U bent hier

Onderneming & Personeel
Arbeidshygiëne5. Kantoor en binnenklimaat5.5 Verlichting

5.5 Verlichting

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: september 2020

lichtinval

De verlichting in uw kantoor goed inrichten is een precies klusje waarbij u rekening moet houden met veel factoren. U heeft niet alleen te maken met de lichtinval van buiten, maar u wilt ook goede lichtbronnen in het pand aanbrengen.

contrast

Dat is niet een kwestie van een paar lampen ophangen. U moet onder andere rekening houden met de volgende zaken:

  • kleurtemperatuur;
  • kleurweergave-index;
  • het contrast tussen licht en de omgeving;
  • verlichting die zo is aangebracht dat die niet recht in het gezicht van een werknemer schijnt;
  • lichtweerspiegeling in bijvoorbeeld de ramen of de beeldschermen;
  • verhouding kunstlicht en licht dat van buiten komt.

Bron van gezondheidsklachten door licht

vermoeide ogen

Als het licht in uw kantoorpand niet goed is geregeld, kunnen werknemers klagen over hoofdpijn, nek- en schouderklachten en branderige, geïrriteerde of vermoeide ogen. Ook kunnen zij bij u aangeven dat ze vaak met hun ogen knipperen.

Werkplek

werkplek

Bij dit type klachten kunt u een arbeidshygiënist inschakelen. Die zal kijken of er te weinig licht is op de verschillende werkplekken of misschien wel te veel. Het licht kan ook te helder zijn of er is te veel contrast op de werkplek, waardoor de werknemer klachten krijgt. Tot slot kan ook de lamp waaruit de lichtbron schijnt, nog voor problemen zorgen. Denk aan een peertje dat niet is omgeven door een dimmende kap en daardoor te fel licht geeft.

verlichtingssterkte

Gaat u zich bezighouden met (nieuwe) verlichting in uw kantoorpand, houd dan de streefwaarden uit onderstaande tabel aan. De verlichtingssterkte kunt u meten en de kleurweergave vindt u terug in informatie die u ontvangt bij de aanschaf van de verlichting

Klasse A B C
Verlichtingssterkte (lux) 750 500 500
Kleurweergave (Ra) 90 80 80

regelmogelijkheden

Let er verder op of het licht aangaat met een schakelaar of een dimmer. Zoals u al eerder in dit hoofdstuk kon lezen, helpt het werknemers als zij regelmogelijkheden hebben. Als zij het licht kunnen dimmen, hebben zij invloed op de situatie en dat heeft een positief effect op de klachten.

kantoorpand

Vanzelfsprekend bestaat uw kantoorpand niet alleen uit werkruimtes. Er zijn ook toiletten, er is een trap(penhuis) en misschien heeft u een ontvangstbalie. Elke ruimte kent een andere streefwaarde voor de verlichtingssterkte. Hieronder vindt u de streefwaarden van de meest voorkomende ruimtes in een kantoorpand.

Soort ruimte Aanbevolen verlichtingssterkte (lux)
Archief 200
Bibliotheek 500
Kantine 200
Magazijn 100
Receptie/ontvangstbalie 300
Toilet 100
Trap(penhuis) 150

bioritme

Let tot slot ook op de hoeveelheid daglicht die doordringt tot elke werkplek. Daglicht is belangrijk voor het bioritme van de werknemers. Daglicht is weliswaar belangrijk, maar let er wel op dat de werkplekken niet zo zijn ingericht dat een werknemer op enig moment gedurende zijn werkdag door het raam heen vol tegen de zon inkijkt.

reflectie

Een werkplek die 180 graden is gedraaid, is daarentegen ook niet ideaal. Zo schijnt de zon namelijk op het beeldscherm en dat zorgt voor hinderlijke reflecties. Draai de werkplek of zorg ervoor dat de werknemer de zon goed kan blokkeren met bijvoorbeeld een zonnescherm waar ook geen schitteringen van de zon doorheen dringen, zodat hij er geen last van heeft.