6.1 Keuring voor de WIA
WIA-aanvraag
arbeidsdeskundige
Dient een medewerker een WIA-aanvraag in bij UWV, dan wordt hij eerst gekeurd. UWV gaat dan na of werkgever en medewerker zich voldoende hebben ingespannen voor re-integratie. Als dit het geval is, wordt de medewerker gekeurd door een arts en een arbeidsdeskundige van UWV.
Een arts bekijkt welke beperkingen de medewerker heeft. Ook kijkt hij welke soorten werk de medewerker met die beperkingen nog kan uitvoeren.
loonsanctie
Heeft de werkgever zich volgens UWV onvoldoende ingespannen voor de re-integratie, dan volgt er een loonsanctie en moet hij maximaal een jaar langer het loon doorbetalen. Heeft de werknemer zich niet ingespannen, dan kan UWV hem korten op zijn uitkering.
6.1.1 Verdiencapaciteit
WGA-uitkering
Als de arts van UWV oordeelt dat de werknemer nu of in de toekomst weer kan werken, volgt er een gesprek bij de arbeidsdeskundige. Hij bepaalt welk werk de medewerker zou kunnen doen en wat hij daarmee zou kunnen verdienen; de zogenoemde verdiencapaciteit. De medewerker kan alleen aanspraak maken op een WIA-uitkering als hij 65% of minder van zijn oude loon kan verdienen (en dus minimaal 35% arbeidsongeschikt is). Meestal zal hij dan een WGA-uitkering ontvangen. De medewerker kan een aanvraag indienen als hij bijna twee jaar ziek is, ongeacht of hij in dienst is.
Blijft de medewerker in dienst op het moment dat hij een WIA-uitkering ontvangt, dan kunt u bij UWV subsidie aanvragen voor aanpassingen aan de werkplek. Wordt de werknemer later weer ziek, dan kunt u soms een ZW-uitkering voor hem aanvragen.