4.3 Sociale vaardigheden
charisma
Een belangrijke competentie om goed leiding te kunnen geven, is beschikken over goede sociale en communicatieve vaardigheden. Het is prettig als u gezegend bent met een flinke dosis charisma, maar sociale vaardigheden kunt u zich ook eigen maken. Conflicthantering, omgaan met verschillen, goed kunnen luisteren, integer handelen, u kwetsbaar opstellen en goed kunnen samenwerken zijn een aantal van die belangrijke sociale leiderschapscompetenties.
Verbeteren
bewust van uw gedrag
luisteren
geduld opbrengen
geen verborgen agenda
assertief
anderen begrijpen
Als u uw sociale vaardigheden wilt oefenen, is het belangrijk dat u zich bewust bent van uw gedrag. Als leidinggevende is uw gedrag een voorbeeld voor anderen. Als u met werknemers praat, wees u dan bewust van uw eigen gedachtes en gevoelens. Voelde u zich eerder ongemakkelijk, probeer dit gevoel dan in een andere situatie om te draaien naar positieve emoties en daarmee ander gedrag. Andere methodes zijn:
- Denk aan uw lichaamshouding. Dit bepaalt voor zeker 50% uw communicatie. Een open en zelfverzekerde, maar vriendelijke houding en oogcontact met uw gesprekspartner maken dat u gemakkelijker benaderbaar bent.
- Het is belangrijk dat u oefent om goed naar anderen te luisteren. Zo komt u geïnteresseerd over en zullen mensen gemakkelijker met u communiceren. Ze zullen u eerder zien als een betrokken en sociaal leider.
- Niet iedereen is even snel van begrip en pikt uw aanwijzingen direct op. Probeer echter altijd geduld op te brengen, want met ongeduld bereikt u niets.
- Om het vertrouwen van werknemers te winnen en te behouden, moet u duidelijk en eerlijk zijn. Zorg ervoor dat werknemers op u kunnen bouwen en dat u geen ‘verborgen agenda’ heeft. Als iets u niet zint, communiceer dit dan direct, rustig en oprecht.
- Wees assertief zonder agressief over te komen. Zo straalt u zelfvertrouwen uit, maar blijft u voor anderen wel benaderbaar.
- Werk aan uw inlevingsvermogen. Als leidinggevende heeft u te maken met mensen met verschillende achtergronden en karakters. Om anderen te begrijpen en op hun gevoelens in te springen, moet u zich kunnen inleven in andermans motieven.
Als goede leidinggevende moet u in staat zijn om uw eigen functioneren zo objectief mogelijk te bekijken. Oefen dus ook in zelfreflectie! Er is overigens niets mis mee om een collega hierbij om hulp te vragen.
Communicatie
aandacht vasthouden
Als u leidinggeeft aan anderen, gebruikt u communicatie om hen te overtuigen, om te onderhandelen, te overleggen, te corrigeren, te presenteren en om vragen te stellen. Hiervoor moet u goed luisteren naar wat een ander zegt. Daarnaast is het belangrijk dat u de aandacht vasthoudt. Zorg voor afwisseling in uw communicatie, vat samen, maak overgangen en stel vragen. Wees u bewust van uw non-verbale communicatie. Als u iets zegt, maar iets anders denkt, is dit vaak zichtbaar in uw uitdrukkingen.
Leidinggeven: de eerste maanden
vuurdoop
De eerste maanden als nieuwe leidinggevende zijn vaak een vuurdoop. De werknemers volgen u aandachtig en zullen uw grenzen verkennen. Ondertussen moet u het kantoor nog leren kennen. Om tijdens de eerste maanden een goede indruk te maken, is het verstandig om niet meteen de boel op zijn kop te zetten. Neem rustig de tijd om te kijken hoe werknemers samenwerken en wat hun functies zijn. Analyseer de doelen van de organisatie en stel daarna vast hoe u de eerste tijd te werk wilt gaan. Maak vervolgens rustig duidelijk wat u van plan bent.
Sturen
niet met opzet lastig
De sociale vaardigheden die u bezit, kunt u gebruiken om werknemers gericht te sturen. Dat is niet altijd eenvoudig, want er zijn heel wat werknemers die lastig te sturen zijn. Deze mensen hebben echter meestal één ding gemeen: ze zijn niet met opzet lastig. Misschien spelen onzekerheden of problemen in hun privéleven een rol.
Karakters
verlegen
weerstand
gevoelens erkennen
Wilt u hiermee goed omgaan, dan moet u leren inschatten met wat voor persoonlijkheid u te maken heeft. U kunt karakters in de volgende groepen indelen:
- Een zwijgzame of verlegen werknemer. U kunt verlegen mensen er beter bij betrekken door hun open vragen te stellen en dóór te vragen. Als u geen of onvoldoende antwoord krijgt, kies dan voor een ander soort vraag: ‘Waarom vind je het moeilijk om deze vraag te beantwoorden?’
- Een werknemer met weerstand. Bij deze werknemer is het verstandig om in te gaan op zijn kennis en expertise. Het gaat vaak om erkenning. Beweeg dus enigszins mee en geef hem het gevoel dat zijn mening ertoe doet.
- Een emotionele werknemer. Ook bij de emotionele werknemer geldt: erken zijn gevoelens. Geef aan dat u hem begrijpt, maar wees ook eerlijk. Als u niets aan de situatie kunt veranderen, zeg dit dan ook.
Let ook op als u leidinggeeft aan oudere werknemers. U kunt succesvol leidinggeven aan oudere werknemers als u respect toont voor het verschil in leeftijd en de ervaring van de werknemer. Zorg ervoor dat de oudere werknemer zich belangrijk voelt, maar dat hij ook respect voor u heeft.
Neem ook uw eigen houding onder de loep: die kan namelijk ‘lastig’ gedrag oproepen. Als u een werknemer die moeite heeft met autoriteit strak aanstuurt, zal hij zijn kont tegen de krib gooien. U kunt beter sturen door een beroep te doen op zijn ambities en eergevoel.
Talenten
stimuleren
Niet alleen problemen, maar ook kansen zijn belangrijk als u werknemers aanstuurt. Zorg dat u oog heeft voor de talenten van de werknemers en stimuleer hen om die te gebruiken. U kunt werknemers met duidelijke talenten taken toebedelen, waarbij ze die talenten kunnen gebruiken. Of u daagt ze uit om zelf te ontdekken waarvoor ze hun talenten goed kunnen inzetten.
oefenen
Talentmanagement is geen keuze binnen een succesvol team, maar pure noodzaak. Als werknemers hun talent niet gebruiken, droogt het op. Langdurig en veelvuldig oefenen is dan ook een vereiste. Werknemers moeten die kans krijgen en ook fouten kunnen maken!