6.2 Alarmeren

Bij een brandalarm kan het de bhv’er niet ontgaan dat er een calamiteit is. Maar lang niet alle calamiteiten worden automatisch door melders gedetecteerd. De bhv’er moet dan door iemand anders opgeroepen worden.

6.2.1 Alarmeren

interne alarmnummer

Binnen de hele organisatie moet het interne alarmnummer bekend zijn. Dat is niet 112, maar het interne nummer waarmee u bhv’ers inschakelt. Helaas kan uw werkgever niet verwachten dat het interne alarmnummer net zo goed in het geheugen zit als 112. Daarom moet het makkelijk te vinden zijn, zoals op intranet. Daarnaast moet het nummer duidelijk zichtbaar op het ontruimingsplan staan. Dat plan hangt in het gebouw op iedere afdeling en op strategische plekken.

Interne alarmnummer

Het interne alarmnummer moet zo kort mogelijk zijn en makkelijk te onthouden. Denk daarbij aan een nummer als 999. In de bedrijfsnoodorganisatie, het overkoepelende bhv-beleid, neemt de werkgever op dat het alarmnummer automatisch naar een of meerdere aparte toestellen belt die alleen met dat nummer te bereiken zijn. Bij die toestellen hangt ook meteen een overzicht van de te nemen stappen bij een calamiteit, zoals het inschakelen van hulpdiensten.

6.2.2 Hulpdiensten alarmeren

voorpostfunctie

telefonist

Vroeger hoorde het alarmeren van en samenwerken met de externe hulpdiensten bij het takenpakket van de bhv’er. Nu is de werkgever hier verantwoordelijk voor. De werkgever kan nu zelf kiezen welke werknemer deze voorpostfunctie krijgt. In de praktijk wordt nog steeds een bepaalde bhv’er voor deze taak aangewezen, maar ook de volgende werknemers zijn geschikt voor deze taak:

• receptionist: die vaak ook telefoontjes en dus het alarmnummer beantwoordt. Extra voordeel is dat de receptionist zicht heeft op de aanwezigheid van werknemers;
• telefonist: beantwoordt telefoontjes en kan dus ook de telefoon van het alarmnummer aannemen;
• conciërge: heeft veel kennis van het gebouw en kan via een draagbare telefoon alarmtelefoontjes beantwoorden.