1.4 De personeelsvertegenwoordiging
vrijwillige OR
De werkgever in een organisatie die tien tot 49 werknemers telt, heeft geen wettelijke verplichting om een OR in te stellen. Dat betekent niet dat hij onder geen beding een OR mag oprichten. Dat kan namelijk wel in de vorm van een zogeheten vrijwillige ondernemingsraad. Die OR heeft dezelfde rechten als de OR.
Mocht de werkgever dat niet willen, dan is er nog een andere vorm van medezeggenschap: de PVT. Die kan hij uit eigen beweging oprichten.
Uw werkgever kan worden verplicht om een PVT op te richten. Bijvoorbeeld als meer dan de helft van de werknemers daarom vraagt. De verplichting tot het oprichten van een PVT kan ook in de cao staan.
verschillen
rechten
Een PVT bestaat uit ten minste drie leden die door de werknemers worden gekozen. Er zijn wat verschillen tussen beide vormen van medezeggenschap. Zo heeft de PVT op minder onderwerpen instemmingsrecht en adviesrecht. Ook kan de PVT op minder informatie aanspraak maken dan de OR. Tot slot heeft de PVT – in tegenstelling tot de OR – geen initiatiefrecht. Dat is belangrijke informatie voor u als arboprofessional, omdat sommige arbozaken niet eerst langs de PVT hoeven. Hoe deze rechten exact zijn geregeld, leest u in hoofdstuk 4 tot en met 7.