U bent hier

6.3 Ontruimen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier MT Rendement
Publicatiedatum: mei 2022

ordelijk

Als het alarm terecht afgaat, gaat de bhv’er over tot ontruiming. Een ontruiming moet ordelijk en efficiënt verlopen. Dat valt niet altijd mee, omdat ontruimingen juist plaatsvinden tijdens calamiteiten die paniek veroorzaken. Om te voorkomen dat er paniek uitbreekt, moet de bhv regelmatig oefenen met een effectief ontruimingsplan, zodat de andere werknemers weten wat er van hen wordt verwacht als er onverhoopt een echte ontruiming plaatsvindt.

6.3.1 Wanneer ontruimen

risico

De beslissing om te ontruimen is geen makkelijke, maar wel een die voor te bereiden is. De ontruiming zelf brengt namelijk ook weer risico’s met zich mee. Er is bijvoorbeeld een reële kans dat mensen in paniek raken. Daarom moet de bhv’er eerst op onderzoek uitgaan. Als de situatie daarom vraagt, gaat hij over tot ontruiming.

6.3.2 Ontruimingsplan

paniek ­voorkomen

Grootste zorg in het geval van brand of andere calamiteiten is het in veiligheid brengen van mensen. Direct na de (brand)melding kan met de ontruiming worden begonnen als dat nodig is. Hiervoor moet uw organisatie een ontruimingsplan opstellen. Het werken met een ontruimingsplan voorkomt paniek en bevordert een veilige en ordelijke ontruiming. Dit laatste is van vitaal belang, met name bij gebouwen waar grote groepen mensen aanwezig zijn. Grote kantoorgebouwen, ziekenhuizen en scholen zijn hier voorbeelden van. Maar zelfs de kleinste organisaties hebben er baat bij een ontruimingsplan op te stellen, zodat werknemers weten wat zij moeten doen in het geval van bijvoorbeeld brand.

Wettelijk verplicht

Bouwbesluit

Het Bouwbesluit is een verzameling van bouwtechnische voorschriften waar bouwwerken in Nederland aan moeten voldoen. In het Bouwbesluit is veel aandacht voor onder meer brandveiligheid. Het opstellen van een ontruimingsplan en het installeren van bijvoorbeeld een brandalarm is dan ook niet vrijblijvend.

rookmelder

Artikel 6.20 van het Bouwbesluit zoomt volledig in op de aanwezigheid van brandmeldinstallaties, 6.21 gaat in op de rookmelders. Artikel 6.23 behandelt dan weer het ontruimingsplan en de daarop volgende artikelen gaan in op de vluchtrouteaanduiding, nooddeuren en brandbestrijding. Het gebouw, of de gebouwen, van uw organisatie moet dus al aan een aantal wettelijke eisen voldoen wat betreft brandveiligheid, alarmering en ontruiming.

6.3.3 Inhoud van ontruimingsplan

verzamelplaats

Het ontruimingsplan kan een enorm document zijn, afhankelijk van de situatie. Voor de werknemers vereenvoudigt uw werkgever het ontruimingsplan. De volgende punten horen in ieder geval thuis in het eenvoudige ontruimingsplan:

  • plaats en beschikbaarheid van vluchtwegen;
  • vluchtwegbewijzering (pictogrammen);
  • alarmeringsprocedures;
  • coördinatie, taken en bevoegdheden;
  • voorzieningen;
  • verzamelplaatsen.

Het ontruimingsplan per verdieping met tekeningen staat bij voorkeur op A4-formaat. Vluchtwegen worden met groene pijlen aangegeven en blusmiddelen met rood. Pictogrammen zorgen ervoor dat het snel te lezen is.

6.3.4 Overige informatie

‘s nachts

Het opstellen van een ontruimingsplan is een enorme klus. Op het voorblad, de eerste pagina, staan de volgende algemene gegevens vermeld:

  • naam en adres van organisatie of instelling;
  • naam, adres en telefoonnummers van hoofd bhv;
  • naam, adres en telefoonnummers van de directie;
  • namen en telefoonnummers van leidinggevenden;
  • aantal aanwezigen, zowel overdag als ‘s nachts;
  • plaats waar het ontruimingsplan is opgeborgen;
  • ontruimingssignalering, bijvoorbeeld personenzoek­installatie;
  • namen en telefoonnummers van degenen die bij interne alarmering overdag en eventueel ‘s nachts gewaarschuwd moeten worden.

appèl

Ook de volgende punten moeten zijn opgenomen:

  • de compartimentering van het gebouw;
  • onbelemmerde vluchtwegen en nooduitgangen;
  • liften buiten het gebouw;
  • binnentrappen en brandtrappen;
  • situering van brandgevaarlijke (opslag)ruimten;
  • mobiliteit van de aanwezigen;
  • verzamelplaats of opvangruimte, zodat na ontruiming appèl mogelijk is.

nood­verlichting

Voorwaarden voor toepassing van het ontruimingsplan:

  • brandmeld- en brandbeveiligingssystemen in het gebouw;
  • duidelijk hoorbaar ontruimingssignaal op alle plaatsen in het gebouw;
  • noodverlichtingsinstallatie;
  • goed intern oproep- en communicatiesysteem;
  • centraalpostfunctie voor de coördinatie;
  • geoefende bhv-organisatie in de organisatie;
  • regelmatig oefenen met de werknemers.

6.3.5 Verzamelplaats

beschutting

In een ontruimingsplan moet altijd een veilige verzamelplaats voor alle werknemers en bezoekers worden aangegeven. Kies altijd minimaal twee verzamelplaatsen: zowel één binnen als één buiten het gebouw. Buiten het gebouw kan dat een plein zijn of een ander gebouw in de onmiddellijke omgeving van het te ontruimen pand. Zorg wel dat de verzamelplaats voldoende ruimte en beschutting geeft aan de werknemers en andere personen die in het pand aanwezig waren.

6.3.6 Plattegrond

plattegrond

Voor een goede ontruiming moeten alle werknemers van de organisatie op de hoogte zijn van de vluchtwegen in het gebouw. Welke richting moeten zij volgen om veilig buiten het gebouw te komen? Geef daarom in de gangen de vluchtrichtingen aan en plaats vluchtschema’s bij voorkeur in de buurt van blusmiddelen en handbrandmelders. Hang in elke ruimte, het liefst naast de toegangsdeur, een overzichtelijke plattegrond met de richting van de kortste vluchtroute.

Voorzie de plattegrond meteen van de alarmnummers. Werknemers onthouden waar de plattegronden hangen en zullen daar ook naar alarmnummers zoeken.