10.3 Betaalverzuim
kan oplopen
Het niet, niet tijdig of niet volledig betalen van de verschuldigde loonheffingen kan een verzuimboete opleveren. Deze betaalverzuimboete bedraagt 3% van het nog te betalen bedrag, maar minimaal € 50 en maximaal € 5.514 (bedragen 2023). In uitzonderlijke situaties kan de boete oplopen naar maximaal 10% van het nog te betalen bedrag (maar maximaal € 5.514). Denk hierbij aan de situatie van stelselmatig betaalverzuim. Het opzettelijk verzaken van de verplichting tot het (tijdig) betalen van de loonheffingen kan gelden als een misdrijf, wat tot strafrechtelijke vervolging kan leiden.
Coulance
hangt af van de situatie
Of de Belastingdienst uw onderneming een verzuimboete oplegt voor te late betaling van een loonaangifte, hangt af van de situatie:
- U betaalt de loonheffingen te laat maar binnen de coulancetermijn van zeven kalenderdagen na de uiterste betaaldatum. In dit geval is uw vorige betaling bepalend:
- U betaalde de vorige loonaangifte op tijd en volledig: er volgt geen boete maar slechts een verzuimmededeling.
- U betaalde de vorige loonaangifte te laat of onvolledig: er volgt een boete.
- U betaalt de loonheffingen te laat maar deels binnen en deels buiten de coulancetermijn. In dit geval krijgt u een boete voor het volledig te laat betaalde bedrag (dus ook voor wat u binnen de coulancetermijn betaalde).
- U betaalt de loonheffingen te laat en buiten de coulancetermijn. In dit geval krijgt u een boete.
Betaalverzuim naar aanleiding van correctie
bijbetalen
andere situaties
Het kan zijn dat de correctie van een loonaangifte ertoe leidt dat uw onderneming loonheffingen moet bijbetalen. Die betaling is dan dus feitelijk te laat, zodat er sprake is van een betaalverzuim. De Belastingdienst legt in dat geval geen verzuimboete op als het totale bedrag aan correcties op jaarbasis € 20.000 of minder is (en er geen sprake is van een vergrijp). Bij een correctietotaal boven dat bedrag legt de fiscus alsnog geen boete op als het bedrag dat u moet bijbetalen minder is dan 10% van het eerder betaalde bedrag voor de loonaangiften die u corrigeert. In alle andere situaties legt de Belastingdienst uw onderneming een boete op van 5% van het bij te betalen bedrag, maar maximaal € 5.514 (bedragen 2023).
over het totaalbedrag
Als u de loonheffingen helemaal niet of niet volledig betaalt, zal de Belastingdienst uw onderneming een naheffingsaanslag opleggen, inclusief betaalverzuimboete. Als u in deze situatie ook een deel van de loonheffingen te laat betaalde, wordt die boete berekend over het totaalbedrag aan niet betaalde en te laat betaalde loonheffingen.
fout ontdekt
De fiscus kan naheffen tot en met het vijfde kalenderjaar nadat er te weinig loonheffingen zijn betaald. Dit hoeft niet per se te gebeuren na ontdekking van een fout in uw loonaangiften maar kan ook naar aanleiding van een controlebezoek zijn, waar bijvoorbeeld een fout in de loonadministratie wordt ontdekt of een arbeidskracht is aangetroffen die niet in uw salarisadministratie is opgenomen.
Naheffingsaanslag inclusief belastingrente
op grond van verplichting
Een naheffingsaanslag loonheffingen gaat meestal gepaard met belastingrente van 4% (2023). De Belastingdienst berekent de verschuldigde belastingrente in principe over de periode van 1 januari van het jaar waarop de naheffing betrekking heeft, tot en met de datum waarop u de naheffingsaanslag uiterlijk moet hebben betaald (de dagtekening van de aanslag plus 14 kalenderdagen). Uw organisatie hoeft geen belastingrente te betalen als u op eigen initiatief corrigeert. Datzelfde geldt als u een correctie indient op grond van een verplichting daartoe van de fiscus, maar u dat doet vóór 1 april van het volgende jaar.
Vergrijp
In een situatie van handelen of nalaten door uw onderneming waarbij er sprake is van grove schuld, (voorwaardelijke) opzet of fraude, kan de Belastingdienst u een vergrijpboete opleggen in plaats van een betaalverzuimboete. Die vergrijpboete kan 25%, 50% of zelfs 100% bedragen van het naheffingsbedrag. Bij herhaling van het vergrijp – zogeheten recidive – wordt de boete verdubbeld.
nieuwe informatie
De fiscus kan een vergrijpboete ook opleggen ná het opleggen van een betaalverzuimboete, maar alleen als zij over nieuwe informatie beschikt die toentertijd (direct) tot een vergrijpboete zou hebben geleid. Het reeds door uw onderneming betaalde bedrag aan betaalverzuimboete wordt in mindering gebracht op de vergrijpboete.
Als de Belastingdienst uw organisatie een vergrijpboete wil opleggen, ontvangt u eerst een brief met uitleg waarom een vergrijp aanwezig wordt geacht. U kunt dan op die brief reageren voordat de fiscus de boete definitief oplegt.