U bent hier

8.2 Loonheffingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: oktober 2015

dezelfde regels

In sommige grensoverschrijdende situaties heeft u met dezelfde regels voor de loonheffingen te maken als voor werknemers die in Nederland wonen en werken. Dan gelden dus de regels rond loon, vergoedingen en verstrekkingen uit de vorige hoofdstukken. Dit is het geval in deze situaties:

  • bij werknemers die in Nederland wonen en (ook) voor uw onderneming in het buitenland werken;
  • bij werknemers die in het buitenland wonen en voor uw onderneming in Nederland werken;
  • bij werknemers die wonen en werken in het buitenland, maar als werknemer voor de Nederlandse loonbelasting kwalificeren;
  • bij in uw Nederlandse loonadministratie opgenomen buitenlandse werknemers van een ander onderdeel van de internationale onderneming waar uw onderneming onderdeel van is. Deze werknemers blijven formeel in dienst bij het buitenlandse onderdeel van de multinational maar u houdt loonbelasting voor hen in.

deel loon niet in Nederland

Het kan in deze situaties voorkomen dat een deel van het loon niet in Nederland is belast. In dat geval belast u in eerste instantie toch het volledige loon van de werknemer, maar past u vervolgens op het loon dat in het andere land wordt belast de regels ter voorkoming van dubbele belastingheffing toe. Let op dat dit ook gevolgen kan hebben voor (eventuele overschrijding van) de vrije ruimte!

extra aandachtspunt

Als u de regels ter voorkoming van dubbele belastingheffing niet toepast – en dus het volledige loon van de werknemer belast – kan hij het teveel aan ingehouden loonbelasting via zijn aangifte inkomstenbelasting terugvragen.

Extraterritoriaal

fiscaal gezien

Een extra aandachtspunt voor de loonheffingen vormen de zogeheten extraterritoriale kosten, al even kort aangehaald in paragraaf 3.4. Extraterritoriale kosten zijn de (extra) kosten die werknemers maken voor het tijdelijk verblijf buiten hun land van herkomst. Fiscaal gezien gelden als extraterritoriale kosten de (extra) kosten zoals die voor:

  • een kennismakings(gezins)reis naar het werkland;
  • het aanvragen en omzetten van officiële papieren;
  • medische keuringen en vaccinaties;
  • opslag van het deel van de boedel dat niet meeverhuist naar het werkland;
  • reizen naar het land van herkomst voor familiebezoek;
  • schoolgelden voor een internationale school.

Er zijn zaken die (fiscaal) niet als extraterritoriale kosten gelden, zoals aan- en verkoopkosten van een woning, compensatie voor hogere belastingtarieven in het werkland, uitzendtoelagen, bonussen en vergelijkbare vergoedingen.

bepaalde werknemers

De vergoeding voor of verstrekking ter voorkoming van extraterritoriale kosten is onder voorwaarden – waaronder het aanwijzen als eindheffingsloon – gericht vrijgesteld. De onbelaste vergoeding kunt u in forfaitaire vorm geven via de 30%-regeling.

Voorwaarden

De 30%-regeling geldt alleen voor bepaalde groepen werknemers die vanuit Nederland naar het buitenland worden uitgezonden en voor bepaalde groepen werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland worden gezonden.

Voor toepassing van de 30%-regeling bij Nederlandse werknemers in het buitenland moet de werknemer bovendien in een periode van twaalf maanden minstens 45 dagen in het buitenland verblijven. Uitzendperiodes van minder dan vijftien dagen tellen hierbij niet mee.

Voor toepassing van de 30%-regeling bij naar het buitenland uitgezonden werknemers heeft u geen beschikking van de Belastingdienst nodig. Bij het voldoen aan de voorwaarden kunt u de regeling op eigen houtje toepassen.

voorwaarden

Voor toepassing van de 30%-regeling bij buitenlandse werknemers die voor uw onderneming in Nederland werken, gelden als voorwaarden dat de werknemer:

  • bij uw onderneming in dienst is;
  • voldoet aan de definitie van ingekomen werknemer;
  • over een specifieke deskundigheid beschikt.

inkomensnorm

Voor dat laatste geldt dat die deskundigheid aan de hand van een inkomensnorm wordt getoetst. Er wordt in 2015 een specifieke deskundigheid aanwezig geacht als het belastbare jaarloon van de werknemer minstens € 36.705 is (exclusief de gerichte vrijstelling). Voor werknemers jonger dan 30 jaar die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel – of vergelijkbare buitenlandse titel – hebben behaald, geldt als inkomensnorm € 27.901 (exclusief de gerichte vrijstelling).

schaarste­vereiste

In uitzonderingsgevallen kan het zijn dat de deskundigheidseis niet geldt (bijvoorbeeld bij artsen in opleiding tot specialist), of juist dat naast de deskundigheidseis ook aan het schaarstevereiste moet worden voldaan. Dat laatste houdt in dat de deskundigheid van de werknemer niet of nauwelijks op de Nederlandse arbeidsmarkt te vinden is.

zonder nader bewijs

Voor toepassing van de 30%-regeling bij naar Nederland ingekomen buitenlandse werknemers heeft u een beschikking van de Belastingdienst nodig. Ook al wordt dan aan de voorwaarden voldaan, u kunt de regeling dus niet op eigen houtje toepassen.

30%-vergoeding

Bij de vergoeding van extraterritoriale kosten via de 30%-regeling mag u de werknemer zonder nader bewijs maximaal 30/70 van zijn loon exclusief de vergoeding – wat dus neerkomt op maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding – als onbelaste vergoeding geven. Als loon geldt hierbij het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking waarvoor u loonaangifte doet.

U mag er ook voor kiezen om in plaats van de 30%-vergoeding de werkelijke (redelijke) extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden. In dat geval moet u deze kosten aannemelijk maken. Ook moet u dan de vergoeding per werknemer in uw loonadministratie bijhouden.

vergoeding belast

Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan voor de gerichte vrijstelling – ongeacht of het gaat om de 30%-vergoeding of vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten – is de vergoeding belast. U kunt deze desgewenst als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte brengen en er zo alsnog onbelast loon voor de werknemer van maken.

uit­zonderingen

Bovendien is elke vergoeding of verstrekking die u naast de onbelaste 30%-vergoeding geeft voor werkelijke extraterritoriale kosten of het bovenmatige deel bij een vergoeding van meer dan 30% van het loon inclusief de vergoeding, loon voor de werknemer of desgewenst eindheffingsloon in de vrije ruimte. Op het eerstgenoemde bestaan echter uitzonderingen, wat inhoudt dat u deze zaken náást de 30%-vergoeding toch onbelast kunt vergoeden of verstrekken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de kosten voor:

  • de verhuizing en tijdelijke opslag van de boedel;
  • een kennismakingsbezoek van de werknemer aan het bedrijf in het werkland;
  • schoolgelden voor een internationale school.

Als u voor werknemers de 30%-regeling toepast, is extra aandacht voor de (juiste) verwerking voor de loonheffingen van de aan hen gedane vergoedingen en verstrekkingen raadzaam.