8.1 Maatregelen formuleren
systematisch
Met het overzicht van de risico’s bij de hand, is het nu zaak om maatregelen te nemen. Die maatregelen heeft u ook al in de RI&E geformuleerd (zie hoofdstuk 6), maar die moet u nu gedetailleerd en systematisch uitwerken.
8.1.1 Plan van aanpak
De maatregelen stelt u op in het plan van aanpak. Dat komt grotendeels overeen met het plan van aanpak van uw RI&E:
- welke maatregelen moeten er genomen worden;
- waarom en met welk doel neemt u de maatregelen;
- op welk termijn moeten de maatregelen zijn doorgevoerd.
8.1.2 Probleemeigenaar
Wijs voor het plan van aanpak een zogenoemde probleemeigenaar toe. Hij is de verantwoordelijke voor het doorvoeren van de maatregelen.
technische dienst
De probleemeigenaar is een medewerker binnen uw organisatie. Dat hoeft niet eens per se een arboprofessional of preventiemedewerker te zijn, het kan ook een werknemer van de technische dienst of een afdelingshoofd zijn. Het voordeel van een probleemeigenaar is dat hij de maatregel snel kan doorvoeren en u op de hoogte houdt van de status van de werkzaamheden.
Kies voor de probleemeigenaar wel een maatregel die binnen zijn expertise valt. Een HR-medewerker moet niet de trapleuningen installeren en de technische dienst moet niet verantwoordelijk zijn voor de aanpak van werkdruk.
8.1.3 Beleid tegen PSA
Bij de aanpak van PSA-risico’s is de ‘arbeidshygiënische strategie’ de beste aanpak. U neemt dan de volgende stappen:
Let op: u moet in deze volgorde te werk gaan.
Wettelijk verplichte aanpak
boete
De aanpak volgens de arbeidshygiënische aanpak is niet vrijblijvend. De Inspectie SZW zal bij controles kijken of u deze aanpak toepast. Dat is namelijk in de Arbowet (artikel 3, lid 1) vastgelegd. Heeft u de stappen niet gevolgd bij de aanpak van PSA-risico’s binnen uw organisatie, dan loopt u het risico op een boete.
Vanaf hoogste niveau
De arbeidshygiënische aanpak start bij de bron, het gevaar neemt u weg. Uiteraard wilt u het risico vanaf het hoogste niveau bestrijden, maar dat lukt niet altijd. Pas als het hoogste niet haalbaar is, pakt u het risico aan vanaf een lagere trede.
Werkdruk kunt u bijvoorbeeld bij de bron aanpakken door van hogerhand de werkzaamheden anders in te richten. Daarna u kunt collectieve maatregelen nemen (training timemanagement) en individuele maatregelen treffen (specifieke werkzaamheden bij een individu weghalen).
Collectieve en individuele maatregelen
contact
veilige glaswand
Hoewel u alle risico’s zoveel mogelijk bij de bron moet en wilt aanpakken, zult u bij veel PSA-risico’s vooral proberen collectieve en individuele maatregelen te nemen. Ongewenste omgangsvormen zijn vaak niet bij de bron aan te pakken, ze ontstaan in contact tussen mensen. In dat geval moet u denken aan de volgende preventieve maatregelen:
- gedragscode opstellen: een code waarin u duidelijk maakt wat ongewenste omgangsvormen zijn binnen uw organisatie (zie hoofdstuk 7);
- technische aanpassingen: bijvoorbeeld een veilige glaswand voor baliemedewerkers;
- indeling van ruimten: richt werkplekken waar medewerkers zich onveilig voelen anders in;
- informatiebijeenkomsten: denk aan een voorlichtingsbijeenkomst over de gevolgen van pesten;
- cursussen en trainingen: een training omgaan met agressie neemt de bron van de agressie niet weg, maar u wapent uw werknemers wel beter tegen agressie;
- aanpassing van roosters: door werktijden anders in te delen, neemt u werkdruk weg;
- teamsamenstelling: welke mensen moeten samenwerken (of juist niet) om agressie van bezoekers of patiënten het beste aan te kunnen?
Tijdens het samenstellen van de maatregelen houdt u constant een checklist in uw achterhoofd met de drie categorieën waarop de aanpassingen door te voeren zijn: organisatorisch, technisch en op basis van gedrag.
8.1.4 Branche-oplossingen
branche-RI&E
Bij het bedenken van oplossingen, hoeft u het wiel gelukkig niet opnieuw uit te vinden. Sla er daarom een branche-RI&E op na om te zien welke oplossingen er al bestaan voor de risico’s die u moet aanpakken. Op de website rie.nl van het Steunpunt RI&E vindt u verschillende branche-RI&E’s. Neem voorbeeld RI&E’s echter niet klakkeloos over, er zijn altijd specifieke situaties waar u toch zelf een oplossing voor moet bedenken.
8.1.5 Beleid tegen fysieke belasting
meer kansen
Beleid voeren tegen fysieke belasting doet u volgens dezelfde methode als bij de aanpak van PSA-risico’s (zie paragraaf 8.1.3), u pakt eerst de bron (het gevaar) aan, daarna neemt u collectieve maatregelen, dan onderneemt u actie op individueel niveau en als dat allemaal niet helpt kiest u voor het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Waar u bij de aanpak van PSA-risico’s vooral collectieve en individuele maatregelen neemt, heeft u bij fysieke belasting juist meer kansen om het probleem al bij de bron aan te pakken. Stel dat werknemers in een lawaaiige ruimte werken:
PBM
Ook bij de aanpak van fysieke belasting bent u wettelijk verplicht deze aanpak stapsgewijs te volgen. Als u werknemers PBM’s aanbiedt maar heeft nagelaten om het probleem bij de bron aan te pakken, heeft u de wet niet opgevolgd.
Aanpakken zonder techniek
polsbrace
Probeer bij de aanpak van fysieke belasting verder te kijken dan alleen de ‘technische’ maatregelen. Een werknemer die last heeft van RSI/KANS kunt u helpen door hem een polsbrace te verstrekken. Alleen zijn de reperterende bewegingen het daadwerkelijke probleem, u kunt er ook voor kiezen om de werknemer afwisselender werk te geven waardoor hij zijn pols minder belast: u pakt dus eerst de bron aan.