Pensioen en de OR12.2 Opties bij conflicten

12.2 Opties bij conflicten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2021

Het kan voorkomen dat er een conflict ontstaat tussen de ondernemer en de OR. De Sociaal-Economische Raad (SER) meldt dat 61% van de ondernemingsraden tijdens de zittingsperiode daarmee te maken krijgt. Ingeval van een (pensioen-)conflict zijn er verschillende (gezamenlijke) opties voor de ondernemer en de OR. De belangrijkste worden hierna beknopt behandeld.

In een procedure is het belangrijk om de stappen juist en zorgvuldig te zetten. Het inschakelen van een deskundige is dan aan te bevelen.

12.2.1 Bedrijfscommissie

bemiddelen

Deze optie kunnen de ondernemer en de OR gezamenlijk toepassen. Bedrijfscommissies hebben onder andere als doel om te bemiddelen in conflicten over medezeggenschap. De bedrijfscommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties.

De bedrijfscommissie probeert eerst te bemiddelen in het conflict tussen ondernemer en OR. Lukt dat niet, dan geeft de commissie een advies. Leidt dat niet tot resultaat dan kan het conflict alsnog aan de kantonrechter worden voorgelegd.

12.2.2 Toestemming kantonrechter

vervangende instemming

De ondernemer kan deze optie toepassen als de OR niet instemt met het voorgenomen besluit. De ondernemer kan de rechter dan om toestemming vragen, de zogenoemde vervangende instemming. De rechter geeft die toestemming alleen als er sprake is van één van de volgende omstandigheden: de OR stelt zich onredelijk op of er zijn zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen. Uit de rechtspraak blijkt dat die toestemming niet snel wordt verleend, omdat de lat daarvoor hoog ligt.

12.2.3 Besluit zonder instemming

nietigheid

binnen één maand

De OR kan de nietigheid van een besluit inroepen als de ondernemer zijn besluit toch uitvoert terwijl de OR geen instemming heeft verleend. Het gevolg is dat de ondernemer het besluit niet verder mag uitvoeren. Er zijn twee belangrijke voorwaarden aan deze optie verbonden:

  • het moet schriftelijk gebeuren: in de praktijk volstaat een kort bericht per e-mail;
  • de OR moet de nietigheid binnen één maand inroepen: die termijn start zodra de ondernemer aan de OR heeft bericht dat hij het voorgenomen besluit tóch uitvoert. Is de OR niet geïnformeerd, dan start de termijn zodra het de OR gebleken is dat het besluit tóch is uitgevoerd.

Onderlinge verhoudingen

overleg

In de praktijk komt het voor dat de ondernemer (bewust of onbewust) een besluit neemt zonder instemming van de OR. Omdat de onderlinge verhoudingen goed zijn, roept de OR geen nietigheid in maar gaat in overleg. Duurt dat overleg langer dan één maand, dan kan de OR niet meer de nietigheid inroepen en is formeel de rol van de OR uitgespeeld.