8.1 Box 1-tarief
progressief tarief
Box 1 – inkomen uit werk en woning – kent een progressief tarief dat is verdeeld over drie schijven. Hoe meer belastbaar inkomen werknemers in deze categorie hebben, hoe meer inkomstenbelasting zij verhoudingsgewijs moeten betalen.
Premie
In box 1 wordt tegelijk met de belasting premie volksverzekeringen geheven, tot over maximaal € 38.098. De premie volksverzekeringen (27,65% in 2024) bestaat uit de volgende onderdelen:
- 17,90% premie AOW;
- 0,10% premie ANW;
- 9,65% WLZ.
Belastingtarieven box 1-inkomen
tot de AOW-leeftijd
In onderstaande tabel vindt u de IB-tarieven en schijven (2025 onder voorbehoud) voor werknemers tot de AOW-leeftijd. Dit zijn dezelfde tarieven waarmee u te maken heeft voor de loonheffing, de voorheffing op de IB.
Tarieven en schijven loon- en inkomstenbelasting tot AOW | ||
---|---|---|
2024 | 2025 | |
Tarief eerste schijf | 36,97% | 35,82% |
waarvan loonbelasting | 9,32% | 8,17% |
waarvan premie volksverzekeringen | 27,65% | 27,65% |
Lengte eerste schijf | € 38.098 | € 38.441 |
Tarief tweede schijf | 36,97% | 37,48% |
waarvan loonbelasting | 36,97% | 37,48% |
Lengte tweede schijf | € 37.420 | € 38.376 |
Tarief derde schijf | 49,50% | 49,50% |
waarvan loonbelasting | 49,50% | 49,50% |
Lengte derde schijf | restant | restant |
AOW’ers
aangepast tarief
Vanaf het moment dat werknemers de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, geldt voor hen een aangepast box 1-tarief. Dat komt doordat de werknemers vanaf dat moment geen AOW-premie meer zijn verschuldigd. De AOW-leeftijd is 67 jaar in 2024 (tot en met 2027). Voor AOW’ers geldt dus een andere kolom van de loonbelastingtabel. Bij werknemers met de AOW-leeftijd wordt onderscheid gemaakt tussen AOW’ers die geboren zijn na 1945 en vóór 1946.
hangt af van de maand
tarieven ongewijzigd
Het percentage dat in een bepaald jaar in de eerste schijf geldt voor werknemers die dat jaar de AOW-leeftijd bereiken, hangt af van de maand waarin dat gebeurt. Voor werknemers die in 2024 de AOW-leeftijd bereik(t)en, gelden bijvoorbeeld de volgende percentages in de eerste schijf:
- verjaardag in januari: 19,07%;
- verjaardag in februari: 20,56%;
- verjaardag in maart: 22,05%;
- verjaardag in april: 23,54%;
- verjaardag in mei: 25,03%;
- verjaardag in juni: 26,52%;
- verjaardag in juli: 28,02;
- verjaardag in augustus: 29,51%;
- verjaardag in september: 31,00%;
- verjaardag in oktober: 32,49%;
- verjaardag in november: 33,98%;
- verjaardag in december: 35,47%.
Bij het bereiken van de AOW-leeftijd in 2024 blijven de tarieven van de tweede en derde schijf ongewijzigd, aangezien die alleen uit loon- dan wel inkomstenbelasting bestaan.
Belastingtarieven box 1-inkomen ‘jonge’ AOW’ers
geboren na 1945
Onderstaande tabel geeft de tarieven en schijven voor de loon- en inkomstenbelasting (2025 onder voorbehoud) voor werknemers vanaf de AOW-leeftijd, geboren na 1945.
Tarieven loon- en inkomstenbelasting AOW’er van na 1945 | ||
---|---|---|
2024 | 2025 | |
Tarief eerste schijf | 19,07% | 17,92% |
waarvan loonbelasting | 9,32% | 8,17% |
waarvan premie volksverzekeringen | 9,75% | 9,75% |
Lengte eerste schijf | € 38.098 | € 38.441 |
Tarief tweede schijf | 36,97% | 37,48% |
waarvan loonbelasting | 36,97% | 37,48% |
Lengte tweede schijf | € 37.420 | € 38.376 |
Tarief derde schijf | 49,50% | 49,50% |
waarvan loonbelasting | 49,50% | 49,50% |
Lengte derde schijf | restant | restant |
Belastingtarieven box 1-inkomen ‘oudere’ AOW’ers
Onderstaande tabel geeft de tarieven en schijven voor de loon- en inkomstenbelasting (2025 onder voorbehoud) voor werknemers vanaf de AOW-leeftijd, geboren vóór 1946. Het enige wat anders is ten opzichte van AOW’ers van na 1945, zijn de lengtes van de eerste en tweede schijf.
Tarieven loon- en inkomstenbelasting AOW’er van vóór 1946 | ||
---|---|---|
2024 | 2025 | |
Tarief eerste schijf | 19,07% | 17,92% |
waarvan loonbelasting | 9,32% | 8,17% |
waarvan premie volksverzekeringen | 9,75% | 9,75% |
Lengte eerste schijf | € 40.021 | € 40.502 |
Tarief tweede schijf | 36,97% | 37,48% |
waarvan loonbelasting | 36,97% | 37,48% |
Lengte tweede schijf | € 35.497 | € 36.315 |
Tarief derde schijf | 49,50% | 49,50% |
waarvan loonbelasting | 49,50% | 49,50% |
Lengte derde schijf | restant | restant |
Bijzonder
U kunt voor werknemers niet alleen met de reguliere loonbelastingtabellen te maken krijgen, maar ook met de zogeheten tabellen voor bijzondere beloningen. De tabellen voor bijzondere beloningen moeten ervoor zorgen dat de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) op het loon van werknemers zo veel mogelijk aansluit bij de uiteindelijke heffing van inkomstenbelasting over hun inkomen.
los van een loontijdvak
Bijzondere beloningen zijn beloningen die de werknemers eenmalig of in de regel slechts één keer jaar ontvangen. Deze beloningen staan los van een loontijdvak. Voorbeelden van bijzondere beloningen zijn de vakantiebijslag (bij jaarlijkse uitbetaling ervan), transitievergoeding, eindejaarsuitkering of uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen.
twee elementen
Bij sommige tijdvakbeloningen mag u in plaats van de tijdvaktabel kiezen voor toepassing van de tabel voor bijzondere beloningen. Dit is bijvoorbeeld toegestaan bij beloningen over een ander tijdvak – zoals overwerkloon – of nabetalingen over tijdvakken van een vorig kalenderjaar.
Het bijzondere tarief is afhankelijk van twee elementen:
- het jaarloon van de werknemer (dit jaarloon moet u baseren op het kolom 14-loon uit de loonstaat over het voorgaande kalenderjaar);
- al dan niet toepassing van de loonheffingskorting.
Past u de loonheffingskorting niet toe voor de werknemer, dan geldt in 2024 voor werknemers tot de AOW-leeftijd een bijzonder tarief van 36,97% (tot en met een jaarloon van € 75.518) dan wel 49,50% (vanaf een jaarloon van € 75.519).
verrekeningspercentage
Past u de loonheffingskorting wel toe, dan krijgt u te maken met een verrekeningspercentage, dat u aftrekt of optelt bij het standaard tarief van 36,97% (jaarloon vanaf € 11.778 tot en met € 75.518) dan wel 49,50% (jaarloon vanaf € 75.519). U mag beide percentages ook apart toepassen. Bij een jaarloon tot € 11.778 is het bijzondere tarief 0%. Via het verrekeningspercentage wordt rekening gehouden met de opbouw en afbouw van de arbeidskorting en de afbouw van de algemene heffingskorting, zodat beter wordt aangesloten bij de verschuldigde inkomstenbelasting. Met het negatieve dan wel positieve verrekeningspercentage corrigeert u het tekort dan wel teveel aan loonheffingskorting.