8.2 Doelstellingen opstellen
derde stap
Het inventariseren van de risico’s is stap één, het bedenken van beschermingsmaatregelen vormt de tweede stap. De derde stap is het formuleren van de doelstellingen. Want wat wilt u nu daadwerkelijk bereiken met de maatregelen die u heeft bedacht?
De Demingcirkel
Een nuttig en eenvoudig toepasbaar instrument om uw beleid op te baseren is de zogenoemde Demingcirkel. Die staat ook wel bekend als de Plan-Do-Check-Act-cyclus.
- Plan: inventariseer risico’s en bepaal de doelstellingen.
- Do: begin met de uitvoering van de maatregelen.
- Check: houd een vinger aan de pols en kijk of de maatregelen effect hebben.
- Act: stel doelstellingen bij en kies nieuwe doelen.
vanaf het begin
U moet die Demingcirkel vanaf het begin gebruiken. Formuleert u geen doelstellingen, dan kunt u die niet uitvoeren en de effecten er niet van meten. Het is dan onmogelijk om te beoordelen of uw maatregelen tot het gewenste resultaat leiden. Start dus niet met maatregelen, maar met het inventariseren en vaststellen van doelen.
8.2.1 Nulmeting
verschillende bronnen
Om het effect van een maatregel te meten, moet u een nulmeting uitvoeren. Die nulmeting geeft aan wat u daarna bereikt met uw maatregelen. Er zijn verschillende bronnen waaruit u uw nulmeting kunt opmaken, kijk of u de informatie kunt gebruiken uit:
- administratie van verzuimcijfers;
- een periodiek arbeidsgezondheidsonderzoek (PAGO);
- een preventief medisch onderzoek (PMO);
- rapporten van de vertrouwenspersoon en klachtencommissie;
- registratie van arbeidsongevallen en bijna-incidenten;
- overzicht van aangiftes bij de politie;
- enquêtes onder werknemers en bezoekers.
Werknemersenquête
enquête
Uiteindelijk bieden werknemers zelf een schat aan informatie over fysieke en PSA-risico’s. Een enquête onder werknemers kan dus goede informatie opleveren voor uw nulmeting. Voorbeelden van vragen zijn:
- Hoe vaak hebben werknemers binnen een bepaalde periode te maken gehad met geweld?
- Voelt de werknemer zich veilig op het werk?
- Welke werkplekken zijn onveilig?
- Voelt de werknemer zich (weleens) gedwongen over te werken?
- Vindt de werknemer dat zijn functie afwisselend genoeg is?
- Heeft de werknemer weleens fysieke klachten door zijn werk?
8.2.2 Doelen SMART maken
Een veelgemaakte fout is het opstellen van te ambitieuze doelen. Dat heeft een negatieve invloed op uw werk, omdat u al snel doelen misloopt en dadelijk zelf nog te veel werkdruk voelt omdat u uw doelen niet behaalt. Stel uw doelen daarom SMART op.
- Specifiek: omschrijf wat u wilt bereiken en formuleer dat zo specifiek mogelijk.
- Meetbaar: hang er een meetbaar doel aan, u moet achteraf kunnen bepalen of uw doel is behaald.
- Acceptabel: worden uw doelstellingen ‘geaccepteerd’ op alle niveaus binnen uw organisatie? U moet namelijk voldoende draagvlak hebben voor uw plannen.
- Realistisch: zijn uw doelstellingen überhaupt wel haalbaar voor iedereen?
- Tijdgebonden: binnen welke periode moeten uw doelstellingen verwezenlijkt zijn?
SMART-methode
De SMART-methode dwingt u concreet te werk te gaan, alleen met een concreet plan kunt u uw werkgever en medewerkers overtuigen van het nut van uw aanpak.