U bent hier

Onderneming & Fiscus
Non-profit en de fiscus4. Non-profits en de BTW4.7 Aangifte corrigeren

4.7 Aangifte corrigeren

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Bestuur Rendement
Publicatiedatum: december 2020

suppletie-
aangifte

Achteraf kan blijken dat u te weinig of juist te veel BTW heeft aangegeven en betaald of dat een aangifte onjuist is ingevuld. Met een zogenoemde suppletieaangifte kunt u de te veel aangegeven (en betaalde) BTW terugvragen of de te weinig aangegeven (en dus niet afgedragen) BTW alsnog betalen. U bent wettelijk verplicht de Belastingdienst te informeren als eerder ingediende BTW-aangiften niet volledig of niet correct zijn.

4.7.1 Informatieplicht

informatieplicht

Op grond van uw informatieplicht moet u suppletie doen zodra u vaststelt dat uw BTW-aangifte onjuist of onvolledig was. De suppletieaangifte leidt tot een naheffingsaanslag of wordt behandeld als een ambtshalve verzoek om teruggaaf.

Let op dat u niet onbeperkt de tijd heeft. De termijn voor het indienen van de suppletie bedraagt vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan of waarover de teruggaaf wordt verleend.

4.7.2 Corrigeren

formulier

De ingezonden BTW-aangifte kunt u alleen nog wijzigen of aanvullen met het formulier ‘Suppletie omzetbelasting’. Dit formulier vindt u in de portal voor ondernemers van de Belastingdienst.

Mogelijkheden

twee situaties

Bij het corrigeren van de BTW-aangifte zijn er twee situaties mogelijk:

  • U heeft een fout gemaakt in de aangifte over een bepaald tijdvak. In het suppletieformulier geeft u aan om welk tijdvak het gaat en wat de juiste gegevens zijn.
  • Er is een fout gemaakt in een heel kalender- of boekjaar: deze fout ontdekt u vaak pas bij het opmaken van de jaarrekening. In het suppletieformulier geeft u dan de gecorrigeerde gegevens voor heel het jaar op.

Correctiegrens

saldo

verrekenen

Het indienen van een suppletieformulier is alleen nodig als het saldo van de onjuistheden of onvolledigheden meer dan € 1.000 bedraagt (te betalen of terug te ontvangen). Als namelijk blijkt dat u € 1.000 of minder terugkrijgt of moet betalen, kunt u de aanvulling gewoon verrekenen met uw eerstvolgende BTW-aangifte. U krijgt dan geen teruggaafbeschikking of naheffingsaanslag. Gaat het echter om een correctie voor de kleineondernemersregeling (zie paragraaf 4.2.4), dan geldt deze correctiegrens niet.

4.7.3 Oninbare vordering

voor­financieren

Direct na het versturen van de factuur, betaalt u de verschuldigde BTW. Vaak moet u de BTW voorfinancieren, want dan heeft de klant de rekening nog niet betaald. Later kan echter blijken dat de klant helemaal niet gaat betalen en dat de vordering daardoor oninbaar is. De betaalde BTW kunt u in dat geval wel terugvragen bij de Belastingdienst.

Terugvragen

één jaar

Het terugvragen van de BTW is slechts mogelijk als duidelijk is dat de vordering oninbaar is. De Belastingdienst vindt een vordering oninbaar als betaling uitblijft en er één jaar is verstreken na de uiterste betaaldatum. De teruggaaf van BTW kunt u direct verwerken in de aangifte over het tijdvak waarin de oninbaarheid is ontstaan of de eenjaarstermijn is verstreken.