6.2 Nut van stereotypen
hokjes
Het brein is een fenomenaal orgaan, het stelt u in staat om te leren. U leert van uw ervaringen en van alle informatie die uw brein binnenkomt. Uw brein probeert al deze informatie zo goed mogelijk te verwerken. Het maakt daarbij gebruik van hokjes. Dat is wel zo praktisch. Uw brein bepaalt razendsnel in welk hokje informatie past die u waarneemt of tot u neemt.
stoel
Zo kunt u gemakkelijk gaan zitten op een stoel die u nog nooit heeft gezien. Een stoel heeft bepaalde uiterlijke kenmerken, waardoor u het razendsnel identificeert als een stoel. U weet: op een stoel kan ik zitten. U controleert niet elke keer of een stoel sterk genoeg is om uw gewicht te kunnen houden. Dat bespaart u dus een hoop tijd en energie.
Brein is gericht op overleving
risico
Dieren hebben een brein om te overleven, mensen ook. U bent erbij gebaat om risico’s snel en goed te kunnen inschatten. Dat betekent dat uw brein als belangrijke stelregel hanteert: ‘better safe than sorry’.
Automatisch
tijd en energie
U valt terug op automatische gedachten als u moe bent, weinig tijd heeft en al helemaal als dat allebei aan de hand is. Goede rationele, weloverwogen beslissingen nemen, kost u dus tijd en energie. Precies de reden waarom u bijvoorbeeld in hoofdstuk 3 de tip kreeg om voldoende tijd tussen sollicitatiegesprekken te nemen.
Sociale identiteit
verschillende groepen
‘wij’ en ‘zij’
Het feit dat er groepen zijn met bepaalde kenmerken betekent ook dat deze groepen een identiteit krijgen. U behoort zelf ook tot verschillende groepen. U bent misschien een voetballer, een moeder of vader, een HR-professional, een Nederlander of u heeft een andere nationaliteit. Afhankelijk van wat u aan het doen bent en waar u zich bevindt, voelt u zich onderdeel van een bepaalde groep. Brengt u de kinderen naar school, dan voelt u zich op dat moment meer behorend tot de groep ouders. Gaat u naar een voetbalwedstrijd tussen Nederland en Duitsland, dan voelt u zich in het stadion waarschijnlijk meer Nederlander. Al deze groepen samen geven u een identiteit. Mensen ontlenen dus hun sociale identiteit aan groepen. Het levert op dat u kunt denken in ‘wij’ en ‘zij’.
favoriet
Omdat mensen graag positief over zichzelf denken is de eigen groep meestal favoriet. U kunt deze positieve identiteit op twee manieren bewerkstelligen. U kunt heel hard roepen hoe fantastisch uw groep is. De andere manier is heel negatief zijn over de andere groep. Op die manier zegt u indirect: wij zijn beter.